Preppers (1)

Gisteren schreef ik over dr William Makis die dankbaar gebruik maakt van de angst van mensen voor een komende pandemie. Hij schrijft dure medicijnen voor waarmee je je eigen leven kunt redden. Dat kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Onder die medicijnen Ivermectine, waarvan de werking nauwelijks bewezen is, behalve bij jeuk. 

In het programma God, Jesus, Trump (EO, met Tijs van den Brink) werden verschillende Mormonen geïnterviewd in hun thuisland Utah.

Mormonen zijn vaak rijk, hebben grote gezinnen en grote huizen. Meestal zijn die huizen helemaal onderkelderd (het basement is de schuilplaats in geval van tornado’s).

Eén van de Mormonen liet vol trots zijn volle kelders zien, systematisch volgestouwd met 30 jaar houdbaar voedsel (gevriesdroogd of in blik) en daarnaast zeker 30 wapens en voldoende munitie om een langdurig beleg te kunnen weerstaan. Voor het eerste kan ik nog een beetje begrip tonen, voor die wapens beslist niet. Maar ja, als je zo’n grote voorraad voedsel hebt verzameld willen anderen die – in tijden van schaarste – natuurlijk confisqueren.

In de USA zijn talloze vloggers actief met een enorm aantal ‘volgers’: denk aan een half miljoen. Ze bereiden zich voor op het instorten van de wereld. Ze worden wel ‘Doomsday Preppers’ genoemd.

Preppers
Het woord ‘prepper’ komt van het Engelse to prepare oftewel ‘je voorbereiden’. Preppers bereiden zich voor op een noodtoestand. Daarbij hebben ze allerlei noodscenario’s in hun hoofd, waarbij de meest genoemde zijn: geen water of geen elektriciteit en geen internet, waardoor de hele samenleving tot stilstand komt. Denk aan een allerminst denkbeeldige cyberaanval of het opblazen van leidingen. Wat je minimaal nodig hebt is een radio op batterijen, een waterfilter om water te zuiveren, een zaklantaarn, een gasmasker, een uitgebreide EHBO-kit en een voorraad aan eten en drinken.

Op zichzelf is dat preppen natuurlijk helemaal niet zo vreemd. Misschien zijn veel mensen wel veel te onbezorgd. Tijdens de Koude Oorlog hadden veel mensen een paar blikken noodbiscuit in huis en een plek om te schuilen ‘als de bom viel’. Dat was bijvoorbeeld onder het bureau. Wij pasten met zes kinderen en twee volwassenen helemaal niet onder dat bureau, bedacht ik als kind, dus had ik voor mezelf een inbouwkast onder de trap in gedachten. Na de bom kon ik dus uit de kast komen.

Achteraf klinkt het allemaal lachwekkend en dat was het ook. Maar het idee was niet verkeerd.

We zijn allemaal preppers

Preppen doen we bijna allemaal. Denk aan het afsluiten van verzekeringen, ‘voor het geval dat’. Je wilt niet opeens naast de ellende die je overkomt ook nog eens financieel in de problemen komen. En bijna alle mensen hebben een medicijnkastje in huis met voor de helft verlopen medicijnen.

En wat ons land betreft: dijken zijn een voorbeeld van landelijk preppen. Ze worden ontworpen voor het geval we ooit een heel zware stormvloed krijgen, die in theorie bijvoorbeeld één keer in de 300 jaar voor zou kunnen komen. De schade van één stormvloed is zó groot dat je zelfs dát risico niet wilt lopen.

Medicijnen

De medicijnen vind ik nog een apart verhaal. Tineke heeft medicijnen nodig. Als ze ze niet inneemt overlijdt ze binnen korte tijd. Ik vind dat die medicijnen in Europa gemaakt moeten worden, maar bijna alles komt uit China of India. Alleen al als de aanvoerlijnen geblokkeerd worden raakt ze in korte tijd in de problemen en ik sta er bij en ik kijk er naar.

Het liefst zou ik die medicijnen gaan preppen, maar hoe kom je daaraan als ze alleen op recept verkrijgbaar zijn? Ik ben dus ook een beetje een prepper. 

Auteur: henk50

Ik ben orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heb ik gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Omdat ik zo lang in 'de zorg' heb gewerkt heb ik veel zogenaamde casuïstiek ter beschikking. Soms gebruik ik voorbeelden uit de dagelijkse praktijk op mijn weblog, maar de beschrijvingen zijn altijd vermengd met andere -vaak gedateerde - verhalen. Er komen dus geen één-op-één verhalen voor. Dat zou ook niet mogen vanwege het beroepsgeheim. De namen die ik gebruik zijn altijd gefingeerd. De pedagogische en psychologische voorbeelden hebben dus wel enig waarheidsgehalte, maar ze hebben de pretentie om toch onherkenbaar te zijn. Mocht de lezer toch iemand herkennen, dan is dat waarschijnlijk toeval. Een enkele keer zijn voorbeelden van dialogen geheel gefingeerd. Uit de privésituatie wordt slechts zeer beperkt iets vermeld, waarbij ik met name zorgvuldig om ga met fotomateriaal. De namen van mensen die reageren worden nooit door mij doorgegeven aan derden, ze blijven in mijn afgesloten Wordpress-domein.

Eén gedachte over “Preppers (1)”

  1. In Nederland zijn we collectief preppers. We betalen belastingen waarvoor we voorzieningen terugkrijgen, waar we misschien nooit gebruik van hoeven maken.
    Als er minder collectieve voorzorgen zijn, zullen mensen zelf voorzorgsmaatregelen treffen.Voor zover mogelijk.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.