Was er bij Victoria sprake van simulatie of van een andere stoornis? We laten Prof. dr. P.C. Kuiper aan het woord. Hij schreef het boek Nieuwe Neurosenleer.
Professor Kuiper heeft veel geschreven over hysterie en over aan hysterie verwante neurosen. Het woord ‘hysterie’ is tegenwoordig binnen de psychiatrie in onbruik geraakt. Maar we weten allemaal wel wat er mee bedoeld wordt.
Het woord hysterie komt van ‘baarmoeder’. Het zou suggereren dat dit beeld typisch vrouwelijk is. Dat zou je wel kunnen denken als je de casuïstiek van Sigmund Freud bestudeert. Maar bedenk dan wel dat zijn cliënten louter de ‘upperclass’-dames waren uit het Victoriaanse Wenen. Eén van de culturele verworvenheden van deze dames was dat ze spontaan flauw konden vallen.
Tegenwoordig wordt dr.P.C. Kuiper nogal verguisd. Hij merkt het niet, want hij is overleden. Maar het is o.a. Kuiper geweest die er op heeft gewezen dat hysterie ook bij mannen voorkomt en veel vaker dan we denken.
Simulatie
Bij Victoria was duidelijk (dat kon een geoefend waarnemer ook wel zien aan haar lichaamstaal en met name aan de mimiek) dat er sprake was van simulatie. Ze was geoefend in het ter plekke verzinnen van een ingebeelde ziekte als ze haar doel niet kon behalen. Dat ze daarbij handig gebruik maakte van bekende medische termen kwam omdat ze dat van huis uit had meegekregen (haar moeder was verpleegkundige).
Conversie
Bij simulatie wordt een ziekte voorgewend. Maar er bestaat een ander, meer complex, psychologisch verschijnsel: de conversie. Dat is een echte functiestoornis die ontstaat als gevolg van een onderliggend psychologisch conflict.
Meneer de Vries heeft grote moeite met het gedrag van zijn zoon. De zoon is verstandelijk beperkt, maar weet op de één of andere manier precies de zwakke plekken te vinden in zijn omgeving. Dat roept regelmatig woede op bij de begeleiding, maar ook bij zijn vader. 'Als hij niet gehandicapt zou zijn zou ik hem gewoon een tik verkopen' zei de vader tijdens een bespreking. Een jaar later kreeg de vader last van verlammingsverschijnselen in zijn rechterarm. Er volgden tal van onderzoeken, maar er werd geen lichamelijke oorzaak gevonden. Daarna kreeg de vader psychologische hulp aangeboden. Daarbij kwam al snel het onderwerp 'woede' ter sprake. De vader vertelde hoe boos hij eigenlijk was op zijn zoon, maar dat hij niet boos mocht worden. Toen dit onderwerp enkele keren was besproken verdwenen de verlammingsverschijnselen uit zijn rechterarm. Die arm was bij wijze van spreken de arm die verlamd was geraakt omdat hij geen tik mocht geven.
Een conversieverschijnsel is dus een onbewust proces. De vader had geen enkel idee dat zijn verlamde arm te maken kon hebben met zijn boosheid. Het was dus geen simulatie. Het was ook geen hypochondrisch verschijnsel. Dan ben je zó geobsedeerd door een lichamelijke klacht dat je alles wat er maar gebeurt verklaart vanuit die klacht.
Conversie is de uiting van een psychisch conflict in de vorm van een lichamelijke functiestoornis. Conversie komt meestal tot uiting als verstoring in de motoriek (een arm of een been die niet meer willen), maar kan ook te maken hebben met de zintuigen, zoals opeens iets niet meer kunnen zien of voelen). Aldus prof. P.C. Kuiper.