Soms zijn er in de psychosociale hulpverlening mensen die werkelijk van alles hebben gedocumenteerd. Je bent als behandelaar vooral bezig met het sorteren van de informatie die ze aangeven. Wat is er mogelijk aan de hand?
De meest voor de hand liggende verklaring is dat de cliënt de controle houdt. Door zo veel te vertellen houdt hij of zij het gesprek op een voor hem of haar veilige manier gaande. De behoefte aan controle kan overigens ook te maken hebben met de chaos in het eigen hoofd, waardoor elke nieuwe informatie bedreigend kan zijn.
Mevrouw van Vliet maakte de begeleiders op de woning wanhopig. Als ze op bezoek kwam kwamen de begeleiders niet meer aan hun werk toe. Alles rond haar dochter moest tot in detail besproken worden. Er werd afgesproken dat mevrouw van Vliet alleen op afspraak (als de persoonlijk begeleider vrijgesteld kon worden) in gesprek mocht gaan. En verder kon ze contact opnemen met de leidinggevende van de woning of met de orthopedagoog. De leidinggevende bleek de moeder heel kort te houden, waardoor mevrouw van Vliet regelmatig de orthopedagoog consulteerde. Dat leidde er o.a. toe dat de orthopedagoog instructies kreeg dat de melk niet 45 seconden in de magnetron moest worden opgewarmd, maar één minuut. Dat was vanwege de mogelijke darmkrampen van haar dochter.
Het leek wel of mevrouw van Vliet met iedereen in gevecht ging om controle over de zorg voor haar dochter. Collega en vriend Chiel Egberts heeft hier boeken vol over geschreven. Het is ook duidelijk dat niet alleen de begeleiders, maar ook de manager en de orthopedagoog gefrustreerd kunnen raken door de gesprekken met mevrouw van Vliet. Maar die frustraties leiden op hun beurt bij haar weer tot verwarring.
Het bovenstaande is geen voorbeeld uit de GGZ, maar uit de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Maar stel je voor dat je psycholoog bent en je krijgt een patiënt in de stoel of op de divan die zóveel praat dat jij er niet tussen kunt komen, wat moet je dan ‘doen’?
Komt een patiënt bij de dokter
Maar dit kan zich ook voordoen bij een patiënt die bij de dokter op bezoek komt. Daar staan tien minuten voor, maar wat als de patiënt maar liefst tien bladzijden aan documentatie mee heeft genomen die allemaal op hun beurt ook nog vragen om een mondelinge toelichting van zijn kant. Zoals de hoog opgeleide techneut die al zijn winderigheid keurig in een schema en grafieken had ondergebracht en met de dokter wilde overleggen of het schema statistisch wel voldoende was onderbouwd.
Dit kost soms veel tijd. Zo brengen dergelijke cliënten vaak kopieën en aantekeningen mee van voorgaande behandelingen, alsook medische rapporten. Verwacht wordt dat de arts deze documenten met aandacht zal doornemen. Doet hij dat niet, dan voelt de patiënt zich niet serieus genomen.
Psychotherapeut Aäron Beck schrijft: “De rigiditeit van de cliënt, zijn moeite met emoties en het feit dat hij relaties als minder belangrijk beschouwt, spelen een belemmerende rol bij het gezamenlijk en gemakkelijk opstellen van het behandelplan.” Met andere woorden: op die manier bereik je ook je doel niet.
Verder komen door af te bakenen
- De therapeut realiseert zich, maar heeft er ook begrip voor dat het gedrag voortvloeit uit de overmatige behoefte aan controle en perfectionisme van de kant van de cliënt.
- Het is echter niet effectief om de cliënt zoveel ruimte te bieden. Dan verzandt de behandeling en therapeut én cliënt raken vermoeid. De cliënt vraagt zich steeds weer af wat hij nog meer heeft vergeten te vermelden. Zowel de therapeut als de cliënt zijn uiteindelijk meer gebaat bij gerichte en gesloten vragen.
- De therapeut kan de cliënt onderbreken met positieve interventies, bijvoorbeeld: ‘Ik vind dat u dit helder en duidelijk hebt uitgelegd.’ Vervolgens wordt een structuur aangeboden waar korte antwoorden vanzelfsprekend zijn: ‘Ik ga u nu enige tientallen vragen stellen waar u alleen ja of nee op hoeft te antwoorden.’ Daarna volgt een aantal gesloten vragen.
- Als de patiënt met een detail komt dat bij de behandelaar vragen oproept moet dat weer niet uitgebreid worden besproken. De behandelaar moet niet in de verleiding komen om nu een open vraag te stellen, want dan raakt alsnog het einde zoek. Het is ook dan van belang om te proberen te komen tot gesloten vragen. Loopt het antwoord alsnog uit de hand, dan kan worden verwezen naar de tientallen vragen die nog gesteld moeten worden. Probeer ook bij vragen naar details steeds de vragen gesloten te houden. Bij wijdlopige antwoorden kan gerefereerd worden aan de tientallen vragen die nog gesteld moeten worden.
Je moet het allemaal maar (aan)kunnen als behandelaar. Zoveel patiënten, zoveel behandelopties... Daarom heeft ook een behandelaar supervisie nodig...