Je ziet hem niet, maar je voelt hem wel. De Kleine Professor. En hij heeft altijd met je jeugd te maken. In je reactie op mensen en situaties word je met elastiekjes terug getrokken naar je positie als kind.
Maar als je hem voelt, weet je toch niet waar hij vandaan komt. Wat maakt dat ik me nu opeens onzeker voel? Waarom reageer ik zo op deze persoon? Die onzekerheid komt omdat de Kleine Professor als een soort intuïtieve reflex tevoorschijn komt, voordat je goed hebt kunnen nadenken.
De Kleine Professor gebruikt de redeneringen die je als kind uitprobeerde om je omgeving verklaarbaar verklaarbaar en voorspelbaar te maken. Eigenlijk is het een ouderrol die je als kind op je nam (transactionele analyse).
Je moeder was op sommige dagen snel uit balans. Dan kon ze niets aan haar hoofd hebben. Daar hield je rekening mee. Je zorgde dat je een beetje uit de buurt bleef, je maakte jezelf min of meer onzichtbaar. En je had ook een verklaring: als ze zo doet heeft ze vast weer hoofdpijn. Ze kan er dus niets aan doen. Ik moet maar een beetje zorgen dat het goed met haar komt.
De rol van Kleine Professor die vooral sensitieve en ‘zorgende’ kinderen gemakkelijk op zich nemen is niet uitgespeeld als je volwassen bent. De ‘schema’s’ uit je jeugd spelen nog door als je groot gegroeid bent. Ze vormen de ‘prints’ voor (een deel van je) huidige gedrag.
Mevrouw Kuiper is erg precies
Mevrouw Kuiper is in behandeling bij de psycholoog. Ze is ontzettend stipt. Alles moet precies in orde zijn. Ook wil ze het naadje van de kous weten als het gaat om de verzekering, het behandelplan, de verdere gang van zaken. Ze wil ook weten waarom de behandelaar bepaalde dingen wil weten. Wat is daar de bedoeling van?
Daar kan deze psycholoog niet goed tegen. Ze doet hem denken aan zijn moeder, die ook altijd zo precies was. De psycholoog heeft het gevoel dat mevrouw Kuiper hem te dicht op de huid zit. Dat hij daar zo gevoelig voor is heeft met zijn voorgeschiedenis te maken.
Mevrouw Kuiper komt ook altijd stipt op tijd. Dat hoort bij haar. Maar deze keer is ze tien minuten te laat. Daar reageert de psycholoog geïrriteerd op. De spanning die hij bij haar opbouwde komt er op een onhandige manier uit.
Mevrouw Kuiper is duidelijk van slag. Ze probeert altijd alles zo netjes te doen en natuurlijk was het dom dat ze te laat was. Het is ook allemaal haar schuld.
De bedoeling was dat mevrouw Kuiper een beetje minder volgens de regels zou durven te werken. Je zou dus – vanuit het kader van de therapie – kunnen zeggen: prima dat ze te laat is. Er gebeurt geen ramp als je een keer te laat bent, en er wordt niemand boos.