Enkele verschillen tussen Alzheimer (eerste twee fasen) en vasculaire dementie.
De ‘a’ is een kenmerk van ‘Alzheimer’, de ‘b’ van vasculaire dementie.
- Motoriek:
1 a. Normaal
1 b. Onzeker looppatroon, schuifelen
2. Cognitief tempo:
2 a. Normaal, maar vreemde associatieve stappen in het denken
2b. Vertraagd, dus ook langzaam tempo
3. Ziekte-inzicht:
3 a. Verminderd tot afwezig
3 b. Besef van achteruitgang
4. Geheugen (korte termijn)
4 a Denkstoornissen leiden tot verstoord geheugen, trage opname van recente informatie
4 b Veel moeite om informatie boven te halen, vooral de recente informatie
5. Geheugen (lange termijn)
5 a. Hoe langer geleden, des te beter
5 b Informatie uit 2020 is opgeslagen, net zoals informatie uit 1980
6. Spraak:
6 a. Wijdlopig, herhalend
6 b. Onzeker, woordvindproblemen
7. Taalbegrip:
7 a. Afasie, woorden niet herkennen, misverstaan van informatie
7 b. Moeite met snelle sprekers, met complexe verhalen, meer tijd nodig om taal te verwerken
8. Schrijven:
8 a. Intacte stijl, maar veel taalfouten, herhalingen
8 b. Schrijven gaat moeizamer, maar geen taalfouten
9. (Hoofd) rekenen:
9 a. Moeizaam tot onmogelijk
9 b. Traag, meer stappen tegelijk lukt niet
10. Tekenen:
10 a. Verstoord, ‘vreemd’
10 b. Intact, mits niet te complex
11. Praktisch handelen:
11 a. Blijft steken, niet begrijpen, zich herhalende handelingen
11 b. Vertraagd, één ding tegelijk
12. Stemming:
12 a. Normaal tot druk (boos, geagiteerd)
12 b. Gedrukt, gelaten, apathisch
Samengevat kun je stellen dat mensen met Alzheimer minder ziekte-inzicht hebben en als ze het wel beseffen proberen ze hun tekorten te camoufleren. Het beeld van Alzheimer in de eerste fasen is vooral grillig. Mensen met vasculaire dementie hebben meer ziekte-inzicht (en zijn daardoor ook eerder somber). Het beeld oogt minder grillig en is voor de omgeving meer voorspelbaar.
Beiden afzichtelijke vooruitzichten.