Vroeger had je een aantal landelijke en een aantal regionale dagbladen. En je had een beperkt aantal zenders op televisie. Het waren de kavels waarin de opinie in Nederland zo ongeveer verdeeld was. Meer smaken waren er (bijna) niet.
Peter Pomerantsev, ooit werkzaam voor de Russische televisie, is tegenwoordig leidinggevende voor het Britse onderzoeksbureau Arena. Het valt hem op dat er vroeger werd gesproken over ‘de waarheid’. Iets was waar, ook als het niet waar was. Het blad van de CPN heette ‘de Waarheid’. Het streven was om iedereen van die waarheid te overtuigen.
Dat is tegenwoordig heel anders. Er wordt geroepen dat dé objectieve waarheid niet bestaat. Alle waarheden worden gekleurd door de persoon in kwestie en door diens belangen. Dus kan een medicijn als HCQ net zo goed wél als niet werken tegen corona. Het is maar net hoe je dat allemaal hebt onderzocht.
Deze gegevens zijn ontleend aan: Bas Heijne, Mens/ onmens, Promotheus, 2020
Het wonderlijke is dat die ontwikkeling voor een deel wordt aangestuurd door de advertenties. ‘Hoe vaker Salvini wordt geciteerd op Italiaanse websites, des te vaker wordt er geadverteerd op die sites. Het gevolg is dat Salvini vaak wordt geciteerd, want dat levert weer geld op’. De advertentietechnologie bepaalt dus voor een deel wie er steeds vaker in beeld komt: de mensen die er uit springen omdat ze opvallende uitspraken doen. Het midden wordt steeds minder gehoord, de extremen komen steeds gemakkelijker aan bod.
Het gevolg is een fragmentatie van de samenleving in tal van kleine digitale gemeenschappen. Geen vijf landelijke kranten en tien regionale dagbladen meer, maar een versplintering aan duizenden digitale communities waar niemand meer grip op heeft. En die losse bubbels worden weer zich herhalende internetfora met bepaalde patronen aan advertenties en aan standpunten. Binnen die fora heerst wantrouwen naar andere fora toe, want ze claimen de waarheid omdat ze vooringenomen zijn. Dat je zelf ook vooringenomen bent doet er niet toe, want de absolute waarheid bestaat niet.
Voor de politiek is dat ingewikkeld. Wat speelt er eigenlijk in de samenleving als er duizenden verschillende internetfora bestaan? Volgens Pomerantsev ontstaat er op die manier een politieke cultuur die vreemde tegenstellingen (die niets met elkaar te maken hebben) overbrugd in het zoeken naar een gemeenschappelijke vage vijand.
Zo profileerde Boris Johnson zich als de man van het gewone volk, die tegen het establishment was en omdat hij tegen de gevestigde orde was, was hij ook tegen Europa als gevestigde orde. En waarom is de EU slecht? Omdat men massa-immigratie stimuleert en omdat men niet opkomt voor de rechten van de dieren. Dus wil je een Brexit, stem dan Johnson.
De tegen-onder positie spreekt veel mensen aan, het opkomen voor het gewone volk eveneens, en inderdaad moeten de dieren goed verzorgd worden en massa-immigratie leidt ook tot toenemende spanningen, dus ja, we stemmen Johnson.
Maar waar kwam die wonderlijke combinatie van ideeën vandaan? Kwam Johnson eerder op voor de dieren? Nee, het was slimme marketing die op dat moment goed uitkwam.
Waar het aan ontbreekt is, aldus Pomerantsev, een gebrek aan visie voor de toekomst. Veel populistische politici verheerlijken het verleden: het is nostalgie-politiek. Voor nostalgie heb je weinig feiten en bewijzen nodig: je drijft op de emotie van vroeger. En zo moet het maar blijven, dan worden we vanzelf weer gelukkig.
Ontwikkelingen.
Ik heb hem ook op mijn blog gedeeld.
Mooie observatie. Ik vind dat zorgelijke ontwikkelen.