Achterdocht komt bij ouderen vrij regelmatig voor.
Dat wordt verklaarbaar als je je inleeft in de positie van ouderen. Stel je voor dat je bijvoorbeeld steeds dingen kwijt bent, dan ga je gemakkelijk denken dat de ‘schoonmaakster’ iets verplaatst heeft. Je zoekt dus een verklaring omdat het toch wel erg confronterend is als je moet ontdekken dat je zelf van alles zoek hebt gemaakt.
Wat zijn nog meer redenen waarom ouderen achterdochtig kunnen zijn?
1. Het levensverhaal. Als je veel heftige ervaringen hebt meegemaakt (zoals nu bij ouderen de oorlog) kan jou dat meer achterdochtig maken.
2. Het gevolg van achteruitgang (zie boven): je wilt de confrontatie niet aan dat je zelf het overzicht kwijt bent geraakt.
3. Eenzaamheid en isolement versterken de kans op achterdocht: er zijn onvoldoende gezonde relaties meer.
4. Slecht functionerende zintuigen. Als je slecht ziet of hoort ga je invullen. Je ziet iemand praten maar hoort hem niet en je denkt dat die persoon het over jou heeft.
5. Beperkte mobiliteit. Afhankelijkheid van anderen versterkt de kans op achterdocht.
6. Waarnemingsfouten. Deze kunnen gemakkelijk optreden als je het tempo van anderen niet kunt volgen (bijv. de spraak).
7. Gebrek aan overzicht. Als je je wereld niet meer kunt overzien ga je eigen verklaringen zoeken.8. Invloed van de media. Als je steeds hoort dat je op je hoede moet zijn voor anderen kan dat de achterdocht versterken.
9. Dementie: één van de bijkomende gevolgen van dementie kan achterdocht zijn.
(grotendeels ontleend aan: Maritza Allewijn en Bere Miessen, Basisboek zorg om ouderen, Bohn, Stafleu, van Loghem, 2010).
Ik kom dit (uiteraard) in de praktijk regelmatig tegen. Helaas zie ik ook vaak dat de omgeving (familie, zorgverleners) van de achterdochtige oudere zo reageert dat de achterdocht alleen maar wordt versterkt en je dat haast als oorzaak nr. 10 zou kunnen zien. Of gaat daar je tweede blog over dit thema over?