Het voordeel van gemaakte fietstochten is dat je in je hoofd gewoon door kunt fietsen terwijl je thuis zit. Zoals nu in de functie van deeltijd-mantelzorger.
Ik fietste dus langs de Vliet in de richting van Leiden. Ten westen van de Vliet liggen uitgestrekte woonwijken uit vooral de jaren ’60 en ’70. Goedbedoelde wijken, maar teveel van hetzelfde, geschikt voor de heer en mevrouw Doorzon, twee kinderen en twee cavia’s.

Rechts van mij liggen de polders. Dat heet het Groene Hart, al doen allerlei plaatsen hun best om van het Groene Hart een versteend hart te maken. De grootste aanslag is gepleegd door Zoetermeer. Die uitbreiding begrijp ik ook wel weer: de mensen moeten toch érgens wonen. Bovendien wonen wij ook in het meest dichtbevolkte deel van Nederland. Maar waarom moeten al die bedrijventerreinen met die platte dozen zo enorm lelijk zijn? Vroeger bestond er fabrieksarchitectuur, nu bouwt men schoenendozen in metaal na.

Na Leidschendam volgt Voorschoten. Ook dat is een uit de kluiten gewassen dorp met eindeloze saaie woonwijken. Aan het water heeft men hoge woontorens gebouwd.
Maar wat veel mensen niet weten is dat Voorschoten een beschermd dorpsgezicht. Alleen kom ik daar nu niet, want dat beschermde dorpsgezicht ligt aan de overkant van de Vliet. Aan de rechterkant zijn de weilanden verdwenen. Daar ligt het natuurgebied Vlietland. Een bord verwijst naar het naaktstrand, maar ik vermoed dat het daar vanwege corona nu erg rustig is. Een naaktstrand is geen naaktstrand als een mondkapje verplicht is.
Ik constateer dat mijn voetverwarmers, die het zes uur zouden doen, het na 1½ uur laten afweten. Misschien doen ze het zes uur in de zomer, maar geen zes uur als de temperatuur net boven het vriespunt ligt.

Ik volg de Vliet – die hier het Rijn-Schiekanaal heet – tot aan de rand van Leiden. Over deze route (die via Den Haag en Delft loopt en eindigt in Rotterdam) kunnen middelgrote schepen varen. Een deel van de schepen vervoert zand en grint, o.a. naar de bouwlocaties in de Randstad.
Over bijna de hele afstand is tussen Leidschendam en Leiden is dit een autovrije fiets-en wandelroute. Dit gedeelte maakt ook deel uit van het Europese wandelnetwerk.
In Leiden is het met de rust gedaan. Opeens bevind ik me weer in het Randstedelijk spitsverkeer. Vroeger deelde men in Leiden de lakens uit: er was ook een lakenhal. Tegenwoordig deelt men meer boetes dan lakens uit, vanwege plaatselijk wangedrag door studenten en mensen die vuil op straat storten.
Henk,
Hoe gaat het met Tineke ?
Henk R.
@ Henk: dankjewel voor de belangstelling. Tineke is bepaald niet kleinzerig, als ze veel pijn aangeeft moet het wel erg pijnlijk zijn. Maar vooral erg onhandig voor een Doe het Zelver….