Mary

Mary is een vrouw van 40 jaar die bij herhaling bij de crisisdienst belandt. Met haar vriend Kevin (28 jaar) heeft ze een knipperlichtrelatie. Nu heeft ze weer besloten dat ze hem alles vergeeft en dat hij weer bij haar in mag trekken. Het begin van een sprookje?

Eén van de redenen waarom ze hem een half jaar geleden de deur heeft gewezen is zijn aandacht voor andere vrouwen. Ze meent dat hij regelmatig ‘vreemd gaat’. Of dat echt zo is, is niet duidelijk. Het kan ook zo zijn dat Mary een leuk contact met een andere vrouw al ziet als signaal van ‘vreemd gaan’.

Kevin

Mary vergeeft hem nu al zijn ‘slippertjes’ en ze is er van overtuigd dat hij nu weer bij haar in zal trekken. Maar Kevin komt niet. Hij wijst haar niet direct af, maar vertelt dat hij net zijn nieuwe appartement op orde heeft en dat hij niet zo hals-over-kop weer bij haar in wil trekken. Na enkele pogingen om hem over te halen (inclusief uitnodigingen met pikante foto’s) stort Mary in. Ze belt de crisisdienst en wordt vanwege het risico op suïcide opgenomen.

Twee weken later wordt Mary ontslagen van de crisisafdeling en ze kan weer naar huis. Ze moet een kleine operatie aan haar hand ondergaan. Ze wil dat door laten gaan, omdat ze – naar eigen zeggen – veel lichamelijk ongemak ervaart. Het lijkt er echter op dat ze vooral hoopt dat Kevin haar op zal zoeken om bij haar te zijn na de operatie. Maar Kevin komt niet. Zelfs een bloemetje kan er niet vanaf.

Woedend is ze nu op Kevin en paradoxaal genoeg helpt haar die woede om meer georganiseerd te zijn. In plaats van min of meer lijdzaam af te wachten of hij komt (lijdzaam in combinatie met uitnodigingen, maar ze blijft van hem afhankelijk) wordt haar ‘ik’ -dankzij die woede – sterker.

Toch belt ze twee dagen later – als ze nog steeds niets van Kevin gehoord heeft – de crisisdienst en ze zegt dat ze de hele voorraad pijnstillers heeft ingenomen die ze na de operatie mee kreeg (op zichzelf is het onzorgvuldig als iemand – die potentieel suïcidaal is – zoveel pijnstillers mee naar huis krijgt).

Psychiatrisch consult

Mary wordt opnieuw opgenomen in de psychiatrie. De behandelend psychiater heeft als doel dat Mary leert om zichzelf meer tot kalmte te manen in plaats van elke keer de crisisdienst te bellen. Die poging valt niet in goede aarde. Ze gaat in de aanval tegen de psychiater. “U bent net als de andere artsen en net als mijn familie. Ook u gelooft niet dat hij van me houdt, omdat niemand denkt dat ik
ooit geliefd kan worden.”

De functie van deze aanval op de psychiater is dat Mary koste wat het kost het geïdealiseerde beeld van Kevin vast wil houden. Ze staat zichzelf geen geruststelling toe en al helemaal niet het idee dat ze het leven ook zonder hem aan moet kunnen. Daarom wordt de therapeut nu gedevalueerd als object van frustratie. Aan het slot van de sessie verwijt ze de therapeut dat hij niet zijn excuses heeft aangeboden voor het feit dat hij haar zo gekwetst heeft.

Gary

Tijdens kerst ging Mary naar haar ouders. Het leek of ze afstand had genomen van Kevin. Tijdens de nieuwjaarsborrel op haar werk raakte ze aan de praat met Gary, een stoere vrachtwagenchauffeur van een jaar of 30, opnieuw dus duidelijk jonger dat Mary zelf. Ze spraken regelmatig met elkaar af en deze keer had Mary besloten het in de relatie verder rustig aan te doen.

In een brochure zag Mary een paar mooie meubels en dat leek haar een mooie nieuwe start in huis. Het andere meubilair deed haar toch nog teveel aan Kevin denken. Ze vroeg aan Gary of hij haar kon helpen met het overbrengen van het meubilair. De meubelzaak was 300 kilometer verderop, maar Gary stemde toe. Ze brachten de volgende 48 uur samen door.

Bij terugkomst hielp Gary de spullen in haar huis neer te zetten, maar daarna vertrok hij, want hij moest de volgende ochtend vroeg weg met de vrachtauto. Opnieuw was Mary helemaal van slag. Ze kwam ook bij Gary dus op de tweede plaats: zijn werk ging voor. Omgekeerd reageerde Gary dat het zo van hem niet hoefde, hij was niet van plan om de gevangene van een vrouw te worden.

Cognities

De volgende dag had Mary weer een afspraak met de psychiater. “Ik ben hopeloos. Ik zal nooit iemand vinden, ik zal nooit kinderen krijgen, ik zal nooit een moeder zijn.” Haar zelfbeeld was chaotisch: de ‘vervormde cognities’ buitelden over elkaar heen.

  1. Hij is geweldig, ik heb nog nooit zo’n superman ontmoet. (Geïdealiseerde ander)
  2. Ik heb het verknald. Ik verpest het altijd. Ik zal altijd alleen zijn. (Gedevalueerde zelf)
  3. Ik kan zo niet doorgaan met mijn leven, alles is waardeloos en alles mislukt toch bij mij (Vervormd beeld van mezelf als hulpeloos)
  4. Mijn huis is een puinhoop, ik kan niet eens voor mezelf zorgen.
  5. Gary gedraagt zich tegenover mij als een verwend kind.
  6. Ik zal altijd alleen zijn, want daar ben ik nu eenmaal toe voorbestemd en het maakt niemand ook maar iets uit.

Tijdens een sessie stelde ze de therapeut voor om in alle rust een brief aan Gary te schrijven. Dat wilde ze niet thuis doen, want ze was bang dat ze dan zichzelf niet onder controle zou hebben. De brief ging er over dat ze probeerde wat meer los van Gary te komen door elkaar slechts af en toe te zien. Dat leek een meer gezonde strategie.

Wat er in de brief stond bleek alleen tijdens de sessie zo te werken, want eenmaal thuis zocht ze weer contact met Gary en het begon steeds meer op stalking te lijken.

Het werd echt crisis toen Gary zei dat hij geen sex met iemand wilde hebben totdat hij getrouwd was. Voor Mary was dit een aanwijzing dat hij iemand anders op het oog had, want als hij écht van haar hield zou hij ook nu al sex met haar willen hebben.

’s Nachts belde Mary weer de crisisdienst, maar haar verhaal was zo chaotisch dat niemand er een verbaal touw aan vast kon knopen. Vanwege de voorgeschiedenis van (mogelijke) suïcidaliteit werd Mary opnieuw opgenomen.

Leren mentaliseren

De therapeutische sessies die volgden legden de nadruk op het leren ‘spiegelen’ en mentaliseren en het doseren van emoties. Bijvoorbeeld: ‘is het een ramp als je vriend even geen tijd voor je heeft of is het een tijdelijk ongemak en hoe kun je dat ongemak dan zinvol overbruggen?‘ Dit soort concrete stappen leken Mary wel enigszins te helpen en ze leek zich ook wat minder afhankelijk van de ‘bereikbaarheid’ van Gary op te stellen.

Opmerkelijk was wel dat er nu sprake was van escalerende conflicten met haar ouders. Ze belde hen soms midden in de nacht op om testen wat ze voor hun dochter over hadden. De angst voor verlating leek een voortdurend thema voor Mary te zijn, zowel in haar relaties als in de contacten met behandelaars en met haar ouders. Angst voor verlating door de één leidde niet zelden ook tot boosheid richting een ander. Mary had nog een lange therapeutische weg te gaan.

De casus in geparafraseerd ontleend aan een Amerikaans tijdschrift voor psychiatrie. 


Auteur: henk50

Ik ben orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heb ik gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Omdat ik zo lang in 'de zorg' heb gewerkt heb ik veel zogenaamde casuïstiek ter beschikking. Soms gebruik ik voorbeelden uit de dagelijkse praktijk op mijn weblog, maar de beschrijvingen zijn altijd vermengd met andere -vaak gedateerde - verhalen. Er komen dus geen één-op-één verhalen voor. Dat zou ook niet mogen vanwege het beroepsgeheim. De namen die ik gebruik zijn altijd gefingeerd. De pedagogische en psychologische voorbeelden hebben dus wel enig waarheidsgehalte, maar ze hebben de pretentie om toch onherkenbaar te zijn. Mocht de lezer toch iemand herkennen, dan is dat waarschijnlijk toeval. Een enkele keer zijn voorbeelden van dialogen geheel gefingeerd. Uit de privésituatie wordt slechts zeer beperkt iets vermeld, waarbij ik met name zorgvuldig om ga met fotomateriaal. De namen van mensen die reageren worden nooit door mij doorgegeven aan derden, ze blijven in mijn afgesloten Wordpress-domein.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.