Wat heeft Leipzig met Amsterdam te maken? Leipzig was één van de eerste Duitse steden met openbare straatverlichting. Die verlichting was aangelegd naar Amsterdams voorbeeld, compleet met lantaarnwachters die er een dagtaak (…) aan hadden om de lantaarns op tijd aan en weer uit te doen.
Nu was Amsterdam niet de eerste Nederlandse stad met straatverlichting, Den Haag was een eeuw eerder. Maar in Amsterdam maakte men gebruik van een nieuw systeem van olielampen – ontwikkeld door Jan van der Heijden – waarbij het reservoir niet door de warm wordende olie over ging lopen. Van der Heijden vond niet alleen deze straatverlichting uit, maar ook de brandspuit. Dat was op zichzelf natuurlijk een interessante combinatie.
Het oude systeem van straatlantaarns was gevaarlijk vanwege het risico op brand (als het reservoir overliep had je zómaar een fikkie). Daarom had Den Haag maar 33 officiële lampen had. Toen Amsterdam dit nieuwe systeem ging gebruiken (in 1669) was direct het hek van de dam. Een jaar later waren er al 1800 lampen in gebruik.
Het is dat systeem geweest, dat ook op een paar notabelen in Leipzig indruk had gemaakt. Vanaf 1700 lieten de vroede vaderen van deze oostduitse stad hun stad ook op deze manier verlichten. Dat is deze tijd ook de filosofie van de Verlichting steeds populairder werd zal wel niets met deze natuurkundige uitvinding te maken hebben. Hoewel: je weet maar nooit.
In ieder geval staan er ook nu nog mooie lantaarnpalen in Leipzig, zo ontdekten wij tijdens een kort bezoek. Op de eerste foto niet zo goed zichtbaar, maar de lantaarn is bevestigd aan de muur. Ze zijn alleen niet meer van eikenhout, maar van gietijzer. Vooral toen de Jugendstil in zwang kwam werd er op allerlei manieren aan de lantaarnpalen gesleuteld. Het werden soms complete kunstwerken. Dat geldt trouwens ook voor ander straatmeubilair in Leipzig, zoals putdeksels en brandkranen.
Tsja, dan ben je in Leipzig. Ik had een kale stad verwacht, met veel DDR bouwwerk, misschien zoals Hannover met zijn wederopbouwarchitectuur (al was dat geen DDR).
We moesten hier overstappen op een volgende trein en liepen even de stad in. Het had niet veel gescheeld of we waren de stad niet meer uit gekomen. In ieder geval misten we twee treinen vanwege onze voortdurende verbazing over wat er allemaal in de binnenstad van Leipzig te bewonderen valt. En daar kun je extra van genieten omdat ook deze binnenstad bijna helemaal autovrij is.
Leipzig blijkt een aantrekkelijke stad. Terwijl bijna de hele DDR demografisch leegloopt (met soms 10% per jaar) is Leipzig één van de snelst groeiende steden van Duitsland. Samen met Hamburg is het ook één van de steden waar men er naar streeft dat in 2020 zo’n 20% van de verplaatsingen op de fiets moet plaatsvinden.
Over Leipzig ben ik nog niet uitgeschreven. Wordt dus vervolgd.
Eerder reageerde ik al op je posts over Weimar. Tijdens diezelfde vakantie ben ik van Weimar per trein naar Leipzig gereisd, en ben daar een paar dagen geweest. Daarna nog door naar Dresden.
Ik vond Leipzig ook een fijne stad, met een boeiende geschiedenis: Stasimuseum, Nicolaïkirche (vredesgebeden in de tijd voor de val van de Muur, en het verdwijnen van het ijzeren gordijn), Thomaskirche (Bach),fijne stad om zomaar rond te lopen.