Dat werd lopen…

Gisteren wilde ik weer op bezoek bij mijn tante. Ik had besloten de fietstocht korter te maken, door in Voorhout een OV-fiets te huren. Daar stonden nog twee fietsen klaar voor gebruik.
De kromme lijn is de wandelroute

Het bleek op het station een hele zoektocht te zijn naar de kluizen met OV-fietsen. Er zijn daar rijen aan kluizen, en pas bij de verste kluis bij het andere perron stonden de OV-fietsen. Helaas bleek de automaat defect. Geen wonder dat er al de hele dag twee fietsen te huur stonden. Er kon geen fiets meer in en er kon geen fiets meer uit. Ik belde de OV-fietsmeneer, die op wonderbaarlijke wijze in Roosendaal bleek te zetelen, maar die kon er ook niets aan doen. Ik moest maar ander vervoer zien te regelen.

Vanuit Voorhout rijdt ook een bus naar Noordwijkerhout. Dus ik liep naar de bushalte. Een aardig hokje met bankje en prullenbak. Best luxe voor een bushalte. Er hing alleen geen dienstregeling. Daardoor werd ik door twijfel overmensd, zoals ze dat tegenwoordig zeggen. Toen zag ik in de verte een bus rijden. Die kwam hier niet langs, maar reed een andere route.

Met geprangd gemoed liep ik naar die weg toe en volgde de weg totdat ik een bushalte tegen kwam. Daar ging ik op de bus staan wachten. Dat bleek niet voor niets. De bus kwam en bracht bij naar Noordwijkerhout.

Bollenveld bij Noordwijkerhout

Helaas bleek de route in Noordwijkerhout te zijn omgelegd tot nader order. Dat nader order is eind november 2023. Alzo kwam ik in de bollenvelden terecht. Zie ik die ook weer eens. Me oriënterend op mijn richtinggevoel en andere ongemakken kwam ik toch bij het adres uit waar ik moest zijn.

Mijn tante houdt van buiten, dus maakten we een wandeling (zij in de rolstoel, ik er achter) en we pikten een gezellig terrasje bij het Witte Kerkje. “Hoe komen ze op die naam?” vroeg mijn tante zich gekscherend af. Ze vond het wel toepasselijk.

Na afloop van het bezoek ging ik weer terug naar de bushalte. Die bleek aan deze zijde niet te bestaan. Dus liep ik door naar de volgende bushalte. Onderweg werd ik gepasseerd door de bus.

Ik had geen zin om op de volgende bus te wachten. Toen ben ik maar van Noordwijkerhout naar Voorhout gaan lopen. Dat kan ook. Uiteindelijk had ik deze middag 12 kilometer lopend afgelegd. 

Fietslaveren

Je fiets staat op Rotterdam Centraal en je wilt hem terugbrengen naar Delft. Maar die weg ken je te goed en er staat een pittige noordenwind. Geheel volgens de gewoonte van de zeilers ga je dan laveren. Aldus geschiedde.

Ik weet niet of jullie Rotterdam kennen, maar het is een plaats met veel gezichten en dus ook veel mogelijkheden. Dat is heel anders dan Den Haag, waar de wegen een ruitenpatroon volgen: je fietst naar het noordwesten of naar het zuidwesten en omgekeerd. Veel variatie is niet mogelijk. Wil je pal naar het noorden, dan bots je ergens tegen een hoekgevel aan en je wordt gevankelijk afgevoerd naar één van de lokale Haga-Ziekenhuizen.

Ik fietste in arren moede in noordoostelijke richting en kwam tal van mooie plekken tegen. Het centrum was nog even doorbijten vanwege de vele verkeerslichten en de verkeersintensiteit, maar daarna werd het beter. Er was zelfs speciaal voor fietsers een lange fietsstraat zonder verkeerslichten in elkaar geflanst.. Volg de borden naar Alexander.

Stoomdepot Rotterdam

Je zou het niet bedenken, maar wat volgt is een aanzienlijk bos: het Kralingse Bos. Net zoals het Amsterdamse Bos is het een aangelegd bos. De weg door het bos schampt de spoorlijn en ziedaar: ik moet even de weg verlaten. Hier bevindt zich namelijk het Stoomdepot. Het is gevestigd in een oude locomotievenloods. Tal van hobbyisten sleutelen hier aan oude locomotieven en aan wagons. En soms mag er eentje de benen nemen. Het ruikt er zelfs naar stoom. Helaas gaat het depot over een kwartier dicht: ik ben te laat. Wél een idee voor een volgend bezoek.

Ik fiets weer verder en kom ik de uitgebreide wijken van het Noordoosten van Rotterdam uit. Wijken die groots en bijna in één keer uit de grond worden gestampt staan een generatie later vaak garant voor allerlei problemen en dat is hier ook het geval. De wijk Alexander vormt een aaneenschakeling van bebouwing uit de jaren ’60 en ’70. Er lopen twee metrolijnen (bovengronds) doorheen, en het station Rotterdam Alexander is een Intercitystation aan de spoorlijn naar Utrecht, Zwolle en de Noordelijke provincies.

Skyline van Nesselande

Na een paar kilometer fietsen kom ik in de nieuwste wijk van Rotterdam uit: de wijk Nesselande. Hoogtepunt van die wijk is een boulevard van een kilometer lang met soms een mediterrane uitstraling langs de grotendeels uitgegraven Zevenhuizerplas. Mediterraan dus, maar dat zou je vandaag niet zeggen. Er staat een frisse Noordenwind en de temperatuur is een graad of acht. Ik zoek dus maar de beschutting op en kom uit op een quasi-landelijke weg in de richting van Zevenhuizen.

Dorpskerk van Zevenhuizen

Zevenhuizen is een niet onaardig dorp met een historisch dorpscentrum in de vorm van lintbebouwing. De verschillende restaurants zitten tjokvol op deze zaterdagavond. Er staan ook verschillende kerkgebouwen. De voormalige Gereformeerde Kerk heeft een mooie stiltetuin aan het water. In deze tuin eet ik beschut twee bammetjes met kaas & tomaat.

In de gemeente Zuidplas kreeg de BBB twee maanden geleden de meeste stemmen, direct gevolgd door de VVD. Het geeft een beetje het spanningsveld aan tussen de agrarische geschiedenis van deze omgeving en de vele rijkere forensen die zich hier gevestigd hebben. De gemiddelde WOZ-waarde bedroeg in 2022 bijna € 400.000 euro.

Langs de Rotte

Na Zevenhuizen wordt het over een dijk flink doorstampen tegen een straffe en koude noordenwind in. Vlak voor de spoorlijn sla ik linksaf de polder in, omdat ik vermoed dat ik daar een mooi zicht ga krijgen op de molendriegang (eigenlijk zijn het zelfs vier molens) in de buurt van de Rotte. En dat klopt.

Rotterdam vanaf de brug over de Rotte

Na de Rotte wordt het landschap bedroevend. Bedrijventerreinen, hoogspanningsmasten, autowegen, de HSL, agrarische industrie en kassen: een aaneenschakeling van verlelijking van het land. Ik ben nu in de gemeente Lansingerland waar Zoetermeer de hoofdplaats van is. Met zijn 130.000 inwoners is Zoetermeer eigenlijk het Almere van Zuid-Holland. Overal wordt aan de weg gewerkt en deze fietser wordt weggewerkt in een richting die hij niet zelf gekozen heeft. Op goed geluk neem ik een zijweg en daardoor kom ik in uitgestrekte wijken uit de jaren ’90 terecht. Groen aangelegd, met krommende wegen, doorsneden door waterpartijen. Nog net geen Vinex-model, maar het komt in de buurt.

Molendriegang langs de Rotte

Eenmaal buiten de stad kies ik opnieuw mijn eigen kruip-door, sluip-door. Ik weet dat ik mezelf zomaar vast kan fietsen in het tuin-en kassenbouwgebied, maar ik blijk veel geluk te hebben en kom met allerlei doorsteekjes in Pijnacker terecht. Ook daar overheerst de tuinbouw. Het dorp is genoemd naar een boer die het in zijn rug kreeg toen hij zijn land omspitte. Inmiddels in Pijnacker overigens vooral een forensengemeente, die aan het oosten bijna vastgegroeid is aan Berkel & Rodenrijs en in het westen aan Nootdorp. En dus is er ook nauwelijks meer een buffer tussen Pijnacker en Delfgauw en dat zit weer vast aan Delft. Voor het genieten van weidse vlakten moet je hier dus niet zijn.

De Batavus ruikt de stal en gaat steeds sneller rijden. Een half uur na het doorkruisen van het centrum van Pijnacker zet ik mijn fiets in de stalling. Van de 10 km van Rotterdam naar Delft heb ik 40 km gemaakt. De pot schaft vanavond zuurkool á la Tineke. 

Geheime bestemming

Laat ik voor de uitzondering eens een verhaal van/door Tineke weergeven op dit blog. Ze leest zelden mijn verhalen, bemoeit zich niet met mijn blog, maar omdat ik nog steeds bureauloos ben scheelt het me tijd als ik nu eens één van haar verhalen weergeef. Sommige lezers van dit blog hebben het overigens al elders gelezen. 

Henk bedacht voor mijn verjaardag twaalf uitjes. Sommige waren nogal raadselachtig. Zo was er eentje waarbij ik mocht kiezen of ik wilde dineren of lunchen op een ´zeer geheime plek´. Ik koos voor een lunch. Henk had de leiding, ik geen idee, dus deze keer moest ik hem volgen. Best een uitdaging voor mij. We stapten op de trein naar Schiedam en daar over op de metro naar Coolhaven.

Voetgangersbuis Maastunnel

Daarna moesten we nog 3 km lopen. Gelukkig had ik goede loopschoenen aan. Het was wel koud door een felle wind, maar de zon scheen, volgens Henk precies het goede weer voor dit uitje.

Onderweg zag ik wel leuke cafés en restaurants, maar nee, daar moesten we niet zijn. De route ging zelfs onder het water door (de Maastunnel). Daarna kwamen we op een bedrijventerrein uit. Niet al te romantisch dus.

Skyline vanaf de zuidzijde van de Maastunnel

Uiteindelijk kwamen we bij een industrieterrein en liep Henk onder de poort van het Attractiepark Rotterdam door. Het zag er niet zo aantrekkelijk uit, maar oké, ik volgde wel. We werden welkom geheten en konden gaan zitten, kregen koffie aangeboden, lekker. Maar om nou te zeggen dat we een mooi uitzicht hadden…

Zicht op Rotterdam met het SS Rotterdam

Om 12 uur werden we opgehaald en toen werd het langzaam duidelijk: we kwamen in een soort ´schotel´ terecht, waar tafels gedekt stonden. Ik zag nog steeds niet veel bijzonders, maar dat veranderde al snel, want we stegen op tot 42 meter hoogte, terwijl de vloer heel langzaam ronddraaide.

Zo kregen we een prachtig uitzicht over de omgeving, de havens van Rotterdam en de skyline van de binnenstad. Elke keer weer een ander uitzicht.

Door de noordwesten wind was het heel helder, dus inderdaad prachtig weer voor dit uitje! Henk zat helemaal te ´spinnen´ dat het hem was gelukt om mij te verrassen. En de lunch was heerlijk in dit UFO restaurant!

Vijf gemeenten binnen 20 kilometer

Om de twee weken bezoek ik een hoogbejaarde man in een verpleeghuis in Den Haag. Hij is bijna blind en bijna doof, dus in het begin was het moeilijk om een goede vorm van communicatie te vinden. Maar het gesprek tussen ons gaat steeds beter. 

Den Haag is niet ver op de fiets. Dezelfde afstand als de dagelijkse fietsafstand destijds vanuit Den Helder naar mijn werk.

Het is wel een heel afwisselende route. Weliswaar vol bebouwing, maar van heel verschillende aard. Naar mijn werk was er destijds eigenlijk maar één logische route, maar naar dit verpleeghuis kan ik eindeloos variëren qua route. Die pas ik o.a. aan aan de hand van de windrichting. Bij tegenwind kies ik voor meer bomen langs de weg. Bij storm mijd ik de hoge bebouwing, want dan word je van je fiets geblazen.

Vrijdag stond er een noordwestenwind. Ik fietste langs het oude centrum van Delft en daarna over de oude Rijksstraatweg naar Rijswijk (gemeente 2).

Daarna dwars door Rijswijk (met uitgestrekte jaren ’60 en ’70 wijken) naar het park dat Rijswijk van Den Haag scheidt. In Den Haag (gemeente 3) langs de rand van een jaren ’50 en ’60 wijk, die deels gerenoveerd wordt. Toen was de bestemming bereikt. Rond het verpleeghuis worden de laatste gaten aan groen volgebouwd met nieuwbouw.

Op de terugweg door het vroegere kassengebied van De Strijp. Dit gebied is helemaal volgebouwd met nieuwbouw, alleen langs deze fietsroute (de rechte lijn) staan nog wat oudere huizen. Dit is de Vinexwijk Wateringse Veld (gemeente Den Haag). Langs de randen zijn uitgestrekte bedrijventerreinen die deels onder de gemeente Westland (gemeente 4) vallen.

Daarna fiets ik de enige groene gemeente in de regio binnen: de gemeente Midden-Delfland (gemeente 5). De nieuwe snelweg naar de Beneluxtunnel vormt een obstakel.

Daarna kom ik op bedrijventerreinen van Den Hoorn uit. Het vroegere tuindersdorp Den Hoorn barst inmiddels vanwege de nieuwbouw uit zijn voegen.

De grens met Delft loopt hier zigzaggend door de nieuwbouw. Uiteindelijk ben ik weer in Delft en fiets door jaren ’60 en daarna jaren ’30 wijken terug naar huis.

Afwisselend genoeg, maar er is weinig ruimte over gebleven. Af en toe mis ik Noord-Holland best wel...

Fietsrondje in de buurt (2)

Ik fietste Charlois uit over een dijk. Ooit was het hier allemaal ingepolderd boerenland. Nu moet je je dat verbeelden, maar op deze weg lukt dat nog wel een beetje. Het is een soort reservaat tussen de bedrijvigheid van de Waalhaven en de nieuwbouwwijken uit de jaren '60 van Rotterdam.
Fietsrondje in kaart gebracht

Wat nu volgt is een knooppunt van transport: de afslagen van de 10 stroken brede snelweg naar Europoort, de Betuwelijn én een enorm opstelterrein van de Rotterdamse metro. Met daarnaast: kantoren, hotels en uiteraard een McDonalds. Daar omheen slingert zich het fietspad naar Rhoon.

Rhoon is een langgerekt dijkdorp dat ooit is ontstaan op een zandplaat temidden van de woelige wateren. Al in de 13e eeuw werd er een kasteel gebouwd door een plaatselijke notabele, maar dat hield geen stand in de woelige tijden die volgden. Meerdere malen werd Rhoon getroffen door overstromingen dan wel vijandelijkheden van arglistige streekgenoten. Later werd er een nieuw landhuis gebouwd en dat er nog steeds tussen de narcissen.

Kerk en kasteel in Rhoon

Dit gedeelte (Rhoon Noord) is het mooiste deel van het dorp en is het meest in de oude staat gebleven. Ten zuiden van de metro naar Spijkenisse verrezen uitgestrekte en fantasieloze nieuwbouwwijken. Aan de noordkant van Rhoon ligt Europoort te sissen. De metro volgt grotendeels het traject van de vroegere stoomtram tussen Rotterdam en Spijkenisse. Nu rijdt er elk kwartier een metro die pas bij het centrum van Rotterdam ondergronds gaat. Zo zie je nog eens wat!

Rhoon is met 17.000 inwoners het grootste dorp binnen de gemeente Albrandswaard. Opvallend is dat binnen deze gemeente JA ’21 veel stemmen kreeg bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten.

Ik volg de dijk richting Poortugaal. De sfeer is hier nog een beetje authentiek met wat oudere vrijstaande dijkhuizen en af en toe een poes of een geit. Bij een kruising twijfel ik: moedig westwaarts of weer naar het noorden? Toch maar even de telefoon raadplegen. Ik zie dat het om 15 uur gaat regenen. Dan maar noordwaarts, richting thuis.

En zodoende en in dier voege kom ik op het enorme terrein van Europoort uit dat zich 30 kilometer lang van west naar oost en omgekeerd uitstrekt langs o.a. de Oude Maas en de Nieuwe Waterweg. Leuk is anders, maar er zijn wel veel konijnen rond het fietspad. Links van mij het gedender van de autoweg en rechts dendert er af en toe een goederentrein voorbij.

Oude dijk in Pernis met de bedrijvigheid van Europoort op de achtergrond

Ik moet over een hoge brug over de Betuwelijn en fiets dan met hoge snelheid Pernis binnen. Ook Pernis was vroeger een boerendorp totdat Shell een enorme raffinaderij bouwde en de rest van de terreinen werd opgevuld met andere bedrijvigheid. Zodoende is Pernis een groene oase temidden van de industriewoestijn geworden. Er waren plannen om het dorp helemaal af te breken, maar dat is de gemeente Rotterdam totnutoe niet gelukt. Dit in tegenstelling tot Antwerpen waar een hele reeks dorpen als gevolg van de aanleg van havens gesneuveld is.

Pernis is ook een oud dijkdorp met een gemoedelijke dorpse uitstraling rond de dijk die de polders moest beschermen tegen het hoge water. Ten zuiden van het dorp zijn naoorlogse woonwijken, maar ruimte voor uitbreiding is er bijna niet.

De bevolking leefde van de landbouw en ook voor een deel van de visserij. Tegenwoordig leven de mensen er vooral van de bedrijvigheid van de Rotterdamse haven.

De hoogste klassieke molens van de wereld staan in Schiedam. Er staan er zeven met een hoogte tot 43 meter.

Pernis valt onder de gemeente Rotterdam. Een verschil met andere oudere stadsdelen van Rotterdam is dat er naar verhouding weinig mensen met een niet-westerse achtergrond wonen. Bij de verkiezingen voor de gemeenteraad kreeg Leefbaar Rotterdam veruit de meeste stemmen. Er werden in 2022 zes fietsen gestolen. Dat is niet zo best op een inwonertal van ruim 4000 mensen.

Ik moet de Nieuwe Waterweg over, maar dat kan hier niet. Je kunt er alleen onderdoor, via de Beneluxtunnel. Ik zoef met grote snelheid de tunnel in en kom met grote moeite weer boven water. Daar ben ik weer in Schiedam.

Door de uitgestrekte naoorlogse wijken van Schiedam fiets ik naar het centrum van de stad. Een deel van de oude wijken wordt afgebroken en er komt nieuwbouw voor in de plaats.

Ondertussen begint het te regenen. Ik weet dat op regen een natte broek volgt. Ik parkeer mijn fiets in de fietsenstalling onder het station. Die haal ik morgen wel weer op. 

Terug naar de kust

Ooit woonden we één kilometer van de zee, daarna tien kilometer van de zee en nu vijftien kilometer van de zee.

Dat lijkt ver weg, maar je zult maar in Drenthe wonen. Dan kun je alleen maar heen en terug naar de Drentse Hoofdvaart.

Onrustige zee bij Kijkduin

Af en toe moet het gewoon even. Even heen en weer naar het strand, zoals hier bij Kijkduin. Ik vind het wel een beetje eng met de harde wind tussen de hoge gebouwen.

Kijkduin is één van de twee Haagse badplaatsen, de andere is uiteraard Scheveningen. In de Tweede Wereldoorlog werd het dorp door de Duitsers afgebroken ten behoeve van de Atlantikwall.

In de jaren ’70 volgde nieuwbouw, geheel volgens de inzichten van de toenmalige stadsarchitect van Den Haag, met veel beton en overkappingen.

In 2020 werd Kijkduin afgebroken en weer opgebouwd volgens de inzichten van de hedendaagse architecten. Waarschijnlijk wordt de boel in 2070 weer afgebroken omdat het allemaal verouderd is. 

Startproblemen met de fiets

De mensen vragen mij wel eens: "Henk, stap jij nog wel eens op de fiets?" Dat zal ik jullie zeggen: ik stap wél op de fiets, maar ik kom niet ver. 

In de maanden november en december was de Batavus Dinsdag niet buiten de bebouwde kom geweest. Rond Oud en Nieuw kreeg ik ook nog eens een buikgriep te maken, hoewel de buikgriep eerder mij te pakken nam.

Langs de Schie

Ik dacht: ‘Dit gaat zo niet goed, ik moet mezelf en mijn fietsleven beteren’. Dus stapte ik woensdag op de fiets en reed de bebouwde kom van Delft uit. Na tien kilometer stond het zweet op mijn rug en kreeg ik het gevoel dat ik beter weer naar huis kon gaan. Maar ik was te ver weg van huis, dus besloot ik in een winkelcentrum op een bankje mijn zonden te gaan overdenken. Ik kon ook nog mijn fiets in het station van Schiedam parkeren en dan met de trein terug naar Delft treinen.

Landgoed de Tempel bij Zweth (gemeente Rotterdam)

Toen ik weer enigszins bij de les was stapte ik weer op de fiets. Ik besloot toch maar Delftwaarts te fietsen. Na ongeveer twee uur en 20 kilometer was ik weer thuis. Daar viel ik op de bank in slaap.

De volgende dag meende ik weer een fietspoging te moeten wagen. Ik fietste weer de bebouwde kom uit richting Overschie. Daarna verder naar Schiedam.

Vanuit Delft via Schiedam en Vlaardingen

Daar werd ik geprangd voor vermoeidheid. Ik besloot bij de plaatselijke Burger King een pauze te nemen, zonder Burger, maar met warme chocomel. Daarna fietste ik via Vlaardingen en de laatste groene buffer in de regio (Midden Delfland) terug naar Delft. De laatste kilometers reed ik op mijn tandvlees. Dit moeten jullie overigens figuurlijk opvatten. Ik was nauwelijks nog in staat om mijn stuur goed vast te houden. De teller had er 35 kilometer bij opgeteld.

Nochtans en desalniettemin wilde ik de moed niet opgeven. Op donderdag wilde ik op bezoek bij een hoogbejaarde meneer die net als crisis in een verpleeghuis was opgenomen. Dat verpleeghuis is in Den Haag. Ik dacht een goede combinatie te hebben bedacht: enkeltje Den Haag en dan fysiek bijkomen tijdens het bezoek. Daarna met frisse moed terugfietsen.

Na regen komt nattigheid

En ziedaar: deze keer legde ik de tien kilometer heenwaarts in redelijke conditie af. De kamer van de man bleek niet te bestaan, ik belandde in een douchecel. Uiteindelijk de kamer gevonden. De man die ik wilde bezoeken was erg moe en had geen gehoorapparaat in en bril op, daardoor was het een hele klus om even met hem te communiceren. Ook de dokter zou nog even langs komen. Ik dacht onze schoondochter in functie aan te treffen (zij werkt hier als verpleeghuisarts), maar het bleek een andere dokter te zijn.

Toen ik het pand wilde verlaten was ik de code van de deur kwijt. Maar één van de bewoners riep luidkeels de code. Daardoor kon ik weer naar de fiets toe. Ondertussen was het begonnen met regenen. Dat was niet afgesproken. Ik droogde mezelf even op in een supermarkt en fietste daarna bijna even nat weer verder. Thuis moest ik alsnog behoorlijk bijkomen.

Of het met het fietsen nog wat wordt is dus wel de vraag. Met een E-bike zou ik verder kunnen komen, maar totnutoe ben ik vooral van het 'zelf doen'. Volgende week zijn alle dagen bezet met externe afspraken zonder fiets. Dus het duurt nog even voordat de Batavus echt weer op gang komt.  

Markt in Delft

Delft telt ongeveer 1500 monumenten en heeft een beschermd stadsgezicht.

De bekendste plek is de Markt. Niet dat daar zo opvallend veel monumenten staan. De huizen aan de Markt zijn geliefd als winkelpanden en dat maakte – toen er nog niet zoveel kijk was op architectonische schoonheid – dat er ook nogal wat werd afgebroken.

Maar aan de Markt staan de twee van de meest bepalende monumenten van de stad. Het stadhuis en de Nieuwe Kerk.

Delft: stadhuis, Belfort en de toren van de Nieuwe Kerk

Het stadhuis overleefde de stadsbrand van 1536, maar fikte in 1608 alsnog af. Alleen het Belfort (‘Het Steen’ uit 1200) met daar in de gevangenis, bleef behouden. Daarom heen bouwde Hendrick de Keijser een nieuw renaissance gebouw. Dat deed hij overigens niet zelf, hij stak zelfs geen poot uit. Hij had er zijn mannetjes voor.

De toren is van de Nieuwe Kerk, de op één na hoogste kerktoren van Nederland (109 meter hoog). De toren werd meerdere malen zwaar beschadigd, o. a door de Delftse Donderslag (toen een compleet kruitmagazijn ontplofte) en later door blikseminslag. Pierre Cuypers ontwierp vervolgens een nieuwe toren (eind 19e eeuw). Die toren is af en toe wat briek omdat het kalkzandsteen vooral aan de zuidzijde te lijden heeft van de luchtvervuiling.

De Nieuwe Kerk is o.a. bekend omdat de Oranjes hier begraven zijn. "Here they buried the Oranges" vertelt de gids dan. Daarbij denken sommige mensen aan sinasappels. 

Acquoij

De mensen vragen mij wel eens: "Henk, kom jij wel eens in Acquoij?" Dat zal ik jullie zeggen. In Acquoij ben ik meerdere malen geweest. 
De scheve toren van de Heilige Catharinakerk in Acquoij

Je zou denken dat Acquoij in Wallonië ligt of in Frankrijk, maar het ligt gewoon in een ingewikkelde bocht van de Linge in de buurt van Leerdam.

In Leerdam maken ze glas en kaas. Maar dit terzijde. Wat ze in Acquoij maken is mij niet duidelijk. De naam Acquoij komt ook voor als achternaam in Nederland. Je herkent de mensen met deze achternaam aan hun punthoofd. Bij elke gelegenheid moeten ze namelijk hun naam opnieuw spellen. Regelmatig mogen ze niet naar het buitenland reizen omdat de naam toch weer verkeerd in het paspoort staat.

Acquoij ligt aan de Linge

De plaatsnaam Acquoij spreek je gewoon uit als Akkooi. De plaats was ooit eigendom van de heren van Voorne. Dat is wel weer bijzonder, want vanuit Den Briel was het een heel eind fietsen naar Acquoij, dus wat hadden die heren daar te zoeken? In 1551 kwam de plaats in het bezit van Willem van Oranje. Het wapenschild van de plaats hangt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ook daarvan is mij niet duidelijk wat het daar doet.

De Catharinakerk in Asperen

De bijna 600 inwoners van Acquoy zijn zorgzaam en ze letten goed op. Samen met het nabijgelegen Asperen werden er slechts drie fietsen gestolen. 82% van de arbeidzame bevolking verkeert in goede gezondheid. De partij die bij de vorige verkiezingen de meeste stemmen kreeg was de Christen Unie.

De kerk in Acquoy is beroemd omdat de toren zo scheef staat. Hij staat bijna net zo scheef als de toren van Pisa, maar minder scheef dan de toren van Bedum in Groningen. Naast de kerk ligt een zekere mevrouw Pisa begraven, de echtgenote van een vroegere predikant. Dat kan toch geen toeval zijn.

Met de bouw van de toren werd al vrij snel gestopt. Zo scheef, dat kon niet goed blijven gaan. Het nabijgelegen Asperen heeft wel een markante hoge toren. Beide kerken zijn vernoemd naar de Heilige Catharina.

Wat veel mensen niet weten is dat er in Asperen op 5 februari 1945 honderden mannen van hun bed werden gelicht en meegevoerd werden voor de Arbeitseinsatz in Krefeld. Omdat Krefeld de volgende maand werd gebombardeerd wisten ze bijna allemaal te ontsnappen en liepen bijna rechtstreeks in de armen van de Amerikaanse bevrijders.