Oostende

Je moet er tegenwoordig vroeg bij zijn. We wilden volgend jaar (weer) naar Groningen, maar de meest aantrekkelijke adressen waren voor de maand juni al volgeboekt. Daarom sprak en zeide Tineke: "Waarom niet naar Oostende?" 

Ik dacht: “Waarom ook niet?” Per slot van rekening heb ik een bijzonder wijze echtgenote getroffen die altijd gelijk heeft, behalve als ze de weg moet vinden. Dus ging ik op zoek naar vakantiehuizen aan de Belgische kust.

Langs de Belgische kust

Ik weet niet of jullie de Belgische kust kennen. Bijna nergens is de kust zó aangetast als in België. Vanaf de Nederlandse kust tot aan de Franse grens heeft men de duinen geplet en er flats van 15-hoog met zeezicht op gezet. Je kunt – volgens schrijver Bob den Uyl – met een plank over die flats vanaf Knokke tot voorbij De Panne lopen zonder ooit de grond te raken. De mooie architectuur die hier ooit stond (Jugendstil) is bovendien ook nog eens allemaal vervangen door betonnen skeletten uit de jaren ’70 en ’80. Wel allemaal met zeezicht. Je betaalt dan ook voor het uitzicht.

Afgelopen zomer fietste Henk op één dag de hele Belgische kust langs

Langs de Belgische kust kun je uit minstens 100.000 appartementen kiezen met in totaal 500.000 bedden. Om het zoeken wat te vereenvoudigen had Tineke gesteld dat er een wasmachine moest zijn, benevens beddengoed. Dat laatste was helemaal nog niet zo gek bedacht, want naar later bleek worden er veel appartementen verhuurd waarbij je zelf voor handdoeken, lakens en dekens moet zorgen. Niet elke eigenaar deelt zelf de lakens uit. Omdat we met de fiets komen en gaan kunnen we dat allemaal niet meenemen. Vandaar dus deze milde eis aan de vakantieplek. Ik had daarnaast als eis dat er vanuit het huis iets te zien moest zijn. Op een kaal grintdak uitkijken kan wel even, maar twee weken is voor mij wat teveel gevraagd.

Straatbeeld in Oostende

Deze selectiecriteria beperkten het aanbod aanzienlijk: 90% van de huizen viel af. We kozen voor een extra criterium: een station in de buurt. En zijn vier kuststations van de NMBS: Knokke, Blankenberge, Oostende en De Panne. Knokke en Blankenberge vielen af. De Panne (bij de Franse kust) leek ons wel aardig, maar we konden daar niet echt iets van onze gading vinden.

Kusttram onderweg

Bleef over: Oostende, de meest verschrikkelijke van alle Belgische badplaatsen (dachten wij tot vorig jaar). Maar toen we daar in september waren viel het ons reuze mee. Je moet even door de buitenkant heen kijken (de muur van flats) om daar achter een bijzondere stad te vinden met een best wel bijzondere sfeer. De veerboten naar Engeland zijn verdwenen evenals de visserij, maar het is een bijzondere stad met veel rechte straten, met afwisselende architectuur, musea, een groots park en zeer diverse eetgelegenheden. En overal hoor je op de achtergrond de zee.

De langste tramlijn van de wereld…

Voor de verplaatsbaarheid rijdt elke tien minuten de kusttram naar de Nederlandse grens en naar de Franse grens. Het is de langste tramlijn van de wereld en bijzonder goedkoop: je betaalt ruim 2 € voor een enkele rit. En de trein brengt je binnen een uur naar steden als Brugge en Gent.

De zomervakantie van 2024 hebben we dus gepland in Oostende. Als we gezond blijven en er geen grote rampen gebeuren in West-Europa. De onafhankelijkheidsoorlog van België tegen Nederland is in elk geval al achter de rug. 

Westkapelle

Ik weet niet of jullie wel eens in Westkapelle zijn geweest. Je moet er naar toe fietsen om er te komen. Als je er niet naar toe fietst kom je er ook niet.
Westkapelle vanaf de Westkappelse Zeedijk

Westkapelle ligt in de westelijke punt van de ruit die Walcheren heeft. Het dorp heeft één van de zwaarste dijken van Nederland. De duinen zijn hier verdwenen en om het dorp te bewaren is er stevige een dijk in elkaar geflanst. Met de aanleg werd al rond 1400 begonnen. Op de Westkappelse Zeedijk staat een tank. Dat is niet om de dijk te bewaken, maar het is een herinnering aan de Tweede Wereldoorlog toen Westkapelle het extreem zwaar te verduren had.

Tank op de Westkappelse Zeedijk

Je zou het niet zeggen, maar Westkapelle kreeg in 1233 stadsrechten. Dat kwam door de haringvangst, destijds één van de belangrijkste pijlers van de economie. Rond 1500 leverde de haring 9% van het BNP van de Nederlanden.

Panorama vanaf de vuurtoren

Op 3 oktober 1944 bombardeerden Britse bommenwerpers de dijk met als doel om Walcheren onder water te zetten en zo de Duitse bezetter te verjagen. Er kwamen 158 mensen om, van wie 44 onder molen ‘De Roos’. Ze waren er aan het schuilen voor de bommenregen, kwamen klem te zitten onder het puin en konden geen kant meer uit toen het zeewater binnen drong.

De Westkappelse Kreek

Westkapelle bleef een jaar lang onder water staan, want de Duitsers vluchtten niet voor het water. Een overblijfsel van deze tijd is de Westkappelse Kreek, een water aan de binnenzijde van de dijk. Het was een mooi natuurgebied met een prachtig zicht op de vuurtoren, maar het grote geld heeft er voor gezorgd dat op deze mooie plek foeilelijke appartementen zijn gebouwd die ook het zicht op de vuurtoren bederven.

De vuurtoren van Westkapelle

De vuurtoren is een unicum in Nederland: het is een oude kerktoren van de gothische Sint Willibrorduskerk die in 1831 door brand verwoest werd. Buitendijks staat richting Oostkapelle een tweede (ijzeren) vuurtoren. Vanaf de oude vuurtoren heb je een prachtig zicht over een zee van rode daken.

De tweede vuurtoren van Westkapelle

Westkapelle was eeuwenlang een besloten dorpsgemeenschap met een eigen klederdracht. Er kwam een beperkt aantal achternamen voor (zoals de familie Minderhoud). Om verwarring te voorkomen had men naast het systeem van de Burgerlijke Stand een heel scala aan bijnamen bedacht voor de verschillende families. Voorbeelden van die namen zijn: Majesteit, Noes, Taaisen, Popte, Piston, Puutebêên, Tjol, Kuute en Spekkoeke.  

De schepen varen vlak langs de kust bij Westkapelle

Als gevolg van het toerisme is het eigen karakter van het dorp wat verwaterd. Om een beeld te geven: er zijn bijna 1300 ‘gewone’ woningen en bijna 600 woningen zijn ingericht voor het toerisme (ze dienen als vakantiewoning).

Van Westkapelle naar het noordelijkste puntje van Walcheren is het 16 km fietsen, dan heb je meestal wind mee. Van Westkapelle naar het zuidelijkste puntje van Walcheren (in Vlissingen) is het ook 16 kilometer fietsen. Dan heb je ook meestal wind mee. Dat verklaart het dalend aantal inwoners, je waait gewoon het dorp uit. Maar het klopt wel aardig dat Walcheren de vorm van een meetkundige ruit heeft. 

Vlissingen

Als puber wilde ik later in Den Helder, Delfzijl of Vlissingen gaan wonen. Bij de dienstkeuring gaf ik dan ook een voorkeur voor de marine op. Het werd Den Helder, maar niet bij de marine. Het leger zag geen enkele mogelijkheid om mij tot dienstbaar militair om te vormen. 

Vlissingen wint het uiteindelijk op punten van Den Helder. Delfzijl valt af. Er is daar te weinig golfslag en de trein heeft geen bovenleiding.

Schip raakt kant noch wal, maar het is wel kantje boord

We waren voor de vierde keer een aantal dagen in Vlissingen. Ook voor de vierde keer hadden we een bed geboekt aan de Boulevard. Aan de voorzijde heb je dan een panoramisch uitzicht over de Westerschelde. De schepen die vanuit de haven van Antwerpen rechtsaf slaan varen op enkele tientallen meters afstand voor het raam langs. De betonde vaarroute (de Sardijngeul) heeft een diepte tot ongeveer 50 meter. Als je hier in het water valt kun je niet staan. Een zwemdiploma verdient dan ook aanbeveling.

Boulevard de Ruyter

Omdat het naburige appartement te koop staat heb ik Tineke voorgesteld om dat te kopen. We moeten dan wel ons huis in Delft verkopen. Maar in Vlissingen hoef je de deur niet meer uit. Je kunt de hele dag uit het raam kijken. Dat scheelt in de kosten. En de huizen zijn er goedkoper dan in Delft. Het enige nadeel van Vlissingen is dat je binnen een paar dagen matglas hebt vanwege het zeezout. De aanschaf van een glazenwasser verdient ook aanbeveling.

Het oude centrum bij de Sint Jacobskerk

Tijdens ons verblijf in Vlissingen werd er ter plaatse 450 kilo aan cocaine onderschept, maar ik ontken elke vorm van betrokkenheid.

De stad Vlissingen telt 33.000 inwoners. Dat zou je niet zeggen. We hebben maar een paar honderd mensen gezien. De mensen op straat spreken voornamelijk Duits. Ik weet niet hoe dat komt. Als je de uitgebreide bebouwing van Vlissingen ziet denk je dat de stad misschien wel 100.000 inwoners telt. Er komt geen eind aan de huizenrijen. Daar waar wel een eind is aan de noordkant begint Middelburg alweer.

Maan, Schelde en kustlicht

Als je naar de bevolkingsopbouw van de stad Vlissingen kijkt, dan zie je dat 72% van de bevolking een westerse achtergrond heeft. Dan snap je dat Duits ook wel. Duitsland is een westers land.

Scheldeterrein en Vlissingen

Waar de mensen op moeten stemmen weten ze eigenlijk niet. Bij de Tweede Kamerverkiezingen werd de VVD veruit de grootste partij. Maar bij de verkiezingen voor de gemeenteraad bleek de VVD het niet verder te schoppen dan een vijfde plaats. De PSR, de LPV en de POV werden de grootste fracties. Alleen een deel van de plaatselijke bevolking weet wat die afkortingen betekenen.

Ook valt op dat de gewone fiets in Vlissingen een uitzondering is. Op de één of andere manier hebben de mensen trapondersteuning nodig. Dat leidt tot wachtrijen en tot veelvuldige conflicten bij de oplaadpunten. Er werden in 2022 maar liefst 224 fietsen als gestolen opgegeven in Vlissingen. Daarom parkeerden wij onze fietsen in de woonkamer van het appartement.

Arsenaal in Vlissingen

In tegenstelling tot Den Helder en Delfzijl heeft Vlissingen een historisch centrum. Daar loopt af en toe een poes langs één van de bijna 300 rijksmonumenten. Aan de zuidzijde van het centrum ligt de hoge bebouwing langs de Boulevard. Je zou bijna denken dat er geen dijk meer nodig is: de geschakelde hoogbouw vormt vanzelf een zeewering. Aan de noordzijde liggen de terreinen van de voormalige scheepswerf De Schelde. Dat hele gebied wordt opgekalefaterd en voorzien van compacte stedelijke bebouwing (net zoals in Den Helder).

Meneer, er zit een meeuw op uw hoofd

Het station bevindt zich een eind uit het centrum. Dat is dan weer een nadeel. Wie naar Vlissingen wil komt buiten Vlissingen aan. Je kunt wel direct oversteken met de Ferry naar Breskens. Dan weer een eindje fietsen en je bent in België. Dat zie je vanaf de Boulevard al liggen.

In Den Helder moet je juist weer een eind reizen naar de veerpont. Dat is daar weer onhandig. Bovendien kom je er niet verder mee dan Texel. In Delfzijl was de veerpont het hele afgelopen jaar in reparatie. Je komt dus met geen mogelijkheid verder. Je ziet alleen Duitsland in de verte liggen.

In Vlissingen zijn veel bekende Nederlanders geboren. Maar de meest bekende Vlissinger aller tijden is toch wel Michiel Adriaanszoon de Ruyter. Hij vond de Gestampte Muisjes uit. Naar hem zijn veel straten in Nederland genoemd. Zijn standbeeld staat op de Boulevard, boven het Arsenaal. Er zit een meeuw op die ook op zijn hoofd heeft gepoept. 

Schiermonnikoog

Een lang gekoesterde wens van Tineke was om een keer naar Schiermonnikoog te gaan. Nu we in Groningen waren, was dat goed mogelijk. In een half uur met de bus naar Lauwersoog en dan drie kwartier op de boot. 

Ik heb het niet zo op eilanden. Ik voel me daar gevangen. Ik heb er ook daadwerkelijk een keer gevangen gezeten. Vanwege de ijsgang voer er een aantal dagen geen boot tussen Vlieland en Harlingen. Dat is lastig als je op Vlieland zit.

Schiermonnikoog is qua inwonertal de kleinste gemeente van Nederland. Er wonen zo’n 980 mensen, net zoveel als in de 19e eeuw. Er is een eigen taal die nog door 70 mensen gesproken wordt, met een behoorlijk compleet woordenboek. Ik heb het gecontroleerd en zelfs de fiets wordt er in vermeld. Dat is een fyts.

Schiere monniken waren monniken in een grijze pij. Er stond in de Middeleeuwen een cisterciënzerklooster. Van 1648 tot 1945 was het eiland particulier eigendom.

In de Dorpskerk van Schiermonnikoog

Vanaf 1893 tot 1945 was het eiland eigendom van een Duitse notabele. Het was een geliefd oord voor Duitse militairen. Meer dan een maand na de bevrijding vertrokken de laatste 600 Duitse soldaten gebruind en wel vanaf het eiland. De Duitse eigenaar was woedend dat zijn bezit zomaar door de Nederlanders geconfisqueerd was en hij eiste een schadevergoeding. Ondertussen had de Duitse bezetter behoorlijk gestrooid met bunkers: het hoogste punt van het eiland is (buiten de twee vuurtorens om) dan ook een bunker.

De Westerduinen op Schiermonnikoog

Wij zetten voet aan wal en zaten een paar minuten later op het zadel, want we hadden fietsen gereserveerd. We fietsten meteen naar het dorp, waar onze vroegere Helderse dominee inmiddels in de pastorie huist en tevens predikant is van de plaatselijke protestantse gemeente. Hij weet heel wat te vertellen over het wel en wee op het eiland. Maar hij ging er ook al veel jaren naar toe met vakantie.

Vrouw met vuurtorenhoed

Economisch gezien heeft Schiermonnikoog een heel eigen structuur. Naast het toerisme is er eigenlijk geen werkgelegenheid waardoor het voor jongeren niet goed mogelijk is om een bestaan op te bouwen. De hulpverlening komt ‘van de wal’. Zo spraken we een ambulant begeleider die voor twee cliënten de oversteek naar het eiland maakte. Twee afspraken en vier uur reistijd.

Na het pastorale bezoek stapten we op de fiets en hebben we het hele eiland doorkruist. We hebben in totaal 34,5 km gefietst terwijl er 35 km aan fietspaden is. We zijn dus een aardig eind gekomen. Schiermonnikoog is een autovrij eiland, slechts een paar keer kwamen we iets op vier wielen tegen.

Uitzicht vanaf de Wassermann-bunker

35 kilometer aan fietspaden… Destijds maakte ik met onze vroegere dominee lange fietstochten vanuit Den Helder, maar dat gaat hem nu niet meer lukken. Of hij moet vier keer het eiland rondfietsen. Alleen dat al vind ik benauwend…

Na de lunch gingen we eerst naar de westpunt van het eiland waar een enorme aangroei van zand plaats vindt. Je moet kilometers lopen voordat je bij de branding bent.

Begraafplaats Vreedenhof

Daarna naar de vuurtoren. Vervolgens door het bos naar de Wassermann-bunker, één van de vele bunkers die de Duitsers hier ingegraven hebben.

Daarna naar het meest indrukwekkende plekje van het eiland: de begraafplaats Vredenhof voor mensen die op en rond Schiermonnikoog zijn omgekomen: zeelieden, militairen, soms vissers, soms is hun naam niet bekend.

De veerpont naar Schiermonnikoog

Tenslotte nog naar de oostkant van het eiland, maar ver kom je daar niet: de oostelijke helft is beschermd en gesloten natuurgebied. Het is wel een indrukwekkend mooi stuk van het eiland met water dat bij vloed diep het land binnen dringt.

En toen alsnog een rondje en weer terug naar het dorp om op te waren met soep. Het was die dag een graad of 14 op het eiland. En ten slotte met de wind mee terug naar de veerboot. Het was een mooie excursie.

Tineke wil ook nog wel eens een paar weken op het eiland verblijven, maar voor mij is een dag voldoende. Een mooi eiland, maar je zit er toch wel een beetje vast... 

Gevangen gezet

De mensen vragen mij wel eens: 'Wordt in Groningen de wet gehandhaafd?' Het antwoord luidt: 'Ja, ook in Groningen wordt de wet gehandhaafd'. 

Wie zich niet aan de Groningse wet-en regelgeving houdt wordt gevankelijk vastgezet. Bijvoorbeeld in een kerktoren. Dat overkwam mij in Baflo.

Sommige mensen hebben nog nooit van Baflo gehoord, maar het is een vriendelijk plaatsje aan de spoorlijn naar Roodeschool. Het ligt op een hoger gelegen zandrug en was daardoor redelijk beschermd tegen de aanvallen van de Waddenzee.

Rond 1900 kwamen er nogal wat renteniers uit de stad Groningen in Baflo wonen. Net zoals bij het Gooi zorgde ook hier de spoorlijn voor aantrekkingskracht. Dat zie je terug in een aantal mooie huizen.

Het oudste nog bestaande gebouw is de Sint Laurentiuskerk uit de 11e eeuw (dus zo’n duizend jaar oud), met vrijstaande toren. Daar werd ik dus in opgesloten. Dit was vanwege wildplassen in het struikgewas. Ik kon het niet langer ophouden. Beter in het gevang dan verder fietsen met een natte broek.

Veel stations zijn in de loop van de jaren gesloopt omdat ze teveel onderhoud vroegen, maar het station van Baflo heeft moedig stand gehouden. Er bevindt zich een pizzeria in. En aan de overkant is een gezellig eethuis voor wie niet van Berlusconigerechten houdt. 

Vakantie 2023

Waar zijn jullie met vakantie? Wij zijn met vakantie in de provincie Groningen. En we doen het rustig aan. 

Bij de stad Groningen kunnen de mensen zich van alles voorstellen, maar de provincie… Valt daar nog iets te beleven, behalve aardbevingen?

Jazeker: in de provincie Groningen valt héél veel te beleven. Veel teveel om in twee weken allemaal te bekijken. En dit is al de tweede vakantie in de provincie, maar we raken niet uitgekeken.

Het tweelingdorp Winsum (links) en Obergum (rechts)

Wij zijn met vakantie in het dorp Winsum: door ANWB-lezers in 2019 verkozen tot het mooiste dorp van Nederland. Daar valt wel wat op af te dingen, het hangt er maar net vanaf wat je onder ‘mooi’ verstaat. Maar het is een mooi en sfeervol dorp.

Ons vakantiehuis bevindt zich op een bedrijventerrein. Het huis behoorde vroeger tot een kleine scheepswerf. Die is verdwenen en er zijn andere bedrijven voor in de plaats gekomen. Langs het huis loopt de spoorlijn en daarnaast is dan weer de Aldi met een groot parkeerterrein.

Vakantiehuis (foto vanuit de trein genomen)

Konden jullie dan geen mooier plekje bedenken, bijvoorbeeld in het bos? Nee, ik houd niet van bos en dit is een prachtig plekje aan het water. Het bedrijventerrein zie je niet eens, vanuit het huis zie je alleen maar groen en water. En er is een mooi terras aan het water.

Vakantiehuis (voorkamer)

Bovendien zijn er drie kano’s en twee fietsen beschikbaar. Het is al veertig jaar geleden dat ik voor het laatst in een kano zat en ben omgekieperd, dus daar heb ik me niet meer aan gewaagd. En we hadden onze eigen Batavus Dinsdag mee.

Hebben jullie aardbevingen meegemaakt? Jazeker: elk kwartier. Dan passeerde er een trein en trilde het huis. Daar wordt nu aan gewerkt: er wordt een trillingsscherm aangebracht. Nooit geweten dat die schermen bestaan. Zo leer je nog eens wat tijdens te vakantie.

Elk kwartier een passerende trein

En het huis? Het is een sfeervol oud huis, met houten vloeren en een houtkachel waar de vloer in opgestookt kan worden. Met wasmachine (handig, want twee fietstassen per persoon betekent: weinig kleding mee).

Er is geen druppel regen gevallen, maar binnen blijven vanwege de regen zou helemaal geen probleem zijn in dit huis.

Kortom: een prima vakantieplek en wat mij betreft voor herhaling vatbaar. Want op de provincie Groningen zijn we nog lang niet uitgekeken. 

Vakantie 2023

De laatste twee dagen van 2022 hebben we tal van spijkers met koppen geslagen. Zoals onze vakantiebestemming.
Eén van de sfeervolle ‘dijkstraten’ in Winsum

We zochten weer op het oosten van Duitsland, maar dat werd het toch niet. Nee, dit jaar geen lange treinreis. We gaan weer eens naar de provincie Groningen. Er gaat immers niets boven Groningen.

We hebben voor twee weken een huisje gehuurd in het dorp dat de eer kreeg van ‘het mooiste dorp van Nederland’: Winsum. Het was ingewikkeld zoeken, want op de grotere sites was er bijna niets meer vrij óf peperduur. Maar via Marktplaats vond ik een mooi particulier adres.

Aan het water én aan de spoorlijn. Wat wil je nog meer? 

Joppe

Drie keer waren we met vakantie in Joppe: in 2001 en in 2004. Het waren rustieke vakanties in een huisje aan de rand van het bos, met uitzicht op een maisveld.

Nu weet niet iedereen waar Joppe ligt. Het is dan ook een minkukelig plaatsje dat voornamelijk bestaat uit een kerk, een restaurant en een brievenbus. Meer heb je trouwens eigenlijk ook niet nodig.

Karakteristieke landweg bij Joppe

Voor de geografische beelddenkers onder ons: beeld je de plaatsen Deventer en Zutphen aan de IJssel in. De lijn noord-zuid van Deventer naar Zutphen is de basislijn. Maak dan een gelijkbenige driehoek oostwaarts en je bent in Joppe: tien kilometer van Deventer en tien kilometer van Zutphen. Eenvoudiger kan ik het niet maken.

Kerk en pastorie in Joppe

Joppe ligt in een zeer rustgevend landschap. Zelfs de meeste wegen zijn er onverhard. Het is er alsof de foto’s uit de fotoboeken van mijn vader uit de jaren ’30 herleven. Er is vrij veel bos, afgewisseld door percelen grasland of akkerbouw en soms een stukje heide, zoals de Gorsselse heide.

Af en toe wordt de landelijke rust er wild verstoord. dat komt door een crossbaan. Joppe mag dan wel in een verstild landschap liggen, het is wel de Achterhoek van Normaal en Oerend Hard. Gelukkig is die onrust een uitzondering.

Interieur van de kerk in Joppe

Joppe telt ongeveer 400 inwoners. Inmiddels is het een chique dorp geworden met een gemiddelde WOZ-waarde van meer dan 550.000 euro. Er was in Joppe geen stembureau, dus ik kan niet melden naar welke partij de politieke voorkeur uit ging. Er werden in 2021 in Joppe 9 diefstallen gepleegd.

Ooit had Joppe een station, in de bocht van de spoorlijn halverwege Deventer en Zutphen. Omdat niemand verder de plaats Joppe kende werd het station Gorssel genoemd. Daar bevinden zich nu het bijzondere museum MORE, benevens een psychiater met wie ik jaren heb mogen samenwerken.

In Joppe woonde ooit een baron met landgoed. De baron heette Frans Ernest Alexander van Hövel tot Westerflier. Zijn handtekening paste niet op een girobetaalkaart en hij is daarom voor de invoering van die kaarten overleden. Hij liet als goedgelovige een kerk bouwen in Joppe: de kerk van Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming. Aan de kerk werd meteen een grafkelder voor de adellijke familie toegevoegd.

De Vijfsprong bij Joppe

Het restaurant staat aan de Zessprong, een idyllisch plekje in het bos. Er komen veel fietsers op E-bikes die hun fiets in het soms rulle zand niet helemaal onder controle hebben. Er gebeuren in de zomer net zoveel fietsongelukken als op het Waterlooplein in Amsterdam. Maar een zessprong is ook best ingewikkeld.

Het restaurant brandde in 2018 helemaal af, maar is inmiddels weer in blakende staat herbouwd.

In het bos bij Joppe maakte ik ooit een dusdanig daverend onweer mee dat ik echt geen hand voor ogen meer kon zien. Het was al na zonsondergang en ik was nog even naar de klepperende ooievaars bij Gorssel gefietst. Op de terugweg werd het zó aardedonker dat ik geen idee meer had waar ik was. Ik kon niet meer verder fietsen vanwege de enorme regenval. En ik had geen zaklantaarn of mobiele telefoon en geen idee hoe lang ik onder de dakgoot van een schuurtje heb gestaan. De goot stroomde uiteindelijk over.

Na afloop meldde een verzopen kater zich bij het huisje 't Pumpke. Ik nam meteen een douche, maar daar word je ook niet droger van.   

Elbe(radweg)

Veel jaren hebben we onze vakantie doorgebracht aan de oevers van de Elbe. Gaat dat niet vervelen?

Nee, de Elbe verveelt niet. In vergelijking met de Rijn is de Elbe een weinig imposante rivier. Er is bijvoorbeeld bijna geen scheepvaart (meer). Toen de Elbe deels de grens vormde tussen de DDR en West-Duitsland legde ook het laatste beetje beroepsvaart het loodje.

De middenloop van de Elbe in Wittenberge

De Elbe is vooral mooi vanwege de natuur. In tegenstelling tot de Rijn werden er geen spoorlijnen en autowegen langs de rivier aangelegd. Alleen stroomopwaarts van Dresden volgt de spoorlijn het (hier) smalle deel van het dal, dat wordt ingeklemd door massieve rotsen. Maar ook hier bevindt zich geen autoweg en aan één zijde is het dal zelfs bijna helemaal autovrij.

De Elbe bij Dresden

De Elbe verbindt ook geen belangrijke industriegebieden met elkaar. De grote steden in Duitsland zijn Dresden en Hamburg. Dresden is nooit een grote industriestad geweest en geworden. Hamburg is weliswaar de grootste havenstad van Duitsland, maar de handelsroute naar het binnenland loopt niet langs de Elbe.

De Elbe bij Pirna

Wél was de Elbe in het verleden (in de 14e, 15e en 16e eeuw) van groot belang voor de handel. Er ontstonden tal van Hanzesteden. De stagnerende welvaart leidde ertoe dat het oude bleef staan omdat er geen geld was om iets nieuws op te bouwen. De kleinere steden langs de Elbe werden ook gebombardeerd in 1944/1945. Dit gebied werd door de Amerikanen veroverd op de Duitsers en anders dan de Russische legers richtten de landtroepen betrekkelijk weinig materiële schade aan. De deelstaat Sacksen-Anhalt (langs de Elbe) heeft de hoogste UNESCO-werelderfgoed-dichtheid van de wereld.

De Elbe bij Decin in Tsjechië

Naar verhouding weinig economische bedrijvigheid en weinig grote steden langs de Elbe. Daarentegen ontzettend veel ruimte voor de natuur. Hier vind je de grootste natuurgebieden (Biosphärenreservaten) van Duitsland.

Het enige wat druk is langs de Elbe is de Elberadweg: de drukste internationale fietsroute van Europa. Maar op ruim 1100 kilometer lengte wordt die drukte behoorlijk verdund.

Kortom: de rust en de ruimte, in combinatie met enorm veel natuur en cultuur, maken de Elbe tot een (voor ons) ideale vakantiebestemming. 

Děčín

Dit jaar was ik voor de vierde keer in Děčín. De stad ligt aan de Elbe tussen Praag en Dresden, aan de bovenloop van de Elberadweg (de Labe in het Tsjechisch).

De stad heeft een zeer heftige voorgeschiedenis. Gedurende de 30-jarige oorlog (in de 17e eeuw) brandde de plaats meerdere malen af. De streek kwam achtereenvolgens in handen van de Saksen, de Zweden, keizerlijke troepen en van het Habsburgse koninkrijk. De Habsburgse koning verbood het protestantse geloof, waarop een groot deel van de bevolking vluchtte.

Aan de gebouwen kun je zien dat dit een Duitse stad is geweest. De dubbelstad Teschen-Bodenbach behoorde tot 1918 tot het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. En in 1938 was nog altijd 95% van de bevolking etnisch Duits.

Dat laatste was voor Hitler reden om het gebied weer in te lijven. Hij kreeg het zelfs voor elkaar om dat met instemming van de Volkenbond te doen. Immers: de bevolking mag toch zelf bepalen bij welk land men wil horen? En dat alles voor Hitler met als motto: Heim ins Reich. Hij beloofde om in ruil voor de annexatie van Sudetenland verder geen agressie meer te vertonen naar andere buurlanden. Een half jaar later viel hij Tsjechië binnen. Beloften van Hitler hadden geen enkele waarde.

De geschiedenis van het gebied intrigeerde mij ook vanwege de snelle verwikkelingen. Hoe kunnen etnische groepen die al decennia lang redelijk harmonieus samen leefden zó tegen elkaar handelen? Buren werden binnen enkele dagen vijanden.

In 1945 werden 3 miljoen etnische Duitsers uit Sudetenland verdreven. Er werden zóveel moorden begaan dat volgens de verhalen de Elbe rood kleurde. Van de etnische Duitsers is in dit gebied nauwelijks meer iets over gebleven. Ze werden allemaal verplicht de Tsjechië uitgezet, of ze nu pro-Hitler waren geweest of niet. Het spreken van de Duitse taal was voldoende om uitgezet te worden.

Hoog boven Děčín ligt het kasteel, dat oorspronkelijk dateert uit de 13e eeuw, maar later werd omgebouwd als een heus renaissance-kasteel met veel in die stijl passende versieringen.

De stad zelf bestaat uit een mengeling van oude gebouwen, huizen en bedrijven uit het begin van de 20e eeuw en oostblokbouw. Rond de stad liggen heuvels met uitgestrekte bossen. Ben je eenmaal uit het Elbedal geklommen, dan is het landschap vriendelijk glooiend met vrij veel akkerbouw.

Tegenwoordig telt Děčín ruim 50.000 inwoners. De ontwikkeling van de stad gaat trager dan de steden uit de voormalige DDR die profiteren van miljoenen euro's uit het westen. Maar ook Děčín wordt steeds verder opgeknapt. De stad heeft een mooie fietsomgeving (af en toe flink klimmen, dat wel) en met de trein kun je er alle kanten uit.