Hechting en spel (1)

Veilig gehechte kinderen laten doorgaans een 'hoger' spelniveau zien dan onveilig gehechte kinderen. 

Onveilig gehecht kinderen zijn bijvoorbeeld vaker destructief in hun spel (dingen stuk maken) en ze hebben meer moeite met samenspel (ze spelen alleen of ze spelen vaker de baas, dat is een vorm van controle over anderen).

In een antroposofische instelling kwam ik de GOrS tegen, een gestructureerde manier om spel bij kinderen te observeren (de Gestructureerde Orthopedagogische Spelobservatiemethode, de r is er tussen geplakt om het netjes te houden). In 2015 promoveerde Pim van der Pol op een onderzoek rond de GORS.

Van der Pol analyseert spel aan de hand van de driehoek herhaling-verbazing-variatie. Is er geen verbazing, dan is er geen spel. Er zijn kinderen die geen rust hebben om zich te verbazen. Er zijn ook kinderen die alleen maar herhaling willen. Ook zij komen niet tot spel. Spel zou je – in navolging van Jacques Heijkoop – kunnen zien als een vorm van geplande variatie.

Daarnaast maakt Van der Pol, in navolging van Vermeer – niet schilder Johannes, maar Dr. E.E.A, het onderscheid tussen realiteit en fantasie. Vermeer ziet in het spelniveau een aantal fasen (geen bloemenvazen, maar stappen). Als een kind alleen maar de realiteit kan spelen is het geen spel. Omgekeerd: als er geen link is met de realiteit is het ook geen spel. Goed spel zit tussen de realiteit en de fantasie in. De realiteit speelt een rol in de fantasie, in het verbeeldend spel.

Spel werkt ook met afspraken. Heel mooi wordt dat in de taal verwoord: zogenaamd. Bijna ieder kind gebruikt dat woord…. Het is een sleutelwoord waaruit blijkt dat kinderen het onderscheid maken tussen realiteit en fantasie.

In de GORS komen al deze elementen terug. Het is een gestructureerde, van te voren opgezette methode, waarbij degene die het spel observeert ook het spel bijstuurt. Je volgt dus niet het kind, je kijkt wat het kind doet in verschillende omstandigheden. Ondertussen speelt de observator ook zijn rol binnen het spel.

Het eerste deel van de GORS is het ‘wereldmateriaal’: allerlei poppetjes, dieren, auto’s  en huisjes van zeer realistisch naar erg vaag. Je kunt er ook van alles mee bouwen: een hek, een gevangenis, een ziekenhuis.

Het tweede deel van de GORS is het winkeltje. Daarbij speelt het kind de verkoper en de observator is de klant. Ook hier weer een heel realistische sinasappel en banaan, maar ook allerlei voorwerpen die allerlei betekenissen kunnen hebben (een blokje kan kaas zijn, maar ook een pak margarine). Wat ‘doet’ een kind met de verschillende voorwerpen?

Een derde onderdeel van de GORS is een individueel thematisch spel. Een baby is ziek en de dokter moet opgebeld worden. Hoe pakt het kind die rol van dokter op? De observator speelt ‘zogenaamd’ de vader of de moeder van het kind.

Het laatste onderdeel van de GORS is het spel met zand en water, waarbij een vader en een moeder eend, 2 kinder-eenden, een krokodil en een persoon aanwezig zijn. Hoe speelt het kind in deze omgeving zijn spel?

De observatie gaat om het spelbeeld (bijv. chaos) en het niveau van het spel, de thematiek (bijv. welke thema’s komen steeds terug?) en de kwaliteit van interactie met de observator (bijv. langzaam wennen, claimen enz.).

In een volgend blog geef ik ter illustratie drie vormen van spel weer van kleuters op dezelfde leeftijd en met dezelfde cognitieve ontwikkeling. 

Auteur: henk50

Ik ben orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heb ik gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Omdat ik zo lang in 'de zorg' heb gewerkt heb ik veel zogenaamde casuïstiek ter beschikking. Soms gebruik ik voorbeelden uit de dagelijkse praktijk op mijn weblog, maar de beschrijvingen zijn altijd vermengd met andere -vaak gedateerde - verhalen. Er komen dus geen één-op-één verhalen voor. Dat zou ook niet mogen vanwege het beroepsgeheim. De namen die ik gebruik zijn altijd gefingeerd. De pedagogische en psychologische voorbeelden hebben dus wel enig waarheidsgehalte, maar ze hebben de pretentie om toch onherkenbaar te zijn. Mocht de lezer toch iemand herkennen, dan is dat waarschijnlijk toeval. Een enkele keer zijn voorbeelden van dialogen geheel gefingeerd. Uit de privésituatie wordt slechts zeer beperkt iets vermeld, waarbij ik met name zorgvuldig om ga met fotomateriaal. De namen van mensen die reageren worden nooit door mij doorgegeven aan derden, ze blijven in mijn afgesloten Wordpress-domein.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.