Laat ik maar weer eens plaatsnamen gaan prikken. Al die fietsverhalen lezen wordt voor jullie op den duur ook vervelend. De naam die ik blindelings met een 'A' prikte was Aartswoud.
Ik weet dat een deel van de lezers van dit blog nooit in Aartswoud is geweest. Dat is jammer, want de mensen zijn er aardig en de weilanden zijn er groen.

Vroeger lag Aartswoud aan de Zuiderzee. Het kon er flink spoken, vooral bij Noordenwind als het water opgestuwd werd tegen een scherpe hoek in de dijk. Het verhaal gaat dat de (stompe) kerktoren van Aartswoud ook dienst deed als vuurtoren. Soms ook als vuurtoren om schepen op een dwaalspoor te brengen. De opvarenden werden dan wel gered, maar de buit was ook binnen.
Tegenwoordig wonen er op de 244 adressen van Aartswoud bijna 500 mensen. De VVD kreeg bij de vorige verkiezingen duidelijk de meeste stemmen, maar dat is gebruikelijk in Noord-Holland.
De inwoners van Aartswoud leefden destijds van de veelteelt en van de walvisvaart. Waar ze nu van leven weet ik niet. Er is wel een aantal (veeteelt-) bedrijven, maar ik vermoed dat veel inwoners ’s morgens hun biezen pakken en naar het werk elders gaan.

Er is in Aartswoud een Rundveemuseum. Dat zat dicht toen ik het wilde bezoeken, dus ik kan jullie er niets over vertellen.
De mensen in Aartswoud voelen zich voor het grootste deel gezond, aanzienlijk gezonder dan in Den Helder of Sas van Gent. Dat is maar goed ook, want er is geen dokter in Aartswoud. Voor de dichtstbijzijnde dokter moet je vier kilometer fietsen. De apotheek is nog verder weg. Er is wel een brievenbus in Aartswoud. Die staat aan de Schoolstraat. Er is ook een basisschool: de Dubbele Punt. Die staat ook aan de Schoolstraat. De wereld klopt hier dus aardig.

Voor het voortgezet onderwijs moet je niet in Aartswoud zijn. Daarvoor moet je minimaal 11 kilometer fietsen. Maar dat is een gezonde bezigheid.
De politie meldt dat er in Aartswoud in 2020 één fiets werd gestolen. Die was niet van mij. Ik ben in 2020 niet in Aartswoud geweest.
Er is ook één auto gestolen. Die was ook niet van mij, want ik heb nooit een auto gehad.
Aartswoud heb ik een keer van boven kunnen bekijken. Toen zat ik in een mandje dat onder een luchtballon hing. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor.