Mensen met verschillende hechtingsstijlen vullen elkaar aan binnen een team. De één heeft andere sterke kanten dan de ander. Ideaal is natuurlijk als iedereen veilig is gehecht, maar niemand is echt veilig gehecht. We zijn dus allemaal af en toe in relationeel en pedagogisch opzicht brokkenpiloten.
Neem de ‘moederlijke’ begeleider (een term van orthopedagoog Erik de Belie) Annemarie. Ze voelt zich aangetrokken tot mensen die troost en begrip nodig hebben. Daar ligt haar kracht. Maar voor sommige vermijdend gehechte bewoners in de instelling komt ze te dichtbij. Ze voelen zich niet prettig bij haar betrokken nabijheid en gooien de deur in het slot.
En dan Vincent: een man die nergens voor terugdeinst. Hij houdt van een beetje reuring. Het liefst gaat hij er op uit met de bewoners of speelt ’s avonds een potje voetbal met ze. Hij heeft zelf weinig behoefte aan nabijheid en contact en gaat graag zijn eigen gang. Dat voelt voor de vermijdend gehechte bewoners prettig: afstand ervaren ze als meer veilig. Met ambivalent gehechte bewoners heeft hij minder een klik. Hun behoefte aan af en toe troost en begrip vindt hij maar lastig en soms ervaart hij het als aanstellerij.
Het zal duidelijk zijn dat Annemarie en Vincent een verschillende taal spreken. Maar die verschillende talen kun je ook positief omzetten. Dat kan echter alleen als het team voldoende veilig is voor de medewerkers.
De ene bewoner ervaart zich meer thuis bij Annemarie, de ander meer bij Vincent. Maar is het niet in elke opvoedingssituatie zo dat opvoeders elkaar aanvullen? Daarom is opvoeden in je eentje ook zo zwaar: je hebt in principe maar één stijl in huis. Alhoewel: er valt gaandeweg ook nog wel het een en ander bij te sturen en te leren als het om je eigen begeleidingsstijl gaat.
Positief inzetten
Kunnen angstig-vermijdend gehechte bewoners ook iets leren van Annemarie? En kunnen angst-ambivalent gehechte bewoners ook iets leren van Vincent? Ook dat kan. Die stoere man met een lichte verstandelijke beperking vindt het leuk om Annemarie even te helpen met het sjouwen van een zwaar voorwerp. En staat dat opeens toe dat ze hem als dank een knuffel geeft. En die wat ‘claimende’ bewoner met al haar ervaren pijntjes blijkt het opeens heerlijk te vinden om met Vincent een stevige klus te doen. Ze ervaart dat het prettig is om even stevig met haar lichaam bezig te zijn.
In een gezonde pedagogische omgeving worden begeleidingsstijlen met elkaar afgewisseld. Soms wat meer nabijheid, soms wat meer afstand. Betrokkenheid en een wat meer neutrale begeleiding vullen elkaar in de praktijk vaak mooi aan. Voorwaarde is wel (nogmaals): een veilig team waarbij men elkaar de ruimte geeft.