Ik kreeg een wandkaart van Noord-Holland uit 1965 cadeau. Op die kaart staan geen Broek op Langedijk en Heerhugowaard. Ook geen Lelystad trouwens.
Dat Lelystad er niet op staat kan ik begrijpen. In 1971 namen we daar onze intrek in de jeugdherberg. Echter: de wereld rond Lelystad was voornamelijk woest en ledig.
Maar waar waren Heerhugowaard en Broek op Langedijk? Waarom staan Middenmeer, Muiden en Medemblik wel op de kaart en Heerhugowaard niet? Was er sprake van een militair geheim? De marinebasis van den Helder stond ook niet op de kaart, dus de Russen wisten van niets.
Misschien was de vorige eigenaar van de kaart het er niet mee eens dat Broek op Langedijk niet op de kaart stond. Hij heeft er met kleurpotlood iets roods ingekleurd.
Er was wel een station. Dat heette Heerhugowaard/ Broek op Langedijk. Er moet dus een plaats zijn geweest. Toen ik er een keer uitstapte groeiden er naast het perron rode kolen. Je kon er zo eentje mee naar huis nemen. En verderop stond ook een kluitje huizen en er was een zekere Bakker van Atten gevestigd. Die was Gereformeerd.
Broek op Langedijk was in die tijd bekend door het Rijk der Duizend Eilanden waar voornamelijk kool werd verbouwd. Daarna werden er op de eilanden dure huizen gebouwd. Iedereen op zijn eigen wooneiland. Tegenwoordig is de plaats vooral bekend door de chips. Een soort Noordhollands Veldhoven (ASML). Waarschijnlijk zetelt het hoofdkantoor van Bol.com hier ook. Die afkorting is er niet voor niets.
Heerhugowaard ligt aan de andere kant van het spoor. De plaats was enige tijd de snelstgroeiende plaats van Nederland. Het station ligt voor de nieuwbouw erg excentrisch.
Maar ik heb wel geconstateerd dat Heerhugowaard bestaat. Ik was er een paar weken geleden nog op bezoek en ben er zelfs de weg kwijt geraakt. Misschien staat de plaats inmiddels wel op de kaart.
De ware puberteit duurt, volgens Loesje, je leven lang. Maar toen ik qua levensjaren nog een puber was fietste ik regelmatig langs Oosthuizen, maar niet er door. Het dorp lag aan de overkant van het water.
De bedoeling was op die dagen om de boot vanuit Enkhuizen naar Urk te halen. Ik moest dus wel een beetje doortrappen, er zat een deadline qua tijd aan mijn route vast. Vanuit Urk fietste ik dan weer verder naar Drenthe waar ik bomen ging zagen. Vandaar dat er in Drenthe zo weinig bomen staan.
Maar ik zou het over Oosthuizen hebben. Dat ik Oosthuizen niet binnen ben gefietst mag een wonder heten. De plaats had namelijk voor mij een magische klank. Dat was te wijten of te danken aan mijn vader, die een groot liefhebber van orgels was. En in Oosthuizen stond volgens hem het oudste orgel van Nederland. Dat orgel staat in de Grote of Sint-Nicolaaskerk. De kerk werd gebouwd tussen 1511 en 1518. Men vermoedt echter dat het orgel nog ouder is. Als dat waar is, is het dan ook mogelijk het oudste bespeelbare orgel in Nederland.
De Ringvaart langs de Beemster in Oosthuizen
Echter: óf het waar is, is in nevelen gehuld. Er bestaan geen stukken die aangeven wanneer het orgel daadwerkelijk gebouwd is. Wel staat vast dat tijdens de Beeldenstorm (1566) het orgel buiten gebruik is gesteld en het altaar uit de kerk verwijderd is. Aanvankelijk waren de calvinisten tegen het orgel, nu zijn de meesten de grote orgelfans, maar niet alzo in Schotland waar het orgel in veel kerken nog steeds taboe is. “We don’n believe in organs.”
Avondlicht langs de Ringvaart
Omdat de gemeentezang zonder orgel steeds moeizamer verliep heeft men na enkele tientallen jaren het orgel toch weer in gebruik genomen. Daarna volgden nog diverse restauraties. Tijdens de laatste restauratie (rond 2003) werd geprobeerd om het orgel zoveel mogelijk zijn authentieke klank te laten behouden, dan wel terug te laten krijgen. Oud of iets minder oud, “met de middentoonstemming en de weerbarstige klank behoort dit orgel tot één van de meest bijzondere orgels van Nederland.” Organisten moeten goed hun muziek uitkiezen, want het orgel is nog op klassieke wijze gestemd. Een muziekstuk uit de 19e eeuw op je programma zetten schijnt op dit orgel geen succes te zijn.
Panoramafoto van Oosthuizen
Oosthuizen is een zeer oude plaats, die vermoedelijk al in 922 in de boeken vermeld staat. Het dorp lag in feite op een smalle landengte tussen de Zuiderzee en de woelige Beemster. Het was altijd paniek op de zolders bij storm, totdat de plannen van Leeghwater uitgevoerd werden en de gevaarlijke Beemster zijn waterkracht verloor.
De Grote Kerk van Oosthuizen bij avond
De oude delen van het dorp liggen dan ook op een dijk: daar had je grotere kansen om droge voeten te houden. Daar vind je nog steeds de meest historische bebouwing. Voor de rest is Oosthuizen vooral een forensendorp, met woonwijken die je overal in Nederland aantreft. Vroeger had Oosthuizen een station, maar de treinen uit Hoorn zoeven nu op bijna volle vaart het dorp voorbij. Eergisteren raakte de trein een auto op de plaatselijke overweg, de trein kwam tot stilstand, maar de auto bleek onvindbaar. Achteraf bleek dat de bestuurder gewoon met beschadigde auto door was gereden, zijn naam was Haas(t).
Avondlucht langs de Ringvaart
Oosthuizen telt zo’n 3300 inwoners. Sinds kort maakt de plaats onderdeel uit van de gemeente Edam/Volendam. Binnen die gemeente kreeg de PVV bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen. Anders ligt het bij de verkiezingen voor de gemeenteraad. Daarbij wordt vooral op Lokalo’s gestemd. De partij Zeevangs Belang kreeg toen bijna 500 stemmen, en de VVD als tweede partij 110 stemmen.
Oosthuizen was berucht vanwege het grote aantal verkeersongevallen, maar dat aantal is na het jaar 2000 sterk gedaald. In 2022 werden 17 ongelukken gemeld. Ik was het niet, want ik fietste in 2022 niet door Oosthuizen.
Even weer terug naar de provincie waar we een halve eeuw gewoond hebben: Noord-Holland. Midden in die provincie ligt de Beemster. En midden in de Beemster ligt het dorp Middenbeemster.
Het centrum van Middenbeemster oogt rustiek
De Beemster valt onder het Unesco Werelderfgoed. De polder met zijn rechte wegen die parallel op gelijke afstand van elkaar lopen stond model voor de wijze waarop de wegen op de prairie van Iowa zijn aangelegd.
Nog een foto van het centrum met links het dorpscafé
Kijk eens wat een plaatje, dit dorp!
Middenbeemster is het oudste dorp van de Beemster. Na de drooglegging werd hier een rechthoekig plein aangelegd, waar later de veemarkt werd gehouden. Het dorp werd al sne;l de hoofdplaats van de polder.
Aan het plein staat ook de dorpskerk, die werd ontworpen door Hendrick de Keyser (tevens de ontwerper van de Westerkerk in Amsterdam).
De dorpskerk van Middenbeemster
Toen ik hier voor het eerst mijn fiets parkeerde was ik best verbaasd vanwege de historische bebouwing en het goed bewaarde karakter van het dorp. Het is dan ook deels beschermd dorpsgezicht, met enkele tientallen monumenten.
De Beemster is o.a. bekend van het lied cq dijenkletser:
Bij ons in de Beemster daar is het zo goed/ daar geven de koeien tien liter als ’t moet, en geven ze niet, ja dat hindert geen zier/ dan is het geen koe maar dan is het een stier.
De drukke kruising in het centrum van het dorp
De schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken woonden in Middenbeemster. Er staat een museum dat aan de beide dames is gewijd en dat voornamelijk wordt bezocht door docenten Nederlands en hun weerbarstige leerlingen. Verder bevindt zich in Middenbeemster een urinoir. Dat is handig als je niet wilt wildplassen: dag en nacht geopend.
De huizenprijs in Midden-Beemster is niet voor de poes: gemiddeld rond een half miljoen euro. De VVD en D’66 kregen er veruit de meeste stemmen bij de vorige verkiezingen. Er werd in 2021 geen fiets als gestolen opgegeven.
Volgens mijn zwager komt de beste kaas van Nederland uit de Beemster. Hij kan het weten, want hij is kaashandelaar.
Vroeger kwam ik elk jaar wel een paar keer in Ilpendam. En toen ik in Amsterdam werkte zelfs bijna wekelijks. Want ik werkte toen ook in Landsmeer, Monnickendam en Purmerend. Die plaatsen liggen rond Ilpendam gedrapeerd.
Het pontje van Ilpendam over het Noordhollands Kanaal
Mensen die met de bus reizen kennen Ilpendam van de bushalte waar elke paar minuten een bus stopt. Het schijnt de drukte buslijn van Nederland te zijn. In de spitsrichting (naar of van Amsterdam) kun je per uur twaalf keer de bus nemen. Je kunt vanaf de bushalte ook het pontje nemen naar de overkant van het Noordhollands Kanaal. Maar dan ben je nog niet jarig, want aan de overkant is het voornamelijk lucht en ledigheid en moet je een paar kilometer lopen voor de volgende bushalte.
Landschap bij Ilpendam
De plaats Ilpendam telt ruim 1800 inwoners die gemiddeld per hoofd van de bevolking 31.000 euro per jaar verdienen, waarbij de gemiddelde prijs van een woning 375.000 euro is. Er zijn in Ilpendam meer mensen ongehuwd dan gehuwd en de meeste mensen in het dorp stemmen Groen Links. Er werden in 2021 geen gestolen fietsen aangegeven.
De inwoners van het dorp houden van voetbal: de plaatselijke voetbalclub telt 300 leden. En dat op 1700 inwoners…
Mevrouw Onkruid, alias Maaike Pfann, verzorgt opleidingen in Ilpendam. “Ik zaai mijn kennis en ervaring en begeleid jouw persoonlijke groei met liefde en aandacht. Ook jij bent natuur. We beleven de seizoenen bewust en staan stil bij jaarfeesten en rituelen. Ontwikkel je gevoel en intuïtie. Leer vertrouwen op de oneindige wijsheid van de natuur.”
De Dorpsstraat in Ilpendam
De plaatselijke dokter houdt praktijk en huis op het adres Dokterspad 1. Aan de overkant van de dokter bevindt zich het Fitplein. Even verderop is de Insectentuin. Daar kun je geprikt worden. Het Hervormde kerkgebouw staat aan de Kerkstraat. Het gebouw dateert deels uit de late 17e eeuw. In het gebouw bevindt zich een aantal wereldse beelden waarvan de handen ontbreken. Ik heb geen idee waarom dat zo is. In elk geval kunnen deze beelden ’s nachts niet stiekem op het mooie orgel gaan spelen.
Ooit was Ds. H.J. Heijnes predikant in deze regio. Hij schreef een humoristisch boekje over de inwoners van Noord-Holland. Daarin vermeldde hij “dat de godsdienst van de Noordhollanders verwant is met het christendom. Want in hun kerken ligt een Bijbel op de kansel en zij letten goed op.”
In veel plaatsen in Noord-Holland staan anno 2022 monumentale kerken leeg. In deze dorpen worden geen kerkdiensten meer gehouden. In Ilpendam kun je nog altijd elke zondag in twee kerkgebouwen een kerkdienst bijwonen.
Jullie zullen het misschien niet hebben gedacht, maar vorige week was ik vanwege werkzaamheden plotseling even in IJmuiden.
Hoogovens en zeeschip bij de zeesluis van IJmuiden
IJmuiden is een soort van Den Helder, louter ontstaan door de aanleg van een kanaal.
IJmuiden is later gebouwd en is kleiner (30.000 inwoners) dan Den Helder (exclusief Julianadorp 50.000 inwoners).
Wijk van rond 1910 in IJmuiden
Maar omdat ik Den Helder leuk vind, vind ik IJmuiden ook leuk. Die geur van de zee, de verrommelde wijken van rond 1900, nieuwbouw in de duinen rond 1960, een HEMA die maar net het hoofd boven water kan houden, een vissershaven, de zeemeeuwen en de tanende middenstand. Hoe triest ook: het heeft ook wel wat.
Wat Den Helder niet heeft is de geur van cokes. Er stond een noordenwind en de Hoogovens deden hun best om het vuil deze keer de andere kant op te blazen.
En wat IJmuiden niet heeft is een station. Dat heeft Den Helder dan weer wel. Voor mij slaat de voorkeur dus om in het voordeel van Den Helder.
Deze boerderij ligt maar één kilometer van zee. Maar het is niet de stijging van de zeespiegel die deze nattigheid veroorzaakt.
Elk jaar zetten ‘bollenboeren’ delen van hun land onder water. Dit is een milieuvriendelijke manier om de bodem vrij te maken van aaltjes, onkruid en bollenresten.
Koegraspolder bij Julianadorp
Het land wordt doorgaans drie maanden onder water gezet. Daarna gaan de nieuwe bollen het land in.
Het water trekt veel vliegen en muggen aan en die vormen weer een voedselbron voor vogels. Het lijkt hier daardoor af en toe wel vogel-spitsuur.
De foto maakte ik vanaf de Langevliet ten noorden van Julianadorp.
Jisp ligt in de provincie waar ik een halve eeuw heb gewoond: Noord-Holland. Er is nog steeds maar één weg die naar Jisp leidt. Het dorp ligt ingeklemd tussen water en weilanden met veel water.
Ik leerde Jisp kennen toen we in 1964 naar Wormer verhuisden. Wormer ligt aan dezelfde weg als Jisp: een beklinkerde straat die in de winter gevaarlijk glad kon worden. Eens in de twee uur reed er een bus hobbelend en rammelend tussen Wormerveer en Purmerend.
Voormalig gemeentehuis en kerk van Jisp
Jisp is lang een zelfstandig dorp gebleven. Pas in 1991 ging de plaats op in de gemeente Wijdewormer. Deze gemeente vormt een groene buffer tussen de Zaanstreek en Purmerend.
In Jisp heb ik af en toe kranten bezorgd. Het was een lastige wijk. Er waren nog geen groene brievenbussen aan de straat, ik moest steeds bruggetjes over. En als ik een erf op liep werd ik soms onheus bejegend door een plaatselijke hond die het op mijn puberale kuiten voorzien had. Op één adres gooide ik uiteindelijk de krant maar over de sloot. Moest de eigenaar zijn hond maar in bedwang houden.
Het Zweth op nevelige winterdag
Jisp is een vriendelijk dorp onder de rook van de Zaanstreek. De huizen zijn er peperduur, want iedereen wil in de Randstad in de ruimte wonen. De gemiddelde huizenprijs bedraagt zo’n 450.000 euro. Het dorp bestaat uit de eerder genoemde beklinkerde hoofdstraat die halverwege het dorp een haakse bocht maakt en een paar zijstraten met wat nieuwbouw. Doordat er vrijwel niet wordt gebouwd is het aantal inwoners al jarenlang aan het dalen. Er wonen zo’n 750 mensen.
Water en polder op de grens van Wormer en Jisp
Rond Jisp liggen prachtige waterrijke gebieden. Ik heb hier als puber veel gezwommen en geroeid. Eén keer bleek ik een zonnesteek te hebben opgelopen. Een andere keer werden we midden op het water getroffen door onweer. Maar ik leef nog.
De grond van de vele eilanden temidden van het water was zo drassig dat ik zelfs wel eens tot aan mijn middel door de zompige veengrond ben gezakt.
In Jisp woonden vroeger walvisvaarders. Dat verklaart de rijkdom van het dorp, met een parmantig (voormalig) gemeentehuis, dat bijna identiek is aan het gemeentehuis van Graft en ook veel lijkt op het gemeentehuis van De Rijp.
In Jisp werd in 2020 geen enkele fiets gestolen. Voor de dokter, de supermarkt en de kerk moet je naar Wormer. Er is één brievenbus in het dorp Jisp.
In Ilpendam kwam ik vroeger regelmatig. Maar nu niet meer. Het dorp ligt niet meer 'op de route'. Ik kom zelfs maar weinig in Noord-Holland, gemiddeld twee keer in de maand. Terwijl ik er toch een halve eeuw heb gewoond...
In de spits passeert er elke twee of drie minuten een streekbus het dorp Ilpendam. Maar slechts weinig forensen hebben het dorp daadwerkelijk bekeken. Dat is een kwestie van uitstappen en even door de Dorpsstraat en een paar zijstraten lopen.
De Dorpsstraat van Ilpendam
Ilpendam is een oud dorp: het stond al in de 13e eeuw in de papieren. Hoewel het tussen Amsterdam en forensenstad Purmerend in ligt is het gewoon een klein dorp gebleven, met ruim 1700 inwoners. De westzijde wordt nadrukkelijk begrensd door het Noordhollands Kanaal, dat hier in de 19e eeuw werd gegraven.
De inwoners van het dorp houden van voetbal: de plaatselijke voetbalclub telt 300 leden. En dat op 1700 inwoners…
Er zijn drie huizen te koop in Ilpendam. Het goedkoopste huis kost bijna 6 ton, het duurste huis is drie keer zo duur. Mocht je die huizen te duur vinden, dan kun je ook nog in een garagebox gaan wonen.
In 2020 werden er twee fietsen gestolen in Ilpendam. En er is één brievenbus. En een dokter die praktijk houdt aan het Dokterspad. Hoe duidelijk wil je het hebben? Op zondag kun je in Ilpendam of in het nabijgelegen Watergang naar de kerk. Dat is vrij uitzonderlijk in Noord-Holland waar van opvallend veel kerken de deuren op zondag dicht blijven.
De veerpont over het Noordhollands Kanaal
Behalve een basisschool is er in Ilpendam ook nog een andere opleiding: die van mevrouw Onkruid. Je kunt bij haar een jaar lang cursus volgen over tal van planten waarvan je denkt dat ze niet eetbaar zijn. In principe zijn trouwens alle planten eetbaar. Het is wel de vraag of je ze overleeft. Aan het eind van de opleiding weet je welke planten eetbaar én gezond waren. Je kunt ook je eigen kruidenshampoo of schoonmaakmiddel (leren) maken. Die laatste producten zijn niet om op te eten.
Het dorp wordt ook wel Tsjilpendam genoemd
In Ilpendam bevinden zich ook een aantal mussen. In de omgeving van waar die mussen nadrukkelijk te horen zijn heet het dorp Tsjilpendam.
Ilpendam heeft ook een pontje. Aan de overkant kun je naar Landsmeer fietsen.
Dat pontje is helemaal identiek aan dat van Anna Paulowna. Alleen de veerman en de veervrouw zien er anders uit. Vermoedelijk zijn het ook andere personen.
Mijn zwager runt een kaashandel in Edam. Als kind al liet hij zich de kaas niet van het brood eten. En vanwege familiebezoek kwam ik ook af en toe in Edam. Maar de afgelopen vier jaar heb ik dit stadje niet meer aan gedaan.
Edam is een parmantig stadje onder de rook van Volendam. Dat er rook is komt door de palingen die in Volendam gerookt worden.
In feite zijn Edam en Volendam aan elkaar vastgegroeid. Het is ook één gemeente. Maar tussen de inwoners van Edam en van Volendam botert het niet altijd, ook al vormen beide plaatsen één gemeente. Volendam is veel groter dan Edam, in Volendam komen véél meer toeristen, maar Edam is een historisch en architectonisch pareltje in Noord-Holland. Gelukkig dat daar minder toeristen komen: dan kun je beter de mooie huizen en gebouwen zien.
Drie lokale partijen bezetten samen 14 van de 25 zetels in de gemeenteraad van Edam-Volendam. De partij Volendam '80 doet niet mee in het College van B & W. Verdere achtergronden kon ik niet achterhalen, want toen ik de oorzaak op de site wilde achterhalen werd mij gemeld dat de verbinding niet veilig was en dat cybercriminelen probeerden mijn gegevens buit te maken.
Er is nog iets wonderbaarlijks: de inwoners van Volendam spreken een zó wonderlijk dialect dat ik hen als gemiddelde Nederlander nauwelijks kan verstaan. Ik was een keer in een Volendams café en ik begreep er werkelijk niets van waar de discussie over ging. Het leek wel een soort papiaments in Noord-Holland: af en toe begreep ik één woord.
In Edam had ik daar geen last van. Daar spreekt men een iets gewijzigde variant van het Nederlands.
Edam gracht met rechts op de achtergrond de Speeltoren
Een bekende toren in Edam is de speeltoren. Deze hoorde bij de Onze Lieve Vrouwe Kerk die sinds 1880 in etappes werd afgebroken. In 1972 werd er weer een stuk van die kerk afgebroken, maar toen sloeg de speeltoren aan het wankelen. Bijna hadden sommige Edammers een toren op en door hun dak gekregen.
Eerder was er gedoe geweest over deze toren. De Edammers wilden een carillon van vier octaven in de toren, maar volgens klokkenbouwers paste er slechts een carillon van drie octaven in deze toren. Dus er moest óf een kleiner carillon dan gewenst in de toren, óf de toren moest worden uitgebreid. Daar kun je jaren over vergaderen. En dat in de tijd dat vergaderingen van notabelen vooral gepaard gingen met sigarenrook.
Toen ik de foto nam had ik koude voeten. Ik was gaan fietsen, maar ik wist niet dat de temperatuur tot het nulpunt zou dalen. Gelukkig bood mijn zwager mij tijdelijk onderdak en Beemsterkaas aan.
Laat ik maar weer eens plaatsnamen gaan prikken. Al die fietsverhalen lezen wordt voor jullie op den duur ook vervelend. De naam die ik blindelings met een 'A' prikte was Aartswoud.
Ik weet dat een deel van de lezers van dit blog nooit in Aartswoud is geweest. Dat is jammer, want de mensen zijn er aardig en de weilanden zijn er groen.
Aartswoud
Vroeger lag Aartswoud aan de Zuiderzee. Het kon er flink spoken, vooral bij Noordenwind als het water opgestuwd werd tegen een scherpe hoek in de dijk. Het verhaal gaat dat de (stompe) kerktoren van Aartswoud ook dienst deed als vuurtoren. Soms ook als vuurtoren om schepen op een dwaalspoor te brengen. De opvarenden werden dan wel gered, maar de buit was ook binnen.
Tegenwoordig wonen er op de 244 adressen van Aartswoud bijna 500 mensen. De VVD kreeg bij de vorige verkiezingen duidelijk de meeste stemmen, maar dat is gebruikelijk in Noord-Holland.
De inwoners van Aartswoud leefden destijds van de veelteelt en van de walvisvaart. Waar ze nu van leven weet ik niet. Er is wel een aantal (veeteelt-) bedrijven, maar ik vermoed dat veel inwoners ’s morgens hun biezen pakken en naar het werk elders gaan.
Luchtballon boven Aartswoud. Op de achtergrond de Wieringermeerpolder
Er is in Aartswoud een Rundveemuseum. Dat zat dicht toen ik het wilde bezoeken, dus ik kan jullie er niets over vertellen.
De mensen in Aartswoud voelen zich voor het grootste deel gezond, aanzienlijk gezonder dan in Den Helder of Sas van Gent. Dat is maar goed ook, want er is geen dokter in Aartswoud. Voor de dichtstbijzijnde dokter moet je vier kilometer fietsen. De apotheek is nog verder weg. Er is wel een brievenbus in Aartswoud. Die staat aan de Schoolstraat. Er is ook een basisschool: de Dubbele Punt. Die staat ook aan de Schoolstraat. De wereld klopt hier dus aardig.
Aartswoud vanuit de luchtballon
Voor het voortgezet onderwijs moet je niet in Aartswoud zijn. Daarvoor moet je minimaal 11 kilometer fietsen. Maar dat is een gezonde bezigheid.
De politie meldt dat er in Aartswoud in 2020 één fiets werd gestolen. Die was niet van mij. Ik ben in 2020 niet in Aartswoud geweest.
Er is ook één auto gestolen. Die was ook niet van mij, want ik heb nooit een auto gehad.
Aartswoud heb ik een keer van boven kunnen bekijken. Toen zat ik in een mandje dat onder een luchtballon hing. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor.