De één wordt op een voetstuk gezet en de ander kan het nooit goed doen. Dat is kenmerkend voor het verschijnsel 'splitting'. Het is één van de meest bekende karakteristieken van borderline, maar je ziet het ook breder bij o.a. narcisme.
Het is belangrijk dat opvoeders die met kinderen met verstoorde hechting werken zich realiseren dat deze processen onder het complexe gedrag van aantrekken en afstoten – liggen.
De kinderen zijn er op uit om datgene wat ze al eerder in hun leven mee hebben gemaakt zich te laten herhalen. Ze ‘testen the limit’ omdat ze al veel vaker weggestuurd zijn. Op die manier heb je toch nog controle. En het zwart-wit denken heeft daarbij te maken met de onzekere binnenwereld: eigenlijk mag ik er zelf niet zijn, maar het is veel te bedreigend als ik mezelf dat gevoel toesta.
Affecthonger
Desondanks zie je vaak dat een deel van deze kinderen naar volwassenen trekt. Ze hebben een grote affecthonger. In een instelling doen ze een appèl op begeleiders om er toch vooral voor hen te zijn. Bijvoorbeeld als je dienst er op zit willen zij jou nog nét iets vertellen wat hen dwars zit. Ze kunnen zelfs zó ver gaan dat ze tegen je zeggen dat jij de enige bent aan wie ze dit vertellen en dat je ook de enige bent die hen zó goed begrijpt. Ze gaan er vanuit dat de begeleider altijd voor hen klaar moet staan.
Deze kinderen zijn zeer gevoelig voor aandacht die naar andere kinderen gaat. Ze voelen gedeelde aandacht als afwijzing, al is dat niet zo sterk als bij kinderen van wie de sociaal-emotionele ontwikkeling in de eerste helft van de peutertijd geblokkeerd is geraakt.
Je wilt dus als begeleider nét naar huis, en dan roept Mariska jou. Je bent moe en eigenlijk zou je naar huis willen gaan. Bovendien heb je beloofd om op tijd thuis te zien. Maar kun je die vraag van Mariska laten liggen? Ze heeft jou immers nodig? Het gevolg kan zijn dat je een beklemmend gevoel krijgt. Je voelt je letterlijk klem gezet. En je gaat tóch maar in op de vraag van het kind.
Dat is een klempositie waarin vooral opvoeders terecht komen die zelf ook emotionele tekorten hebben ervaren en het daardoor extra goed willen doen. Dat is een mooi mechanisme, maar het werkt juist bij deze kinderen averechts. Je moet op een vriendelijke manier jezelf beschermen en de grens stellen.
Nogal herkenbaar… 😦