Amateur-diagnoses

"Er zijn in Nederland de laatste tijd zoveel veel amateur-psychiaters bijgekomen dat ik me afvraag of de Leidse Onderwijsinstellingen het cursusaanbod heeft uitgebreid. Diagnoses vliegen je dagelijks om de oren en de onderbouwing is vaak ver te zoeken." Aldus psychiater Esther van Fenema. 

Wie een blik werpt op Twitter ziet dat de kwalificaties alle kanten uitvliegen. Deels wordt dat in de hand gewerkt door de beknoptheid van Twitter. Aan de andere kant menen Jan en alleman direct te kunnen weten hoe een persoon in elkaar steekt. Normale mensen bestaan bijna niet meer. Psychiater Esther van Fenema schrijft dat ze daar kapot aan ergert. En dat vind ik juist weer niet verstandig. Ergernis is slecht voor je immuunsysteem.

Trump en Breivik

Over Donald Trump wordt vaak geschreven dat hij het prototype is van een narcist. En dan met de onderliggende geruststellende gedachte: “Gelukkig ben ik niet zo!” Over Anders Behring Breivik werd regelmatig gemeld dat hij een autist zou zijn. En weer met als onderliggende gedachte: “Gelukkig kan het mij niet overkomen, ik ben een gewoon mens!” We schuiven dan dus alles wat afwijkend is op een classificatie en we stellen onszelf gerust dat wij niet zijn zoals die ander.

Is Trump een narcist en is Breivik een autist? Dat kunnen we niet weten. De meeste mensen hebben geen van beide heren ooit ontmoet. Laat staan dat ze een diagnostiek-traject met die persoon in zijn gegaan. Als voorbeeld: voor het vaststellen van de diagnose ‘autisme’ stond in mijn ‘beroepskader’ dat een gedegen diagnose 28 uur aan onderzoek zou kosten.

Gedragen de beide heren zich als narcist of als autist? Dat kunnen we eigenlijk ook niet weten. Want we zien maar een beperkt aantal plaatjes. Dat is wat anders dan een diagnose of een classificatie.

Narcisme als scheldwoord

Esther van Fenema: “Vooral narcisme wordt regelmatig als scheldwoord gebruikt terwijl ik vermoed dat de meesten de criteria voor deze diagnose niet bepaald strak onder de knie hebben. Een narcistische persoonlijkheidsstoornis is iets anders dan narcistische persoonlijkheidstrekken. Bij een stoornis kom je daadwerkelijk in de problemen op belangrijke domeinen in je leven en bij persoonlijkheidstrekken hoeft dit niet. Deze laatste groep mensen functioneert meestal juist prima als arts, politicus, kunstenaar of BN’er.”

Iets anders betreft het functioneren in de vrije tijd. Daar treden nogal eens complicaties bij op. Het is geen uitzondering dat er verhalen opduiken over iemand die op zijn werk goed functioneert en die thuis het leven bijna onmogelijk maakt. Dat is iets waar mensen met narcistische trekken moeite mee hebben: functioneren in de gewone contacten.

Mensen met narcistische trekken voelen zich al heel snel afgewezen. Als iemand jou belt en je zegt dat je nu even geen tijd hebt wordt dat door iemand met kenmerken van narcisme opgevat als afwijzing of zelfs als krenking. En dat kan nogal heftige gevolgen hebben.

We kunnen niet bepalen of Donald Trump een narcist is of dat Anders Breivik een autist is. We kunnen ook niet zeggen dat onze directeur een narcist is, we kunnen wel zeggen dat zijn gedrag doet denken aan dat van mensen met narcisme.

Wat Twitter betreft: als iemand daar Twitter beweert dat hij één van de grootste musici ter wereld is, dan zou je zo’n uitspraak als kenmerkend voor mensen met narcisme kunnen zien. Maar dat is wat anders dan een diagnose of een classificatie.

"Het stinkt hier" zeiden we vroeger als een kennis met zo'n verhaal kwam. Dan wist je genoeg. Eigen roem stinkt. En narcissen gaan na een tijdje ook stinken.  

Geld en gebit

Zestig uur per week werkte ik. In de horeca. Om 4 uur ’s middags beginnen en om 4 uur ’s nachts weer thuis. Mijn geld deed ik naar Spaarbeleg van de Aegon. Die kent u wel.

En toen de elfde van de elfde vliegt dat vliegtuig dwars door dat gebouw. Daardoor donderden de aandelen naar beneden. Toen had ik dus helemaal geen geld meer. En ik zat ook nog vier jaar in het donker zonder gas en zonder licht.

Er zijn nog veel meer mensen gedoppeerd geraakt van dat geintje. Ik ken geen kant meer uit. Ik mag geen vriendin meer in me huis nemen en ik eet in het bejaardenhuis. Dat kost maar drie euro’s dat was vroeger 7 guldens, maar dat is niet duur en je heb ook nog een toetje.

Maar dan begrijp ik niet dat de consumppie 3 euro kost. Gewoon een glaasje kraanwater met prik er in gedaan. Dat deden we in de horeca ook. Ja, de prijzen zijn wel als paddestoelen gestegen door de euro. Hadden ze nooit aan moeten beginnen.

Ik krijg nu een nieuw gebit. Want ik heb vroeger in een dropfabriek gewerkt, bij Kleene, en daar ging al het glazuur er af. Geen glazuurtje meer te vinden op mijn hele gebit. Het waren alleen nog maar stompies. In het begin was het wel pijnlijk, maar nu zijn de zenuwen dood. Ik heb nu nooit meer kiespijn. En de tandarts heb ook alles getrokken, ook de zenuwen. Maar met dat nieuwe gebit ga ik stralend het leven in kijken. Ik zeg maar zo, je moet niet achteruit kijken maar vooruit. Dan kom je het verste.

Ja, en dan al die bezuinigingen die er aan komen. Weet je, dat van de DSB bank. Die Scheringa  was best wel een goeie kerel. Hij was van de verkeerde club, van AZ, maar hij heb ze wel met hart en nieren gesteund. Maar die Roemenen, die hebben dat gedaan. Ze hebben de pinpas van Scheringa te pakken gehad en alles over genomen. En toen ze alles wisten van die pinpas hebben ze de hele bank leeg gehaald. Daar kon Scheringa niks aan doen, dat waren de Roemenen. Maar ja, al die mensen zijn wel gedoppeerd, net as ik. En heel vroeger had je de Romeinen met keizer Nero. Die zette de mensen met pek en veren in de hens en dan kon je daar in het stadion naar kijken.

Maar de chinezen, dat zijn de volgende, let maar op mijn woorden. Die houden zich nu gedeisd met die oorlog in de Ukraïne, maar ondertussen houden ze alles in de gaten. Dat zit in de telefoons. Heb jij een pinpas? Die gaan ze kraken terwijl hij nog in je broek zit. Ze kijken overal dwars door heen. En van dat geld gaan ze atoombommen maken. Die chinezen nemen de macht over, let maar op. Wij hebben straks niks meer te zeggen.

En met die smok, dat is ook allemaal niks. As je in India bent zie je geen smok. Kijk maar op de foto’s, allemaal blauwe lucht. Maar in Amsterdam, allemaal smok.

Vroeger was de aarde rond. Hij draaide rond de as. Maar dat is hij niet meer. Nu is het een ei dat rond de as draait. En dan krijg je een soortement van wrijving. Daarom is er nu een broeikaseffect. De aardverschuivingen nemen allemaal toe en aan de ene kant van de aarde wordt het warmer en aan de andere kant kouder. En dan gaat het allemaal scheuren.

Maar jammer dat er zoveel mensen gedoppeerd raken. Ik zoek eigenlijk iemand die mijn geld terug kan halen van Aegon. Of moet ik daarvoor bij de Consumentenbond wezen? Want als je hun 50 euro geeft gaan ze het geld voor je ophalen. Het is wel van twintig jaar geleden, maar anders heb ik de hele tijd voor niks gewerkt.

Je moet niet achter de boel feiten aanlopen en je moet je eigen een beetje beheerst gedragen, maar ik ben toch wel gedoppeerd. Dat is niet goed voor m’n zenuwen. Maar ik krijg wel een mooi wit gebit. Dan kan ik stralend vooruit kijken. 

De Donkere Triade en werk (slot)

Tenslotte de Psychopathie. Dat is eigenlijk een verouderde term die niet meer in de DSM (het spoorboekje van de psychiater) voor komt. 


Misschien is het niet zo’n gekke term als je de psychopaat ziet als een roofdier op zoek naar een prooi. Ze geven niets om de behoeften en de kwetsbaarheden van anderen, ze maken er juist misbruik van.

Toen een sigarenhandelaar (waar je ook geld kon wisselen) was overvallen zei de dader: "Dat is nu eenmaal een bedrijfsrisico als je voor zulk werk kiest." 

Psychopaten hebben vaak een goed vermogen om individuen uit te kiezen die kwetsbaar of gemakkelijk te domineren zijn, waardoor ze slachtoffers kunnen identificeren van wie ze kunnen profiteren. Ze hebben een extra zintuig om kwetsbare mensen te paaien door eerst lief te doen en daarna hun prooi te vangen.

Ze zijn meesters in het manipuleren en onder druk zetten van anderen, bijvoorbeeld door het steeds dreigen met rechtszaken. Een psychopaat is een spanningzoeker die daarbij pesten, agressie, diefstal en sabotage niet schuwt.

Een psychopaat heeft, in tegenstelling tot de Macchiavellist, wel behoefte aan acceptatie. Hij ziet die acceptatie echter als middel om doelen te bereiken, terwijl de narcist vooral bewondering wil. Dat lukt alleen niet zo gemakkelijk, omdat ondanks de mooie beloften de werkprestaties onder de maat blijven.

Hun minachting voor de rechten van andere mensen en een gebrek aan ijver en minachting voor deadlines en verantwoordelijkheden kan de kwaliteit van hun werk schaden, vooral in werkomgevingen waar betrouwbaarheid, vertrouwen, loyaliteit en wederzijds respect van cruciaal belang zijn. Dat schaadt ook de werkprestaties, maar de psychopaat maakt daar zelf weer weinig problemen van.

Onderzoek suggereert dat psychopaten vooral geïnteresseerd zullen zijn in praktische bedrijfstakken, waar ze zelf de dynamiek goed van kunnen overzien en vervolgens manipuleren. Ze hebben weinig geduld en willen graag snel carrière maken.

In het bedrijfsleven zijn het vaak leidinggevenden die op allerlei manieren grensoverschrijdend gedrag vertonen. Ze blijven niet zo lang aan de top, want dan wordt de grond voor henzelf alweer te heet onder de voeten. Ze gaan dan ook al snel op zoek naar – zoals dat eufemistisch wordt genoemd – een nieuwe uitdaging.

Naar aanleiding van: Dark Personality Features and Employment, Anna Z. Czarna and Aleksandra Zajas, Institute of Applied Psychology, Faculty of Management and Social Communication, Jagiellonian University, Krakow, Poland (2016)

De Donkere triade en werk (3)

Narcisme is bekender dan Macchiavellisme. Het is ook meer voorspelbaar. Maar net zoals bij narcissen: het begint mooi, maar na een tijdje gaat het stinken. 

Narcisten geloven dat ze superieur zijn en dat ze hun collega’s overtreffen, zodat regels van wederkerigheid en verplichting niet voor hen hoeven te gelden. Ze voelen zich superieur aan anderen.

Daarnaast zijn ze sterk rivaliserend. Ze kunnen er niet tegen als een ander beter presteert dan zij. Dat heeft ook een voordeel: in tegenstelling tot Macchiavellianen werken ze vaak hard om steeds beter te kunnen presteren. Ze willen namelijk graag gezien worden en indruk maken. Maar het blijkt ook dat de prestaties in de loop van de tijd afnemen. Op den duur kunnen ze de verwachtingen niet waar maken.

Een narcist aan de top van een bedrijf houdt een bedrijfsrisico in. Omdat ze graag scoren nemen ze ook risico’s. Met een paar narcistische CEO’s aan de top kunnen de aandelenkoersen sterk wisselen, want er wordt ook geïnvesteerd in wonderlijke projecten waarmee gescoord kan worden.

Neem de woningbouwcoöperatie die een passagiersschip aankoopt en de zorginstelling die een hotelketen overneemt. 

Grijalva en Schade, 2014 ontdekten een duidelijk verband tussen een hoge narcismescore en onvoorspelbare bedrijfsresultaten. Aan de andere kant zijn narcisten ook sterk wantrouwend. Die achterdocht kan tot vreemde processen binnen de organisatie leiden.

Zo had ik ooit te maken met een directeur die zeker wist dat leden van de OR hem op de weg volgden.

Impulsief reageren op vermeende bedreigingen is ook een kenmerk dat bij narcisme past. Bekend is daarnaast de narcistische krenking. Mensen met narcisme zijn buitengewoon ijdel. Als iemand die ijdelheid frustreert kunnen ze zeer heftig reageren en ook zonder goed na te denken ingrijpende beslissingen nemen (bijvoorbeeld een werknemer schorsen).

Naar aanleiding van: Dark Personality Features and Employment, Anna Z. Czarna and Aleksandra Zajas, Institute of Applied Psychology, Faculty of Management and Social Communication, Jagiellonian University, Krakow, Poland (2016)

De donkere triade en werk (2)

Eén van de 'onderdelen' van de Donkere Triade is het Machiavellisme. Daar heb ik al eerder over geschreven. Het is genoemd naar de Italiaanse politicus en filosoof Niccolò Machiavelli. Aan hem wordt (deels ten onrechte) de uitspraak 'het doel heiligt de middelen' toegeschreven. Ik volg weer verder het artikel van de Poolse onderzoekers.

Machiavellianen hebben de neiging om carrières te mijden waarin ze voor anderen moeten zorgen en voelen zich in plaats daarvan aangetrokken tot economie/bedrijfsleven, zoals de bankwereld. Ze zetten alles in om mensen te overtuigen om betere te presteren en gaan tal van allianties aan om doelen te verwezenlijken. Het zijn dus mensen die graag fusies aan gaan om er zelf beter van te worden.

Manipulatietechnieken

Boyle et al. schrijven van Machiavellianen een breed scala aan manipulatietactieken inzetten, zowel zacht (zoals charme, uiterlijk, grappen maken of grappen maken, uitwisseling van gunsten, belofte van beloning, in de gunst komen, allianties en het aanbieden van complimenten) als hard (dreiging van ontslag, korten op inkomsten, verbannen naar een andere afdeling). Wat mij het meest opvalt in de beschrijving is het wisselende gedrag: aardig doen en dan weer ondermijnen: je weet nooit wat je aan de baas hebt.

Het lijkt er op dat Machiavellianen maximaal presteren, maar ze zijn vooral bezig te overleven en er zelf beter van te worden. De potentiële inzet gaat dus in de verkeerde dingen zitten.

Weinig collegiaal

Hun cynische kijk op de menselijke natuur en sociale rechtvaardigheid, hun gebrek aan ethisch normbesef en het eigen streven om er vooral beter van te worden verzwakt hun band met collega’s. Vandaar dat er in de hoogste kringen van het bedrijfsleven ook zo vaak koppen rollen.

Omdat ze weinig gevoel van loyaliteit en toewijding hebben zijn ze niet maximaal inzetbaar voor het bedrijf. Uit tal van onderzoek komt naar voren dat ze zich niet verbonden voelen met hun bedrijf. Om met collega en vriend Chiel Egberts te spreken: ‘het zijn net meeuwen, als ze hun deel hebben weggepikt vliegen ze weer uit naar een volgend bedrijf’.

De auteurs constateren dat Machiavellisme vooral nadelige gevolgen heeft voor de werknemers in de lagen direct onder hen (het midden-management). Ze eisen maximaal presteren, maar omdat welzijn en werkplezier onder druk staan presteren de medewerkers uiteindelijk juist minder. Daar heeft de Machiavellist echter niet zoveel last van, hij is vaak alweer onderweg naar een volgende klus. 

De donkere triade en werk (1)

Ook in Polen heb je CEO's die voldoen aan de kenmerken van de Dark Triad. 
Anna Z. Czarna and Aleksandra Zajas van de Universiteit van Krakow wijdden er een heel artikel aan. 

De Dark Triad omvat de kenmerken van narcisme, psychopathie en Machiavellisme. Deze combinatie vormt een giftig mengsel aan oneerlijk ondernemerschap.

Gezonde uitwisseling

Czarna en Zajas noemen mensen met kenmerken van de Dark Triad “Vrijbuiters van een sociaal systeem”. Ze schenden schenden consequent de basisveronderstellingen van een eerlijke uitwisselingsrelatie. Bij een eerlijk proces gaat het om samenwerking, wederzijdse onbaatzuchtigheid, mededogen en de behoefte aan inclusie (we horen allemaal bij elkaar, we staan samen voor hetzelfde bedrijf).

Met die gezonde vormen van uitwisseling kom je het verste met een bedrijf, maar helaas zijn er mensen die misbruik maken van dit gezonde systeem. Er komen altijd mensen boven drijven die onder bepaalde omstandigheden meer egoïstische strategieën toepassen.

Normaal is binnen een organisatie dat werknemers – om het economisch te vertalen – in ruil voor salaris diensten verrichten. Maar dat is niet voldoende om de werkvloer gezond te houden. Er komen ook sociaal-emotionele factoren bij, zoals waardering, zingeving en status. Maar het gaat pas echt goed als (ik citeer) de relaties zijn gebaseerd op vertrouwen, wederkerigheid, eerlijkheid, betrokkenheid, affectieve gehechtheid, gevoel van loyaliteit, wederzijdse steun en authentieke zorg voor de ander.

Niet gehinderd door ethische principes

Maar machiavellisten, narcisten en psychopaten houden zich niet aan deze regels. Ze worden niet gehinderd door deze ethische principes van eerlijke uitwisseling. Daarom vinden ze verplichtingen minder belangrijk: ze staan boven de wet. Wederkerigheid past ook niet binnen dit principe. Ze nemen beslissingen zonder dat de basis (de werknemers) daar in mee wordt genomen.

Soms beginnen deze mensen ook gewoon voor zichzelf omdat ze een bestaande organisatie te lastig vinden. Dan zijn ze bezig om zichzelf waarde toe te eigenen in plaats van deze te creëren (Hmieleski en Lerner, 2016).

Je verbaast je vaak in bestaande organisaties hoe deze mensen aangenomen kunnen worden. Maar – passend bij de Dark Triad – is ook het feit dat deze mensen in een sollicitatieprocedure de wenselijke eigenschappen belichamen als charisma, dominantie, vitaliteit, energie en leiderschap.

Vooral een organisatie in zwaar weer heeft behoefte aan zo’n boegbeeld. Maar vaak haalt men daarmee een Paard van Troje binnen. Vanwege hun interpersoonlijke relaties beklimmen degenen die met succes toegang kunnen krijgen tot organisaties vaak snel de organisatieladders en raken steeds meer vervreemd van de basis.

"De komende week is er toch niemand" zei de directeur van een zorginstelling. Hij had het over de week tussen kerst en Oud-en Nieuw. Het was hem kennelijk ontgaan dat het werk in de zorg dag en nacht door gaat en dat 90% van het personeel gewoon aan het werk was. 

Verziekt leiderschap in grote organisaties

De combinatie van psychopathie, narcisme en machiavellisme lijkt vooral aanvankelijk effectief te zijn bij het besturen van grote organisaties. Maar tot welke prijs?

Als ik aan de top van grote organisaties denk, denk ik al snel aan een slangenkuil. De vele recente voorbeelden van machtsmisbruik bij de overheid, de politiek, het bedrijfsleven en zorg- en onderwijsinstellingen roepen dat beeld. Macht corrumpeert: als je eenmaal de macht geroken hebt wil je die ook behouden. Misschien is het ervaren van macht zelfs verslavend.

Daarnaast speelt er volgens mij nóg iets. De huidige complexe systemen zijn onbestuurbaar geworden. Neem een grote zorginstelling. Daar spelen zóveel factoren dat niemand er meer zicht op heeft. Alleen al de macht van zorgverzekeraars en de strakke en vaak onzinnige controlemechanismen die ze invoeren maken dat ‘het goede doen’ steeds ingewikkelder wordt. Het gevolg is dat de top steeds verder van de basis verwijderd raakt. Er treedt vervreemding op.

De bright side van de persoonlijkheid

Ik sprak een keer een leidinggevende die bekend stond om zijn betrokkenheid bij ‘de basis’. Hij liet veel kenmerken van de ‘bright side’ van persoonlijkheid zien: extraversie, stabiliteit, consciëntieusheid, openheid, altruïsme en bescheidenheid. Maar hij voelde zich ongemakkelijk in zijn positie. “Als je je werk zo wilt doen zoals ik dat wil doen word je dat steeds meer onmogelijk gemaakt.” Uiteindelijk vertrok hij als bestuurder. Hij wilde weer ‘in zijn gewone doen’ kunnen zijn, zoals hij dat verwoordde.

De Dark Triad

Zou deze ontwikkeling kunnen verklaren waarom tal van bestuurders kenmerken laten zien van de ‘Dark triad’? Kenmerkend voor veel bestuurders en ‘machthebbers’ is een combinatie van Machiavellisme, Psychopathie en Narcisme.

De kenmerken samengevat:

  1. Bij Machiavellisme gaat het om manipulatief gedrag, sluwheid en het idee dat het doel de middelen heiligt. Kenmerkend zijn een wantrouwen van anderen, de behoefte om anderen willen beheersen als ook de behoefte aan status, zowel materieel als in aanzien.
  2. Bij Psychopathie draait het om een (ernstig) gebrek aan empathie. In psychiatrische wordt het omvat als: niet in staat zijn zich te conformeren aan de sociale normen. Onbetrouwbaarheid, zoals blijkt uit herhaaldelijk liegen of het duperen van anderen voor persoonlijk profijt of plezier. Impulsiviteit, prikkelbaarheid en agressiviteit. Roekeloze onverschilligheid voor de veiligheid van zichzelf of anderen Ontbreken van berouw of het goedpraten van dit gedrag.
  3. Mensen met narcistische karaktereigenschappen kenmerken zich door een hoge mate van arrogantie, dominantie en egoïsme. Daarnaast wijst men in de psychiatrie op kenmerken als: een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid en fantasieën over grenzeloos succes, grenzeloze macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde. Daarnaast heeft de narcist een geloof dat hij ‘bijzonder’ en uniek is en alleen kan worden begrepen door andere bijzondere mensen met een hoge status. Hij heeft het gevoel bijzondere rechten te hebben en heeft een excessieve behoefte aan bewondering.

(Kenmerken ontleend aan een artikel van het NR Kenniscentrum, door Alec W. Serlie en Hanno Meyer)

Het geld gaat naar de verkeerde dingen

Terwijl de woningen in Charlois verkrotten werd het SS Rotterdam aangekocht

Ik vind een signaal van verkeerde ontwikkelingen ‘als het geld in de verkeerde dingen gaat zitten’. Zoals in de serie ‘Van krot naar Vinex’ voor de NPO. De directeur van een woningbouwvereniging investeerde schaamteloos in o.a. de aankoop van de SS Rotterdam en reed op kosten van de zaak in een Maserati. Ondertussen waren veel sociale woningen in Rotterdam aan het verkrotten. Dat was geen probleem, want er kon dan op de duur dure nieuwbouw voor in de plaats komen. Maar deze woningbouwvereniging was juist bedoeld om sociale huurwoningen te beheren. In de praktijk ging men dus iets heel anders doen… Ik denk niet dat de directeur nog vaak pooshoogte ging nemen in de verkrottende woningen. Net zoals de directeur van een grote zorginstelling die geen idee meer heeft hoe de zorg er in de praktijk uit ziet.

Serlie en Meyer: “Dit type bestuurder is vaak bijzonder charmant en weet goed te laveren in uiteenlopend gezelschap. Ze durven risico’s te nemen en kunnen daadkrachtig beslissingen nemen, juist omdat ze minder rekening houden met de gevoelens van anderen. Ze worden zelden gehinderd door tradities en laten zich niet terughouden door fouten die ze in het verleden gemaakt hebben. Ze zijn ambitieus, staan graag en veel op de voorgrond en zullen zich manifesteren als een boegbeeld voor de organisatie.”

De helft faalt als bestuurder

De auteurs benoemen dat de helft van de managers met deze kenmerken ontspoort. Een probleem is dat dit aanvankelijk niet gezien wordt. Ze komen glansrijk door de selectieprocedure, zelfs de OR stemt in met de benoeming en de eerste maanden functioneren ze prima. Pas daarna ontstaan de brokken. De Raad van Toezicht is inmiddels tevreden: deze bestuurder hadden we veel eerder moeten hebben! En pas daarna ontstaan de brokken. En als er wordt ingegrepen is het te laat. Serlie en Meyer vinden dat het toezicht vanuit de Raad van Toezicht (de commissarissen, het bestuur) veel scherper moet. Het is een zware dagtaak om eigengereide directieleden met kenmerken van de Dark Triad in het gareel te houden.

"Het meest effectief is uiteraard om dergelijke bestuurders niet aan te nemen, ware het niet dat die schaduwkant moeilijk te herkennen is en zich zelden manifesteert bij de start van een bestuurstermijn."

Twee soorten intelligentie (1)

Onze zoon A kan soms stevig uit de hoek komen. Zo zei hij ooit tegen Tineke, die bijna een halve eeuw mijn wettige huisgenote is en 40 jaar zijn moeder is: "Je bent de intelligentste hier in huis, maar je doet er zo weinig mee..."

Nu zei hij dat gekscherend, dus jullie hoeven je geen zorgen te maken. Tineke zet haar intelligentie vooral praktisch in. Ze bedenkt allerlei concrete oplossingen voor voor mij niet bestaande problemen. Dat zegt weer iets over mij. Ik denk al snel dat iets ‘gewoon zo hoort’. Een tweede groep problemen zijn de problemen die ik toch niet op kan lossen en waar ik me dus maar niet mee bemoei. Maar volgens Tineke bestaan er geen problemen die niet opgelost kunnen worden.

Ik moest aan de uitspraak van zoon A denken toen ik wat puzzelde op het thema intelligentie. Intelligentie is deels aangeboren, maar je moet er ook iets mee kunnen doen. Rembrandt van Rijn is een beroemde schilder geworden, maar als hij geen verf had gehad was hij niet zo beroemd geworden.

Je kunt in een stimulerende omgeving opgroeien, maar ook in een beperkende omgeving. Als je in een beperkende omgeving opgroeit ‘haal je er niet uit wat er in zit’. Wie in een stimulerende omgeving leeft krijgt veel meer kansen. Die persoon kan zijn talenten dus veel meer inzetten. Maar uiteindelijk zit er toch een plafond in de mogelijkheden.

Johan en Gerard hebben beiden downsyndroom. De ouders van Johan zijn hoog opgeleid. Ze hebben hun zoon enorm gestimuleerd. Op de basisschool werd zijn rugzakje volop benut. Johan functioneert tegenwoordig op het niveau van een matige verstandelijke beperking. Opvallend is zijn goede taalgebruik. Maar het is de vraag of hij de betekenis van de woorden die hij gebruikt ook zelf werkelijk snapt.

Gerard groeide op in een achterstandswijk. Hij werd door zijn ouders nauwelijks gestimuleerd. Hij kreeg wel aandacht en werd veel verwend. Zijn grote hobby was het eindeloos kijken naar TV-programma’s. Maar de ouders vonden het zielig als hij iets moest. En Gerard leek het zo allemaal prima te vinden. Gerard spreekt weinig en is nauwelijks actief. Hij functioneert op het niveau van een ernstige verstandelijke beperking.

Vanaf de geboorte of door de omgeving gestimuleerd?

Bij de “Fluid” intelligentie gaat het om de algemene intelligentie die vanaf de geboorte aanwezig is (de aanleg dus). De “Crystallized” intelligentie omvat dat deel van de intelligentie dat sterk wordt beïnvloed door cultuur en omgeving. Dit deel van de intelligentie is dus veel meer variabel. Door veel te leren en door training kunnen mensen groei in dit deel van de intelligentie meemaken.

In het verhaal van Johan en van Gerard is het antwoord op de vraag interessant of Gerard achteraf, met de juiste stimulering, nog vaardigheden bij kan leren. Zou hij – om het plat te zeggen – net zo hoog kunnen scoren op een test als Johan?

Testen is niet 'mijn ding'. Ik ben wel bevoegd, maar niet bekwaam. Maar soms doe je wel eens iets omdat er een bepaalde urgentie is. Daarom testte ik Mia met een test die deze twee onderdelen van intelligentie meet.

Vanessa kwam uit een zwaar verwaarlozend milieu in een ‘volksbuurt’ in Amsterdam. Door haar ouders werd ze vaak van school weg gehouden. Mijn indruk is dat ze het allemaal wel gemakkelijk vindt. Ze is niet op zoek naar nieuwe uitdagingen.

Caspar is de zoon van twee juristen. Hij groeide op in het toen nog chique Buitenveldert. Als hij spreekt valt het hert formalistische taalgebruik op. In de omgeving vermoedt men dat Caspar ‘meer in zijn mars heeft. Maar is dat wel zo?

Nu volgen twee voorbeelden van kennis die je vooral aanleert in een stimulerende omgeving en twee voorbeelden die te maken hebben met de intelligentie ‘die je in je hebt’. Uiteraard staat dat tweede deel onder druk als je niet oefent: het leren denken moet je bijhouden.

  1. Wat betekent een bepaald begrip? (“Crystallized” intelligentie, het ‘leerbare deel’) : vertellen wat een bepaald begrip betekent. Bijvoorbeeld: “wat is vermageren?” Toen Vanessa een antwoord op die vraag moest geven antwoordde ze associatief. Ze gaf geen definitie, maar ze paste de eerste gevoelswaarde toe. Ze is actief als vragen passen binnen haar eigen denkkader. Wat daar buiten ligt lijkt haar weinig te interesseren. Een vraag over alcohol wordt niet beantwoord, want ze drinkt niet.

2. Het leren toepassen van symbolen (“Fluid” intelligentie, heeft vooral te maken met de aangeboren intelligentie). Bijvoorbeeld: de persoon krijgt vier symbolen te zien, die moeten in een goede volgorde worden gelegd om een logisch verhaal te krijgen (bijv. een symbool met een klok op 10 uur en donker buiten, een plaatje van lichten in de kamer uit, een plaatje van uitkleden en een plaatje dat de persoon in bed ligt).

Vanessa blijkt een deel van deze test aardig te doen, maar naarmate de voorbeelden verder van haar belevingswereld af staan wordt het lastiger om door te gaan. De motivatie lijkt dat te verminderen.

Worden de opdrachten abstract (bijvoorbeeld tekens die gekoppeld moeten worden aan bepaalde situaties), dan kost het haar veel moeite. De stap naar meer abstract denken (die ergens tussen de 7 en 11 jaar wordt ontwikkeld) is voor haar te ingewikkeld. Dat is kenmerkend voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. 

Uitstelgedrag

De organisatie Studiemeesters helpt studenten om grip te krijgen op hun dagelijkse leven. Je zou kunnen zeggen: studenten zijn toch slim genoeg om dat zelf te kunnen? Neen, het, veel studenten kunnen dat niet. Ze hebben nog een puberbrein of een structuur in de bovenkamer die daar op lijkt.

Wat zijn de oplossingen die ‘Studiemeesters’ aanreikt aan studenten? Een paar aspecten uitgelicht:

1. De behandeling van uitstelgedrag is eigenlijk Cold Turkey. De prikkels uit je omgeving die afleiden moeten weggefilterd worden. Dat is in deze tijd vooral: social media. Er is zelfs een programma dat Cold Turkey heet. Als je dat op je laptop hebt geïnstalleerd blokkeert het alle websites die je voor je studie niet nodig hebt.

2. Het tweede is dat je de telefoon of andere devices niet meer op je bureau hebt liggen. Dat ding moet een paar uur onbereikbaar zijn, zodat je lekker door kunt studeren.

Nu studeerde ik in een tijd dat er helemaal geen laptop en telefoon waren. Toch vertoonde ik uitstelgedrag. Dat zat bijvoorbeeld zo: ik had een kamer zonder verwarming. Dat was goedkoper. Dus stapte ik iedere morgen op mijn Benzo (terug) fiets naar de universiteit. Daar beklom ik de lift naar de zevende verdieping. Dat was de studiezaal en de bibliotheek van de faculteit geografie. Ik leek aan de studie, maar was voornamelijk geïnteresseerd in atlassen... Na anderhalf jaar op deze manier studeren was ik mijn studiebeurs kwijt...

3. Het derde punt dat de Studiemeesters noemen is dat je privé en studie uit elkaar moet houden. De plek waar je je ontspant moet niet dezelfde plek zijn als waar je studeert. Dat lijkt me voor studenten wat ingewikkeld. De studentenkamers die ik ken zijn zowel werkplek als ruimte om te ontspannen en ook de plek waar je gaat slapen. Maar het scheelt mogelijk toch al wel als je die plekken een beetje afbakent: niet slapen achter je bureau en niet studeren in bed. Moet mogelijk zijn.

Nog een verhaal uit mijn studietijd. De tentamens waren meestal mondeling. Je belde de secretaresse van de professor op dat je weer een tentamen wilde afleggen. Voor mij was dat desastreus. Ik vond namelijk dat ik eigenlijk nooit klaar was voor een tentamen, steeds weer ontdekte ik dingen die ik nog niet wist en wél had behoren te weten. Een kwestie van faalangst dus... Ook dát nog!

4. Het vierde punt is het inbouwen van routines. Hoe meer vaste patronen, des te minder moeite om discipline op te brengen. Bijvoorbeeld door af te spreken dat je om half negen zit te studeren, om tien uur koffie met krant, van half elf tot twaalf uur weer studeren, dan broodje mee en even naar buiten (weer of geen weer). Die discipline kan aanzienlijk helpen bij het verhogen van de studieresultaten.

Een vaste baan is een hulpmiddel om structuur in je leven te houden. Nu ik veel minder vaste afspraken heb is het ook weer lastiger om een vaste structuur aan te houden. Of ligt dat aan mijn leeftijd?

Ouder worden met autisme (2)

“Mijn vrouw en ik dachten dat ik dement werd. Bij veranderingen, zoals het op bezoek zijn bij mijn dochter, of naar een vakantiehuisje gaan, wat eerder geen probleem was, ervaarde ik nu wel problemen. Mijn oriëntatie was niet goed, ik was mijn routine kwijt van eerst uitpakken, et cetera. Vroeger kon ik moeiteloos zulke overgangen hanteren, ik had restcapaciteit op basis van intellect en snelheid van denken. Nu ik 75 jaar ben, is alles trager geworden; ik kan niet meer compenseren en ik schiet in de stress. Dan bevries ik, moet ik eerst een uur op bed liggen en kan dan pas de verandering/overgang hanteren en mijn gewone ding doen.” Bron: Trimbos Instituut.

Zintuigen   

Mensen met autisme hebben eigenlijk altijd bijkomende problemen met de zintuigen: ze staan te sterk of te zwak afgesteld. Bij mensen die weinig ‘voelen’ (hyposensitiviteit) of te weinig lichaamsbesef hebben leidt dat tot medische klachten die niet gesignaleerd of niet herkend worden. Deze patiënten gaan bijvoorbeeld te laat naar de tandarts of naar de huisarts. Daarnaast vraagt het consult van mensen met autisme soms ook om speciale gespreksvaardigheden van de kant van de behandelaar. Let op: dat geldt uiteraard niet voor iedereen, maar het is wel een aandachtspunt.

Bij mensen die te scherp afgestelde zintuigen hebben (overgevoelig, ‘hypersensitief’) kan de overprikkeling op den duur scherper worden, omdat het tempo bij het ouder worden vertraagt en je minder tegelijk kunt doen. Zie het voorbeeld van het Trimbos Instituut. De stress leidt dan tot meer zintuiglijke gevoeligheid, net zoals bijna elk mens meer last heeft van bijvoorbeeld geluid naarmate je meer gestresst bent. In dat verband is een flexibel beleid gewenst: hoe kunnen de eisen zó worden aangepast dat er alsnog een goede pasvorm ontstaat?

Aan de andere kant kan, met een aangepaste omgeving, het autisme ook milder worden, alsof de scherpe kantjes er wat van af gaan.

Lichamelijke klachten niet opmerken   

In het voorgaande schreef ik al dat fysieke klachten soms niet worden gesignaleerd of aangegeven. Dat geldt ook bij het ouder worden. De ouderdom komt met gebreken, maar mensen met autisme zijn zich dat niet altijd bewust.

De huisarts constateerde dat meneer Jongsma een sterk verlaagde longcapaciteit had. Meneer Jongsma begreep er niets van. Elk weekend fietste hij nog steeds zo'n 100 kilometer. Met zijn conditie was volgens hem dus niets mis. 

Tempo van achteruitgang    

Er zijn geen aanwijzingen dat mensen met autisme cognitief of fysiek sneller achteruit gaan dan anderen. Het is wel zo dat ze meer last krijgen van een omgeving die snel verandert en die niet autismevriendelijk is ingericht.

De heer Jongerius woont sinds zijn 20e in een psychiatrische instelling. Hij schildert een groot deel van zijn leven al abstracte schilderijen in de kleuren rood en zwart. Eén schilderij per week. Inmiddels is hij 85 jaar oud. de productie ligt op hetzelfde niveau. Hij is nog steeds goed gezond en maakt dagelijks een ommetje in bijna hetzelfde tempo als voorheen. Voor eten en drinken wordt gezorgd. Aan niets valt te merken dat er sprake zou zijn van cognitieve achteruitgang.

Noten

  1. Als mensen met autisme geen vaste contacten hebben met wie ze kunnen delen/ die hen begrijpen lopen ze sneller vast doordat ze gaan piekeren en geen oplossing meer kunnen bedenken. Ze gaan andere mensen mijden en krijgen bij lichamelijke klachten onvoldoende medische zorg. Of ze zoeken eindeloos internet af om een eigen diagnose te stellen. De kans op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie wordt groter. Naarmate de leeftijd toeneemt wordt bij deze groep de noodzaak van vertrouwde contacten in de nabijheid dus groter, terwijl de kring van de familie vaak kleiner wordt.

2. Een deel van de mensen met autisme heeft moeite om de dagstructuur vast te houden. Ze kunnen terugvallen in de fase van de ‘structuurloosheid’ (aldus het Ontwikkelingsprofiel van R.E. Abraham). Invulling van de lege tijd is vaak nodig omdat de tijd anders gaat zitten in bijvoorbeeld gedrag dat verslavende kanten heeft.

3. Wat het werk betreft is flexibel werkgeverschap noodzakelijk, ook voor mensen met autisme en een wetenschappelijke opleiding. Niet steeds hogere eisen en het stimuleren van carrière. Bij sommigen lijkt het er op dat al rond de veertig jaar de capaciteiten en de flexibiliteit afnemen. Zo mogelijk ‘langzamer’ werk met meer pauze of verkorting van de werktijd met behoud van de structuur. Bij het stoppen van werk is een andere daginvulling vaak gewenst op de structuur te kunnen behouden.

Aan de Universiteit van Amsterdam doet hoogleraar neuropsychologie Hilde Geurts onderzoek naar de gevolgen van het ouder worden bij mensen met autisme. Ze stelt dat er geen algemene voorspelling gedaan kan worden over de gevolgen van het ouder worden voor mensen met autisme, omdat het een breed containerbegrip is geworden. Daarom is het belangrijk om specifieker onderzoek te doen naar kwetsbaarheden en beschermende factoren binnen het spectrum van de autistische stoornissen.