Sinds we in Delft wonen is België opeens veel dichterbij, en fiets ik nauwelijks meer in Duitsland. En door corona kwam er al helemaal de klad in. Maar dat 9 euro ticket: dat moest toch wel uitgeprobeerd worden...
Maar wat is Duitsland zonder de fiets? Dus nam ik mijn volbloed Friese Batavus mee naar Hagen. Die plaats is o.a. bekend van Nina Hagen, maar zij heeft er nooit gewoond. Wie er wel vandaag komt is zangeres Nena van de 99 luchtballonnen.

Hagen is het oosteinde van het Ruhrgebied. Daarna fiets je Sauerland binnen. Tussen alle grote steden in het Ruhrgebied valt de stad eigenlijk niet zo op. De eerste keer dat ik hier onvoorbereid kwam dacht ik dan ook aan een kleine stad. Maar ik raakte al meteen verstrikt in een web van autowegen. Op een gegeven ogenblik fietste ik zelfs op de autoweg.
Hagen heeft dan ook een zeer strategische ligging. De plaats ligt aan een knooppunt van autowegen en spoorwegen. Het station van Hagen is één van de drukste van Duitsland. Er stoppen treinen van tien regionale spoorlijnen en tal van Intercity’s, zoals treinen naar Berlijn en naar Zuid-Duitsland. Zo’n verkeersknooppunt trekt bedrijvigheid aan.

Vergis je dus niet: Hagen telt zo’n 170.000 inwoners. Dat is net zoveel als Nijmegen. De universiteit van Hagen is één van de eerste die zich op onderwijs op afstand toelegde. Er studeren zo’n 80.000 studenten. Die hebben niet allemaal een kamer in Hagen nodig, dat is een voordeel van dit onderwijs op afstand.
Op 14 april 1945, dus vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, werd Hagen door Amerikaanse bombardementen getroffen. In de binnenstad was geen huis meer bewoonbaar. Er waren tienduizenden daklozen. Ondertussen had Adolf Hitler het zogenaamde Nero-befehl afgekondigd. Dat betekende dat de (eigen) Duitse manschappen alle infrastructuur moesten vernietigen. Zo bleef er een kaalgeslagen stad over die doet denken aan de beelden van 2022 van Mariupul en Sverdonesk.

Ik ben altijd bewondering voor de manier waarop (West-) Duitsland in snel tempo herbouwd werd. Maar daar werden de steden niet bepaald mooier van: er moest snel en efficiënt herbouwd worden. Je ziet er veel architectuur uit de jaren ’50. Wat dat betreft heeft West-Duitsland een remmende voorsprong op de steden in Oost-Duitsland, waar (later) meer in oude stijl werd herbouwd.
Hagen is dan ook geen mooie stad, al staat er een aantal imposante gebouwen, benevens een Bunker-Museum. Het stratenpatroon is rechthoekig en de stad is vooral in de lengte uitgebouwd. Wat dat betreft doet de stad wat Amerikaans aan. Er is trouwens ook een MacDonalds.
Rest mij nog te vertellen dat een door Hagen opgeslokt dorp Henkhausen heet. En dat mijn vroegere wiskundeleraar (uit 1963) H.E. Hagen heette en dat zijn woonadres in De Bilt opeens weer opplopte. Waarom zit dat adres in mijn hoofd? Dat kost allemaal cognitieve ruimte.