Nu Tineke uitgeschakeld is ben ik aan de beurt om mijn kookkunsten tentoon te spreiden. Zo heb ik zondag twee eieren gebraden.
Als geboren Barneveldse heeft Tineke wel wat met kippen en met eieren. Ooit hielden wij zelfs een in de bosjes aangetroffen kuiken op het stadse balkon in Amsterdam. Ik had wormen voor het kuiken verzameld, maar er zat geen rem op de eetbehoefte van het kuiken. Het was te gulzig en at er teveel van. Na een tijdje lag het kuiken te hijgen op de keukenvloer. Het was allemaal teveel en te lekker. Voor zijn leven werd gevreesd.
Na enkele weken begon het kuiken te kukelen. Dat geeft geluidsoverlast op een Amsterdams balkon. Het kuiken verhuisde als haan naar de plaatselijke kinderboerderij.
Terug naar het ei. Ik koop af en toe eieren ‘langs de weg’. Er zijn zelfs eieren te koop met een dubbele dooier. Die blijken niet zo lekker te zijn. Maar die gewone eieren van een lokale boer: die zijn prima te eten. Je kunt ze ook koken. Dus kookte ik zondag voor Tineke twee eitjes. Ik heb nog even in een kookboek gekeken hoe dat moest.
Het leek mij wel handig als Tineke de twee eieren in haar eentje verorberde. Met dop en al, want de meeste vitamine zit onder de schil. Maar die doppen leken mij handig voor de bot-aangroei. Volgens mij zit er veel kalk in eierdoppen. Scheikundigen schijnen dat calcium te noemen. Dat helpt bij de bot-aangroei.
Toen ik Tineke de eieren voorschotelde vroeg ze waar ik die vandaan had. Ik sprak en zeide: "Uit de koelkast." Tineke antwoordde: "Die wáren al gekookt." Volgens mij waren het nu gebraden eieren geworden. Twee maal koken is volgens mijn scheikundig inzicht eigenlijk een vorm van braden.
Ik kook ook al mijn eieren in één mandje.