In 1964 verhuisden we naar de Zaanstreek. Dankzij deze verhuizing viel het niet op dat ik in de tweede klas van de HBS was blijven zitten. Ik maakte gewoon een doorstart op de HBS in Zaandam.
Inmiddels telde het gezin zes kinderen. Dus het was een hele invasie in onze nieuwe woonplaats: Wormer. Een paar huizen verderop woonde de familie Koelemeijer, later bekend geworden van het boek ‘Het zwijgen van Maria Zachea’.
Vooral het oostelijk deel van het dorp was destijds nog sterk agrarisch georiënteerd, temidden van veel water en zompig weiland. De inwoners van Wormer wilden niet bij de nieuwe gemeente Zaanstad ingelijfd worden. De brug vormde een barrière naar het langgerekte lint van dorpen dat ingeklemd lag tussen de Zaan en de spoorlijn.
Mijn vader werd dominee in de kerk links op de foto. De pastorie lag schuin tegenover de kerk. Als mijn vader een bladzijde uit de preek miste kon hij gewoon een psalm opgeven en even de straat oversteken. Maar dat gebeurde nooit, want hij preekte uit zijn hoofd met een paar aantekeningen achterop bijvoorbeeld een sigarendoosje.
De doorgaande weg liep vanaf de Zaanbrug in Wormerveer geheel beklinkerd door het dorp en daarna verder naar Jisp en uiteindelijk via Neck naar Purmerend. Eens in het uur denderde de streekbus van de Naco door het dorp. Verder waren er vooral veel landbouwwerktuigen.
De HBS zat in een noodgebouw bij de Bullekerk in Zaandam en telde in mijn eerste jaar nog maar 160 leerlingen. De school haalde de landelijke pers doordat jongens met te lang haar door rector Visser naar de kapper werden gestuurd. Dit leidde zelfs tot de oprichting van een actiegroep van en voor langharigen.
Het was bijna tien kilometer fietsen op mijn Gazelle met als serienummer 1616123. Meestal fietsten we over de Kalverringdijk, een paadje langs de Zaan waar twee fietsers elkaar eigenlijk niet konden passeren. Aan dat dijkje werd in die jaren aan de Zaanse Schans gebouwd. Het water van de Zaan was erg vervuild, in de krant stond regelmatig dat het zuurstofgehalte 0% was. Vissen had hier geen zin.
Om te weten hoe lang de fietstocht zou duren moest de windrichting bepaald worden. Die kon je ruiken. Bij noordwestenwind rook je de linoleumfabriek van Krommenie, bij zuidwestenwind soep en cacao (Honig en Cacao de Zaan) en bij zuidenwind rook je verf (Pieter Schoen).
De cacao ruik je nog steeds in Koog aan de Zaan; nog steeds afhankelijk van de windrichting. Een van mijn dochters woont met haar gezin 3 minuten lopen van station Zaandijk Zaanse Schans (voorheen Koog Zaandijk).
Mijn dochter is docent aan de HAVO-VWO-school die gevestigd is naast de Zaanse Schans; de Zaanse Schans is inmiddels meen ik de drukst bezochte toeristische attractie van Nederland. Op station Zaandijk Zaanse Schans is het voor veel toeristen niet duidelijk aan welke kant van het perron ze in moeten stappen richting Amsterdam. En dat is op het perron ook lastig te achterhalen: geen dynamische informatie, alleen een gele vertrekstaat. En je moet dan maar doorhebben dat de trein met aanduiding Rotterdam of Rhenen op de wagons in Amsterdam stopt.