Ouderverstoting (2)

Veel auteurs beperken het thema 'ouderverstoting' tot kinderen die de dupe zijn van een (v)echtscheiding. Ik vraag me af of dat terecht is: ouderverstoting komt veel vaker voor. Alleen is het dan ook diffuser: je komt moeilijker achter de oorzaak.

Kees komt uit een gezin van twee kinderen. Nadat hij een vriendin kreeg had hij steeds minder contact met zijn ouders. Ze waren nog wel op zijn bruiloft, maar daarna was er geen contact meer. Via-via hoorden de ouders dat ze opa en oma waren geworden.

Je zou kunnen denken dat de vriendin niet met haar schoonouders door één deur kon en dat zij haar partner weerhoudt van de contacten met zijn ouders.

Psychiater Bram Bakker verwijst bij herhaling naar vroegere ontwikkelingsdynamiek bij psychische of lichamelijke ziekte. In de situatie van Kees zou je je af kunnen vragen: hoe was de relatie tussen de beide broers. Dat kan niet zonder jaloezie zijn geweest (dat hoort er namelijk bij). Binnen de gezonde ontwikkeling vervaagt die jaloezie, maar er zijn ook kinderen die levenslang jaloers blijven en het gevoel hebben dat ze achtergesteld worden.

De twee jaar jongere broer van Kees had veel medische zorg nodig. Aan de andere kant presteerde hij ver boven het gemiddelde op school. Kees had van kinds af het gevoel dat hij bij zijn ouders op de tweede plaats kwam. Zijn ouders hadden veel meer aandacht voor zijn jongere broertje én ze vertelden in de beleving van Kees aan iedereen hoe knap zijn broertje was.

Alfred Adler schrijft dat het oudste kind na de geboorte van een broertje of zusje altijd in moet leveren. Van het centrum van het gezin verschuift hij meer naar de rand. Opeens is er een indringer die alle aandacht opeist. Die ervaring komt terug in de geschiedenis van Kaïn en Abel in de Bijbel. De oudste zoon is jaloers en slaat zijn jongere broer dood.  

Het gaat dus niet om het feit dat de ouders van Kees meer oog hadden voor zijn jongere broertje, al zal hij waarschijnlijk wel meer tijd en energie hebben gekost. Ik ga er vanuit dat de ouders een warm hart hadden voor beide zonen en probeerden te doen wat goed was voor hen beiden. Maar het gevoel van Kees is anders: ik kwam op de tweede plaats.

Bij de volwassenwording en het loslaten van de ouders ontstaat een nieuw kantelpunt: hoe wil ik verder met mijn leven? Een (nieuwe) relatie kan dan verstorend werken op de band tussen ouder en kind. En let wel: dat kan ook nog eens zonder dat de nieuwe relatie afwijzend reageert op de (schoon) ouders. Het gaat om een oud onderhuids gevoel waar Kees waarschijnlijk ook niet de goede woorden voor weet te vinden.  

Auteur: henk50

Ik ben orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heb ik gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Omdat ik zo lang in 'de zorg' heb gewerkt heb ik veel zogenaamde casuïstiek ter beschikking. Soms gebruik ik voorbeelden uit de dagelijkse praktijk op mijn weblog, maar de beschrijvingen zijn altijd vermengd met andere -vaak gedateerde - verhalen. Er komen dus geen één-op-één verhalen voor. Dat zou ook niet mogen vanwege het beroepsgeheim. De namen die ik gebruik zijn altijd gefingeerd. De pedagogische en psychologische voorbeelden hebben dus wel enig waarheidsgehalte, maar ze hebben de pretentie om toch onherkenbaar te zijn. Mocht de lezer toch iemand herkennen, dan is dat waarschijnlijk toeval. Een enkele keer zijn voorbeelden van dialogen geheel gefingeerd. Uit de privésituatie wordt slechts zeer beperkt iets vermeld, waarbij ik met name zorgvuldig om ga met fotomateriaal. De namen van mensen die reageren worden nooit door mij doorgegeven aan derden, ze blijven in mijn afgesloten Wordpress-domein.

2 gedachten over “Ouderverstoting (2)”

  1. @ Jan Vlek: of het ambivalent is betwijfel ik: dat is meer het thema van ‘Kom eens wat dichter bij mij uit de buurt.” Mijn familie heb ik voor een deel uitgezwaaid, het voelt ook niet meer als familie, al heb ik daar een halve eeuw over gedaan. Daar zijn andere mensen voor terug gekomen.

  2. Je ouders en de rest van het gezin en aanpalende familie kies je niet zelf bij je geboorte. Daar zit je nolens volens mee opgescheept tot je 18e verjaardag. Daarna heb je de mogelijkheid te drossen, al is afmonsteren het betere woord. In ieder geval aan je stutten trekken als de constellatie je niet bevalt.

    Vanaf die leeftijd trek je de wijde wereld in en creëer je je eigen “biotoop”; met daarin familieleden die de toets hebben doorstaan en nieuwe mensen waar dat ook voor geldt. Waarmee oude, verplichte loyaliteiten mogelijk verbleken en hopelijk nieuwe worden gesmeed. En dat als een voortrollend proces. Zo ervaar ik het altans.

    Lijkt mij een heel logische ontwikkeling, of geef ik hier blijkt van een ambivalente hechtingsstijl?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.