In de wachtkamer bij de dokter en in het OV kun je voorspelbare conversaties opvangen. Zoals gesprekken over de gezondheid.
“Het gaat zo zijn gangetje. De ene keer wat beter, de andere keer wat minder. Maar mag niet klagen. Dat doe ik dan ook niet. Je moet maar zo denken: de ouderdom komt met gebreken. Pijntje hier, pijntje daar. Och ja, elk mens mankeert wel eens wat. Zo is het leven nu eenmaal.”
Het weer is vaak favoriet. “Wat een weertje, vandaag! Zo schijnt de zon, zo komt het weer met bakken naar beneden. Je weet nooit waar je aan toe bent. Neem je je paraplu mee, blijft het droog. Denk je, nou kan het wel even, regen je kletsnat. Dat hadden we vroeger niet. Tegenwoordig doen ze maar wat. En die Buienradar, daar klopt ook helemaal niks van. Mijn dochter had hem op mijn telefoon gezet. Ik denk dat ik hem er maar weer af laat halen. Vanmorgen heb ik er nog op gekeken. Ik denk, ik kan nu mooi droog naar de halte. Ik was halverwege, en wat denk je? Een hele lading zure appels. Ik ben maar gauw onder een afdakje gaan staan. Tram gemist. Maar ik heb de tijd. Ach ja, met dat weer moeten we leren leven. Iets met de opwarming van de aarde, zeggen ze. Nou, ik moet het nog zien. Bar koud vandaag.”

Dan nog de conversatie tussen een ouder echtpaar. (a) We staan stil. (b) Ja, we staan stil. (a) Misschien moeten we op een andere trein wachten. (b) Ja, misschien staan we daarom wel stil. (a) Kijk, daar komt een trein voorbij. (b) Volgens mij was het een sneltrein. (a) Ja, dat was een sneltrein, daarom moesten we hier wachten. (b) Nou, dan zullen ze ons zo wel weer verder laten gaan. (a) Ja, als-t-ie voorbij is kunnen we weer verder. (b) Kijk, daar gaan we alweer. (a) Ja, we gaan we alweer.”
Die laatste vorm wordt door acteur en columnist Justus van Oel het Erps-Kwerps gesprek genoemd. Erps-Kwerps is een dorp bij Brussel. De naam riep deze associatie bij Van Oel op. Sinds ik die omschrijving heb gelezen valt dat type gesprekken me vaker op. Soms doe ik er zelf aan mee. Ik ben dan ook de helft van een ouder echtpaar.