Vanuit Delft ligt Brussel dichterbij dan Zwolle en een internationaal treinkaartje naar België is soms nog goedkoper dan een binnenlands kaartje. Zo heb ik een keer een kaartje naar Luik gekocht toen ik een congres in Maastricht bezocht. Dat bleek een aantal euro's goedkoper.

Tegenwoordig heb ik de opdracht om één keer per week een fietsdag in te plannen. Die fietsdag verdween steeds als sneeuw voor de zon in het kader van: hoe regel ik zinvolle dagbesteding voor 70-plussers?
Deze maandag stond als een huis, maar er was zeer veel regen en een stormachtige wind voorspeld. Nochtans en desalniettemin besteeg ik weer de trein voor een bezoek aan de agglomeratie Brussel.
Ik stap uit in Vilvoorde. Veel mensen kennen die plaats niet en dat is ten onrechte. Vilvoorde is namelijk een niet onaanzienlijke plaats. Alleen val je minder op als je tegen een grote stad aangeplakt zit, staat of ligt.

In tegenstelling tot veel andere stations in België is de verbouwing van het station van Vilvoorde wel redelijk gelukt. Men is er aan begonnen en het grootste deel van de verbouwing is ook nog eens afgerond. Eigenlijk staat er nu een nieuw station zonder gebouw (ingang) naast het oude station. En ergens onderweg bevindt zich een fietsenstalling waar je voor Euro 1,50 een Bluebike kunt huren. De beheerder van de fietsenstalling merkt op dat ik ´anders Nederlands’ spreek. Dat klopt, ik ben geen Vlaming.
Ik heb vandaag geen plan en ik heb uiteraard ook geen fietskaart bij me. Ik ga gewoon mijn neus achterna. Het enige dat ik wel wil bezoeken is het park van de Drie Fonteinen, omdat mij dat door Petra is aangeraden. Maar als ik in de buurt van het Kanaal van Willebroek ben word ik twee maal bijna van mijn fiets geblazen. Dat lijkt me te gevaarlijk, mijn beide broers hebben hun heup gebroken, ik wil niet de derde zijn. Ik besluit beschutter te gaan fietsen en dat wil zeggen: niet langs het kanaal.

Nu we het toch over Vilvoorde hebben: de plaats kent een lange geschiedenis. Helaas werden de oude stadsmuren in de 20e eeuw gesloopt. De stad was een industrieel centrum van betekenis en daar passen geen antieke voorzieningen bij.
Maar ik wil het nu over de tijd na 1950 hebben, want die heb ik zelf meegemaakt. Net zoals in bijvoorbeeld Twenthe stortte ook hier de traditionele industrie in en de grote Renaultfabriek werd aan het eind van de 20e eeuw gesloten. Een grote werkloosheid was het gevolg en Vilvoorde kreeg de naam van een trieste industriestad. Bovendien werd de tram naar Brussel opgeheven omdat een kerktoren op instorten stond. Dat argument had ik nog niet eerder gehoord in het kader van bezuinigingen op het OV.
Toch gaven de gemeente en de plaatselijke industrie de moed niet op. Op allerlei plekken wordt gewerkt aan renovatie en oude industriegebouwen krijgen een nieuwe functie. Momenteel trekt de werkgelegenheid weer aan en er wordt hard gewerkt aan in infrastructuur en aan nieuwbouw. Ondertussen telt Vilvoorde bijna 50.000 inwoners. De grootste partij in de gemeenteraad zijn de Groenen, gevolgd door een liberale partij, de Open Vlaamse Liberalen.
Ondertussen blijkt Vilvoorde in een toestand van verbouwing te verkeren. Er wordt in elk geval hard aan de weg gewerkt en af en toe raak ik het fietsspoor bijster. Uiteindelijk kom ik bij een kanaal uit.

Mensen willen graag aan het water wonen, dat is tegenwoordig een A-locatie en dat zie je ook in Vilvoorde. Langs het kanaal dat de haven van Antwerpen verbindt met Brussel worden nieuwe appartementen gebouwd. Maar erg interessant zijn de oude fabrieksgebouwen die een andere functie hebben gekregen. Eén van die gebouwen doet denken aan het Unesco Werelderfgoed gebouw van Van Nelle in Rotterdam.
Het fietspad loopt dood en ik word gedwongen een grote weg met veel verkeer. Ik dacht hier beschutter te kunnen fietsen, maar dat valt bar tegen. Sterker nog: ik vind het zó gevaarlijk dat ik af en toe naast mijn schoenen en naast mijn fiets ga lopen vanwege de onveiligheid. Grote vrachtwagens passeren mij rakelings en door de valwinden langs gebouwen zwiepen de Bluebike en ik af en toe onbehoorlijk.

Hoog boven mijn hoofd rijden ook auto’s. Het is een 1700 meter lang viaduct dat o.a. een spoorwegemplacement en het Zeekanaal (Antwerpen-Brussel) overbrugd. Er zijn 23 overspanningen, zodat je de brug met recht overspannen kunt noemen. Net vandaag meldt een Belgische krant dat de brug in acht jaar tijds gerenoveerd gaat worden. Volgens mij bouw je in dezelfde tijd een nieuwe brug, maar dit is wel zuiniger. Een bevriend hoogleraar in de betontechniek rekent het allemaal op verzoek uit. Onlangs berekende hij tijdens een diner wanneer de toren van de Oude Kerk om zou vallen.
Voor de zekerheid blijf ik toch maar deze weg volgen, die tenslotte weer ongeveer bij de spoorlijn uitkomt. Ik ben nu achter het station van Schaarbeek en die plaats wil ik weer even bezoeken vanwege de vele mooie huizen. Maar voordat ik er ben moet ik nog halsbrekende fietstoeren over ingewikkelde rotondes plegen.