Jawel, beste mensen, zullen we dan maar weer? Ik hoor jullie al zuchten. Maar vrees niet: dit is de laatste aflevering in deze serie. Ik begin weer met een negatief bericht, maar ik sluit af met een positief bericht.
Het prospectieve geheugen gaat achteruit bij het ouder worden. Wat is dat? Dat is dat je iets van plan bent om te doen, maar vervolgens vergeet je het. Het meest bekende voorbeeld is dat je naar de keuken loopt en dat je daar heel iets anders gaat doen dan je van plan was. Je zou gaan afwassen, maar je eet de trommel met koekjes leeg. Daarna ga je voor de TV zitten. De afwas doe je niet.
Het zal de oplettende lezer duidelijk zijn dat er een verband bestaat tussen het werkgeheugen en het prospectieve geheugen. Beiden hebben te maken met plannen en organiseren. Om het plat te zeggen: ‘de volgehouden aandacht’. Die aandacht zet je soms tijdelijk op een laag pitje, maar als het tijd is activeer je die aandacht weer.
Mevrouw Belinda Pourier heeft onderzoek gedaan naar het prospectief geheugen bij mensen met de ziekte van Parkinson, mensen met dementie, met hersenletsel en na een CVA. Bij alle vormen staat het prospectief geheugen onder druk, maar ook weer op een verschillende manier. Welke verschillende manieren dat zijn, dat wordt te ingewikkeld en ik ben de clou ook weer vergeten, trouwens.
Voor de oudere lezers zal het herkenbaar zijn dat dat prospectieve geheugen – vooral als je het druk hebt – nog wel eens een steekje laat vallen. Je moet steeds meer bij de les blijven om het allemaal te kunnen organiseren.
Zo gaan er bij Tineke op de telefoon talrijke alarmen vanwege zaken waar ze zich toe moet zetten. Bij mij gaat nooit zo'n alarm. Niet omdat ik geen dingen moet onthouden, maar omdat ik niet weet hoe ik het alarm aan moet zetten op mijn telefoon. En dat wil ik graag zo houden. Anders weet ik straks niet meer waarom dat alarm gaat.
Na het slechte nieuws is het tijd voor het goede nieuws. Dat betreft het procedurele geheugen. Je valt in het water en je gaat zwemmen. Hoe kan dat nu? Je hebt al dertig jaar niet gezwommen. Dat is toch kunt zwemmen is te danken aan de kennis van je procedurele geheugen dat de zwemslag had opgeslagen.
Er zijn ook wel zaken die je ooit kon en die je nu niet meer kunt, maar die had je dus niet goed genoeg opgeslagen. Zo moest ik onlangs in een hotel de Senseo bedienen. Het gevolg was dat de prut tegen de muur zat en dat ik die avond geen koffie had. Niet goed opgeslagen dus.
Een kenmerk van het procedurele geheugen is overigens dat je je niet bewust bent dat je die kennis ergens hebt opgeslagen. Je hoeft er niet bij na te denken, het gaat vanzelf. Het zijn geautomatiseerde handelingen. En het gaat om het uitvoeren van motorische handelingen. Er gebeurt iets en je weet wat je moiet doen.
Het intoetsen van een pincode of het bedienen van een Senseo-apparaat vallen daar strikt genomen dus niet onder: je weet het en je moet er bij nadenken. Dat gaat dus niet vanzelf…
Tijdens het schrijven van deze serie ben ik weer een stukje ouder geworden. Nu nog een zwembroek kopen om te kijken of ik nog kan zwemmen.