De Rotte waaiert alle kanten uit. Hemelsbreed is de rivier nog geen 14 kilometer lang, maar over het water 22 kilometer. Je hebt dus steeds andere vergezichten.

In de verte de wijk Nesselande: de meest noordelijke punt van Rotterdam met een heuse boulevard langs het water.
Ik fiets gestaag verder en zie dan opeens een fietsbrug over de Rotte. Die is hier zonder mijn toestemming en mijn medeweten aangelegd. Ik dacht dat ik via Zoetermeer moest fietsen, maar ik kan dus eerder de terugweg aanvaarden.

De weg terug leidt door het kassengebied van Bleiswijk en Berkel. Vroeger was het Westland de Glazen Stad, maar het glas is naar het noorden opgeschoven. Onderweg zie ik nog een kist helemaal vol met afgekeurde paprika’s. Ze zijn nog prima eetbaar en zeker geschikt voor het maken van paprikasoep. Bij een volgende kas zie ik afgekeurde gerbera’s die het nog prima een paar dagen vol kunnen houden. Zo komt Jan Splinter door de winter.

Met een ingewikkelde bocht kom ik op de rechte weg door de Overbuurtsche Polder uit. Langs de weg weer aan beide kanten kassen en veel Poolse auto’s van seizoenarbeiders. Na de HSL kom ik op de weg uit die Delfland en Schieland van elkaar scheidt. Het fietspad heet het Muziekpad en fietsers worden op tal van plekken aangemoedigd om (nette) liederen ten gehore te brengen.
Rechts ligt Berkel. Ik fiets door het oude dorp en daarna door eindeloze nieuwbouw uit deze eeuw. Voor mijn vriend Arie, die hier opgroeide en inmiddels al een halve eeuw in Groningen woont, is het hier niet meer leuk. Hij herkent er niets meer. Ook de kerk, zijn vroegere woonhuis, de boekhandel waar hij werkte en zijn school zijn met de grond gelijk gemaakt.
De nieuwbouw is volgens Vinex-concept ruim opgezet, wat te gewild gevarieerd, teveel vanaf de tekentafel door planologen die leuk wilden wezen.

En vrij smalle groene buffer scheidt Berkel en Pijnacker van elkaar (beiden uit de kluiten gegroeide tuindersdorpen, te vergelijken met Heerhugowaard in Noord-Holland). Er zijn nog enkele oudere wegen met authentieke boerderijen, die soms worden vervangen door protservilla’s met hekwerk.
Bij een zorgboerderij en bij een andere boerderij koop ik sla, tomaten, paksoi, eieren en tulpen. De laatsten zijn niet eetbaar.
Het was een ongepland ritje, gewoon mijn neus achterna. Maar in deze wirwar aan bebouwing kun je werkelijk alle kanten uit. Met voldoende afwisseling om het lang vol te houden.