“Het zijn net meeuwen” schreef mijn vroegere collega Chiel Egberts in het maandblad ‘Klik’.
We hadden toen beiden een manager die het team vleugels gaf. Maar we hadden ervaring met een heel ander type (interim-) manager. “Ze pikken weg waar ze iets weg kunnen pikken en daarna zijn ze weer vertrokken, op zoek naar een volgende buit.”
Onlangs kwam ik de gegevens van zo’n vroegere manager tegen. Dit is wat er door die persoon zélf op het CV vermeld wordt:
- Financiële crisis in verpleeghuisgroep opgelost
- GGZ-instelling financieel gezond gemaakt
- Groei van marktaandeel zorginstelling gerealiseerd
- Financiële problemen zorgorganisatie aangepakt
- Zorginstelling winstgevend gemaakt
- Omslag naar productdenken in zorginstelling bewerkstelligd
De manager bleef overal maar een jaar tot anderhalf jaar, dan was het weer tijd voor de volgende klus.
Wat er niet verteld wordt zijn de psychologische gevolgen van het optreden van deze interim-leidinggevende. Een jaar na het vertrek van de manager bij een instelling kwam ik daar een cursus geven. Medewerkers vertelden dat men nog steeds bezig was de wonden te likken vanwege de schade die deze persoon had aangericht. Het ziekteverzuim was sterk gestegen en nog steeds niet terug op het oude peil.
Af en toe blies de manager hoog van de toren. Op die manier werd er soms inhoudelijk ingegrepen in de verantwoordelijkheden van o.a. artsen en psychologen. Die hadden hun eigen beroepsverantwoordelijkheid, maar dat deed op dat moment niet ter zake.
Er was geen financiële ruimte, behalve voor de inrichting van het eigen kantoor. De manager ging natuurlijk niet werken in een ruimte met tafels en stoelen van al een paar jaar oud.
Voor woningen en cliënten had de manager geen enkele belangstelling getoond. Het ging om het netwerken en om groei in de regio.
Er was geen sprake van verbinding. Het was één en al kaalslag. Inderdaad, net zoals meeuwen soms een enorme troep achterlaten…