Voor de verklaring van het belang van de hechting gebruik ik vaak de metafoor van een eiland. Meestal noem ik daarbij Texel, omdat ik dat eiland het beste ken.
Bij mensen die onveilig gehecht zijn zijn de dijken rond het eiland te laag. Het gevolg is dat het eiland bij elke vloed overspoeld kan raken. Bijvoorbeeld: mamma is niet fit en dochter raakt totaal ontregeld.

De dijk is te laag, waardoor de dochter overspoeld wordt door haar moeder die zich niet prettig voelt. Ze neemt dus alle emoties van haar moeder in zich op. Bij een peuter is dat vrij normaal, zeker tussen 6 en 18 maanden. Dat wordt ook wel de symbiotische fase genoemd. Naarmate kinderen ouder worden hebben ze doorgaans meer ‘ik’ ontwikkeld, waardoor ze minder van hun stuk raken. Daar gaat de theorie over de zelfbeelden over.
Er wordt wel eens gezegd dat het precies aan kunnen voelen van de ander een gave is, maar het is eigenlijk een last, al maken sommige oplichters, mensen met grensoverschrijdend gedrag en zogenaamde waarzeggers daar dankbaar gebruik van: ze herkennen vaak direct de zwakke plekken van de ander.
Afweermechanismen
Om met de kwetsbaarheid om te kunnen gaan gebruiken mensen afweermechanismen. Elk mens heeft zijn eigen systeem van afweermechanismen. Soms zijn ze goed, maar soms ook niet, omdat ze bijvoorbeeld teveel psychische energie opslurpen.
Sigmund Freud is de bedenker van de afweermechanismen. Eén van de bekendste is de projectie: “Zoals de waard is zo vertrouwt hij zijn gasten.” Je accepteert je eigen verkeerde neigingen niet, maar dat is te eng, dus verwijt je dat gedrag een ander. Je hebt dan eigenlijk een te lage dijk, maar daar wordt niet aan gewerkt, je moet elke keer zandzakken neerleggen.
Sigmund Freud en zijn volgelingen hebben een hele reeks aan afweermechanismen bedacht, maar deze keer geef ik een andere ‘vertaling’ mee.
- Vermijding
Je kunt vermijden. De dijk is zwak, maar daar doe je niets mee, omdat je niet weet hoe dat moet. Je gaat jezelf afsluiten van de omgeving en doet net of er niets aan de hand is. Je gaat bij wijze van spreken op de Hoge Berg (een keileembult op Texel) zitten en je sluit je af voor wat er verder gebeurt. Dat gebeurt veel met emoties: zodra het over emoties gaat wordt het voor veel mensen ingewikkeld en stokt het gesprek: je wilt het er niet over hebben. Het voordeel van vermijden is dat je dat lang vol kunt houden, maar als je weinig anders doet dan van alles vermijden is dat geen gezond teken.
Een andere metafoor is dat je betonblokken in de haven van ’t Horntje dumpt, zodat de veerboot niet aan kan meren. Je hebt jezelf geïsoleerd.
2. Stekels opzetten
Je kunt je stekels opzetten. Dat is als je in de aanval gaat. Zelfs de minste kritiek op hoe je iets hebt gedaan valt je als een persoonlijke aanval op en je schiet direct in de verdediging. Bijvoorbeeld: er wordt je gevraagd of je nog even iets zachter wilt praten en je schreeuwt meteen terug dat die ander begon te schreeuwen. Het zinnetje “Jij begon” bij een conflict is zo’n stekel.
Iedereen kent in zijn omgeving wel mensen die nauwelijks met kritiek om kunnen gaan en die daarom meteen uit hun slof schieten. Omgekeerd kun je bij ‘vermijding’ de persoon noemen die alle kritiek klakkeloos accepteert en al bij voorbaat zijn excuses aanbiedt.
3. Gaan controleren
- Als je overspoeld dreigt te raken of als je geen passend antwoord weet kun je ook in de controlemodus schieten. Alles komt bijvoorbeeld opeens erg precies: het moet gebeuren zoals jij het in je hoofd had. Zo zijn er mensen die niet goed in staat zijn om met anderen samen te werken: ze willen steeds bepalen hoe de ander zich moet gedragen, wat de spelregels zijn. Gaat de ander daar niet in mee, dan neemt de spanning en de behoefte aan controle nog verder toe. Ook obsessief-compulsief gedrag (in de volksmond: dwangmatige gedrag) is een bekend voorbeeld van controlerend gedrag.
4. Dissociatie
Het meest pathologische van de mechanismen is dissociatie. Je bent even helemaal afwezig. Vaak zie je dat ook aan de ogen die heen en weer schieten en aan de lichaamstaal: het bevriezen. Mensen zijn niet zelden hun hele oriëntatie kwijt en weten zich later van het moment niets meer te herinneren.
Dissociatie is niet altijd zo gemakkelijk te herkennen. Ik gebruikte er in de praktijk soms een schaal voor, waardoor je meer aanwijzingen kreeg. Soms lijkt dissociatie zelfs op een epileptisch insult. Dissociatie is sterk verbonden met eerder ervaren trauma’s. Als je er ‘niet bij bent’ kun je de herinnering wegstoppen op het moment dat een associatie aan dat trauma oproept.
Het bovenstaande doen we allemaal, ook mensen die veilig zijn gehecht. Als het kenmerkend wordt (het is je manier om te overleven geworden) is het een signaal voor een onveilige hechting. Mensen met een onveilige hechting zijn veel gevoeliger voor trauma's. Een stevige dijk kan je voor een deel beschermen tegen het blijvend overspoeld raken door negatieve ervaringen.
Hoi Henk, ik nam je stukje over de liefdesmeter die je zou ontwikkelen in Delft (2019) gelukkig niet serieus. Maar heeft Oek de Jong echt zoiets gemaakt?