Wie ben ik? Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis zijn voortdurend op zoek naar een identiteit. Ze beleven zichzelf als 'gefragmenteerd'.
Criterium 3: Een voortdurende verstoring van het gevoel voor de eigen identiteit, zoals blijkt uit een instabiel zelfbeeld.
De persoon met een borderline persoonlijkheidsstoornis leeft vooral in het hier en nu. Voor sommige mensen zou het goed zijn om wat meer in het hier en nu te leven, maar bij mensen met borderline is de tijd gefragmenteerd. Ze denken niet: al mijn vorige cijfers waren goed, mag ik ook een keer pech hebben? Nee, de onvoldoende van vandaag is bepalend voor wat ze waard is.
Mensen met een gezonde identiteit zijn niet de hele dag bezig met zichzelf met anderen te vergelijken. Dat hoeft helemaal niet, ze zijn gewoon wie ze zijn. Pubers, die nog volop in ontwikkeling zijn, zijn uiteraard wél bezig met hun identiteit. In die leeftijd is dat normaal. Maar als je als je identiteit op 40-jarige leeftijd een obsessie is, als je jezelf dag in, dag-uit vergelijkt met anderen, als je daarop baseert of je er wel of niet mag zijn, dan heb je dus een probleem. Je hebt nog niet ‘uitgevonden’ wie je bent.
In zekere zin zie je datzelfde patroon ook bij mensen die niet oud willen lijken. Als je ouder wordt krijg je wat meer rimpels, ben je minder snel, kun je niet alles meer. Als je dag-in, dag uit bezig bent om alle gevolgen van het ouder worden te camoufleren, hoe kun je dan jezelf nog zijn?
Mensen met een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis lijken soms heel echt in hun reacties. Terwijl de ander zich inhoudt, gaan zij stevig uit hun plaat. Er is echter een ander probleem: dat van het ‘keeping up appearances’. Omdat ze zichzelf vergelijken met anderen kunnen ze nooit goed genoeg zijn. Dus moeten ze ‘faken’, de schijn ophouden.
Iemand die solliciteert en/of nieuw is in het bedrijf heeft de neiging om zichzelf beter voor te doen dan hij of zij is. Je moet er nog even inkomen, maar verder zeg je niet te schrikken van alle nieuwigheden die je tegen komt. Geleidelijk aan word je meer jezelf. Je weet wat je plek is binnen de organisatie. Je hoeft je dus ook niet beter voor te doen dan je bent.
Mensen met (ernstige) borderline bereiken dat punt niet. Ze blijven het gevoel houden dat ze zich beter moeten voordoen dan ze zijn. De spanning die dat oproept kan gemakkelijk leiden tot conflicten, met name met collega’s. Veel mensen met borderline kunnen het werk op zichzelf wel aan, het knelpunt zit in de gevoeligheid naar collega’s toe: ik ben niet zo goed als ik zou willen zijn, er zijn anderen die het beter kunnen en dat is een bedreiging.
Het omgaan met feedback is daarnaast ook lastig. Een fout maken vraagt om straf (‘ik deug niet, dus ontsla me maar’), iets goed doen is ook niet goed, want nu is het me gelukt, maar straks maak ik alsnog een fout. Het gaat dus altijd een keer mis, er dreigt altijd onheil in de beleving van mensen met borderline.
Er lijkt een verband te zijn tussen eetstoornissen en borderline. De behandeling van mensen met een eetstoornis is ook om deze reden lastig. Nog een pond minder bij anorexia vraagt om straf, een pondje erbij is gevaarlijk, want dat houd ik toch niet vol.
De onzekerheid over het functioneren leidt tot frequente wisselingen in baan (weg gaan voordat het mis gaat) en in relaties (ik kan beter jou verlaten dan jij mij). Ook in kleding en modevoorkeur zie je vaak opvallende wisselingen: de ene keer degelijk volwassen, de andere keer als een klein meisje met vlechten. De seksuele voorkeur kan ook zomaar veranderen, tot in extremiteiten aan toe. Kortom: je weet niet wie je voor je hebt.
Soms zoeken mensen een uitweg uit de chaos in hun hoofd en in hun identiteit door zich aan te sluiten bij een sekte. Daar hoeven ze niet meer na te denken over wie ze zijn en wat ze moeten doen. Dat bepaalt de sekteleider. Ook de relaties en de plek in de groep zijn voorspelbaar. In eerste instantie kan dat veel rust geven.