Ik neem de inmiddels vaste nachttrein van 04.13 uur uit Delft. Het is erg koud, vanmorgen. Dus reis ik een eindje verder door met de trein. Zodoende kom ik om 9 uur aan in Lünen, dat niet in het Ruhrgebied ligt, maar aan de rand van het Münsterland.
Vroeger fietste ik nogal eens vanuit de tweelingstad Hengelschede Duitsland in, en dan kwam ik ook wel eens door Lünen. Maar dit is andere koek. Ik ben geheel verdwaald en heb geen idee waar de weg mij heen zal leiden.
Eerst maar eens naar het centrum van Lünen. Voordat ik daar ben stuit ik op een andere spoorlijn dan waar ik uitgestapt ben. Wat heb ik nu aan mijn fiets hangen? Lünen blijkt aan twee spoorlijnen te liggen die niet op elkaar aansluiten maar die elkaar kruisen: de geëlektrificeerde spoorlijn van Duisburg naar Münster en de dieselspoorlijn van Enschede naar Dortmund.
Lünen is een oude stad met voorheen stadsmuren benevens stadspoorten, maar van die geschiedenis is niet zoveel meer over. Er is nog een stadspoort overeind gebleven, er staat een historische kerk en er zijn enkele oudere huizen. Verder heeft de plaats een vrij groot winkelbestand, maar winkelstraten zijn in heel West-Europa ongeveer hetzelfde. Zelfs de munteenheden waarmee je moet betalen.
De plaatselijke thermometer wijst 4 graden aan en ik heb mijn handschoenen aangetrokken. Even buiten Lünen beland ik in een uitgestrekt bosgebied, waardoor ik geen idee heb waar ik fiets. Bossen bieden weinig uitzicht. Eenmaal buiten de beboste kom ontvouwt zich een vriendelijk landschap met vooral weilanden, verspreid liggende boerderijen en af en toe een plukje bomen. Wat een ruimte vergeleken met het Ruhrgebied!
Ik fiets gestaag in – voor mijn idee – zuidelijke richting, zonder te weten wat ik allemaal tegen ga komen. Inmiddels ken ik de eindeloze reeks aan plaatsen in het noordelijk Ruhrgebied van Oost naar West, maar hoe de plaatsen geordend zijn van Noord naar Zuid, dat is nog niet in mijn hersenpan opgeslagen.
Na een kilometer of 20 ben ik in Haltern am See. Ik ben daar een keer eerder geweest omdat ik dacht dat de plaats prachtig aan een meer zou liggen. Ik kon toen echter geen meer vinden.
Eerst maar eens naar het centrum. Het lijkt Lünen wel. Weer een plaats die concentrisch rond een vroegere markt is gebouwd. De Romeinen hadden hier al een legerplaats gevestigd. Daar herinnert het Römermuseum aan.
Ook Haltern am See heeft een oud centrum waarbij de oudheden grotendeels vervangen zijn door nieuwere bouw. In deze plaats is de oorzaak duidelijk: de stad werd grotendeels verwoest door geallieerde bombardementen. Zelfs het Römermuseum moest er aan geloven. Dus ik denk dat wat er in het museum staat voornamelijk replica’s zijn. Verder is Haltern – net zoals Lünen – een plaats met een flink winkelbestand. Zoals in bijna alle Duitse steden zijn de winkelstraten voetgangersgebied.
Het maakt niet uit of je winkelt in Emmen, in Heerhugowaard of in Haltern: het ziet er allemaal ongeveer hetzelfde uit.
Ik vind het tijd voor een ontbijt. Ik weet niet of jullie wel eens Duitse ontbijten genuttigd hebben, maar doorgaans krijg je veel vlees, iets minder kaas, een toefje marmelade, een bakje roomboter, een hard bolletje om je kiezen te molesteren, een zacht wit bolletje dat tot verstopping leidt en een donker Waldkornbroodje dat die verstopping weer ongedaan moet maken. En daarnaast een grote kop slappe koffie. Zo ook hier.
Ondertussen heb ik de tijd om de plaatselijke bevolking gade te slaan. Je kunt je niet voorstellen dat de voorvaderen van deze gemoedelijke mensen half Europa hebben veroverd. Ook qua fysieke gesteldheid trouwens niet.
De meeste mensen zijgen - voorzien van een rollator of een stok - hijgend neer op een voor hen te krappe stoel en nuttigen als bijvoeding een groot zoet stuk Torte benevens een kop koffie.