Pijn is subjectief. De één ervaart pijn anders dan de ander. Er zijn ook mensen die pijn prettig vinden. Dat is andere koek.
PHPD
Een bekende pijn bij ouderen is het PHPD-syndroom. Daar kun je heel oud mee worden. Het betekent: Pijntje Hier, Pijntje Daar. Je kunt met elk pijntje naar de dokter gaan, die geeft je dan een ZHZD (Zalfje Hier, Zalfje Daar). Maar de meeste mensen leren te leven met PHPD. Als de pijn het leven teveel gaat beïnvloeden gaan ze naar de dokter. Die vraagt: ‘Doet het hier pijn? Doet het daar pijn?’ Dus ook de dokter kent het PHPD-syndroom. Dat zit in de wetenschap.
De vraag is wel wie er voor de dokter zorgt. De dokter heeft volgens mij ook wel eens pijn. Dus als ik een keer een ernstige pijnklacht oploop ga ik aan de dokter vragen hoe het met haar gaat en of ze niet teveel pijn heeft. Ik ken de huisarts niet, dus het is een mooie binnenkomer.
Dat brengt mij op de vraag waar de pijn eigenlijk zit in je hoofd. Wordt die gemeten door de pijnappelklier? Dat appel moet dan appél zijn. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat ik nog veel meer wil weten.
Menstekening
Van een speltherapeut heb ik geleerd dat je pijn soms ook kunt aflezen aan de menstekening. Kinderen tekenen de vingers, de handen en het hoofd groter omdat ze die lichaamsdelen meer ervaren, o.a. door pijn. Je vinger tussen de deur doet heel erg veel zeer. Nu denk ik dat er ook veel kinderen zijn met buikpijn: zie je dat dan ook op de tekening?
De gevallen neus
Mijn zus heeft onlangs haar neus gebroken. Onze familie heeft grote neuzen, al zijn we geen feestneuzen. Ze voelde er niets van, haar arm deed zeer. Dat kan trouwens wel kloppen: die was ook gebroken. Totdat de dokter zei dat haar neus gebroken was. Dat had de dokter nu niet moeten zeggen. Want een te erg gebroken neus moet weer rechtgezet worden. Dat was een extreem pijnlijke ervaring: erger dan de arm. Als mijn zus nu een menstekening gaat maken tekent ze vast een hele grote neus.
Twee weken geleden viel ik plat op mijn gezicht. De gevolgen zijn nog zichtbaar. Ik scoor veel blauw. Vooral mijn neus doet nog zeer. Maar zoals jullie begrijpen ga ik na dit verhaal van mijn zus niet naar de dokter. Ik ben een pijnmijder.
Dit verhaal loopt helemaal uit de hand. Dat heb ik altijd met koorts. Dan krijg ik geniale ideeën. Ik zou verder gaan met het onderzoek naar pijnmeting. Maar de tekst dringt niet door.
(Geen) hoofdpijn
Daarom toch nog twee verhalen uit eigen werk. Ik wil niet over mijn pijnen klagen, maar toen ik nog jong was (rond de veertig) werd ik bijna dagelijks geprangd door hoofdpijn die alleen met pijnstillers redelijk te hanteren was. En toen opeens had ik een dag geen hoofdpijn. Het gekke was dat ik dat niet prettig vond. Ik kreeg het gevoel dat ik niet bestond.
Voor de goede orde: ik heb zelden meer hoofdpijn. Dus jullie hoeven je geen zorgen te maken. En ik voel me er inmiddels prettiger bij om géén hoofdpijn te hebben. Dus ik hoef niet te gaan headbangen om hoofdpijn te ervaren.
Complexe beenbreuk
Het tweede verhaal is dit: in de winter van 2011 werd ik op de stoep van het Krankenhaus van Euskirchen van mijn Gazelle en mijn sokken gereden. Ik voelde geen pijn. Ik wilde weer opstappen, maar mijn trapper was verbogen. Zo kwam ik dus niet ver. Bij nader inzien zat ook mijn voet verkeerd gedraaid aan mijn been. Dat leek me niet gewenst. Maar ik bleef optimistisch: even rechtzetten en dan vanavond met de trein. Dat was iets té optimistisch. Ik moest geopereerd worden. Dat kon niet in dit ziekenhuis, ik moest 60 kilometer verderop geopereerd worden. Dat was ook handiger, want daar reed een rechtstreekse trein naar Nederland. Dacht ik toen.
Maar ik dwaal af. Waar het om gaat is dat ik ook later nauwelijks pijn heb gevoeld. Je ligt best erg in de kreukels, je krijgt vooralsnog zware pijnstillers, maar als die na een week afgebouwd worden heb je nog steeds geen pijn. Wat deed ik eigenlijk die hele week in het ziekenhuis? En je bijt even op je tong en het doet héél erg zeer. Hoe kan dat nu?
Rest mij nog de vraag: hoe is het met mijn Gazelle afgelopen? Die is later door onze schoonzoon opgehaald. Hij stond er nog steeds. Duitsers zijn aardige mensen.