Ik had er wel eens van gehoord.
Maar ik was het inmiddels weer vergeten.
Dat kan natuurlijk aan mijn leeftijd liggen…
Gelukkig herinnerde de NRC mij aan deze zeldzame vorm van dementie. Ik heb het over semantische dementie.
Bij de meest bekende vorm van dementie, Alzheimer, vergeten mensen vooral recente informatie (het zogenaamde ‘oprollende geheugen’). Over vroeger kunnen ze van alles vertellen, maar wat er onlangs is gebeurd lijken ze niet eens te hebben meegemaakt. Ze vergeten dus ook hun afspraken, zelfs met visuele ondersteuning.
Bij semantische dementie vergeten mensen hun afspraken niet. Het zijn goede klokkijkers, tot aan obsessieve vormen toe (de koffie moet om stipt 10 uur klaar staan). Die obsessie is begrijpelijk, want ze raken wel de grip op de wereld kwijt.
Het verlies van die grip zit bij mensen met semantische dementie in het taalgebied. Zoals de mevrouw die in de NRC wordt beschreven en die de moeilijkste sudoku’s op kan lossen, maar woorden maar niet kan bedenken. En op den duur raakt ze ook de betekenis van de woorden kwijt en ontwikkelt haar eigen vaagtaal: ‘feitelijk is er dit en dat aan de hand’.
Iemand met semantische dementie kan jou niet vertellen wat een kalender is, want hij of zij weet niet meer wat een kalender is. Maar informatie in en rond getallen blijft wel intact (hoeveel dagen zitten er in een week, hoeveel uren in een etmaal). Iemand met semantische dementie weet wat even en oneven getallen zijn en kan vaak ook nog redelijk hoofdrekenen.
De oorzaak van semantische dementie zit in een ander hersengebied dan dat van het rekenen (voor de neurologisch geïnteresseerden: taal zit in de temporale kwabben en getallen zitten in de pariëtale kwabben). Semantische dementie verstoort de werking van het semantische geheugen: kennis die in woorden wordt omgezet. Je ziet een stoel en je zegt: “Dat is een stoel”.
Dat is moeilijker op woorden en namen kan komen heeft weliswaar te maken met mijn leeftijd, maar ook met drukte. De bovenkamer zit af en toe te vol. Heb ik de boel weer wat geordend, dan komt het woord vanzelf weer. Mensen met semantische dementie raken die kennis echt kwijt…
Tja, en ik ben zowel talig als wiskundig: gymnasium bèta van voor de Mammoetwet, wiskunde gestudeerd; en houd me nu onder andere bezig met Bijbels Hebreeuws leren.
Mijn oudste dochter zelfde aanleg; heeft onder andere taalwetenschap gestudeerd, maar uiteindelijk afgestudeerd op sociologie, met een statistisch onderzoek; haar huidige baan heeft ze te danken aan haar statistische kwaliteiten.
Tweede dochter trouwens heel anders: meer filosofie, godsdienstwetenschappen en dergelijke.
Lezen doen mijn drie dochters en ik allemaal graag, zij het niet allemaal met dezelfde smaak.
Ik neem in Ede deel aan een literaire kring waar wel iets meer vrouwen dan mannen aan deelnemen, maar toch niet echt een wanverhouding.
Een van mijn broers is helemaal geen lezer, de andere wel, net als een van mijn zwagers .Die twee lezen veel, en ook behoorlijk diepgravende literaire boeken.
@ Ximaar: als mensen geen vast ritme meer hebben wordt het moeilijker om de dagen van de week te onderscheiden. Toen ik een paar maanden gedwongen thuis moest zitten moest ik ook nadenken welke dag het was. Een ‘dagklok’ kan dan handig zijn.
De vraag naar die verdeling van dementie (m/v) werd mij in de afgelopen week twee keer (in verschillende cursusgroepen) gesteld. Maar het antwoord weet ik niet…
Ik ben overigens uitgesproken ‘talig’ en had altijd moeite met rekenen. Wiskunde was al helemaal niet aan mij besteed. Met vier vijven (algebra, meetkunde, natuurkunde en scheikunde) mocht ik over naar de vierde klas van HBS A, omdat die vakken daar vervielen. Mijn broer (zat in dezelfde klas) ging over met tienen voor die vakken. Natuurlijk naar HBS B. Hij werd wiskundeleraar…
Klinkt logisch. Mijn tante zegt zelf ook last te hebben van Alzheimer. Eigenlijk merkte ik daar weinig van. Ze weet ook nog dingen die in het nu spelen. Maar haar dochter was destijds wel op zoek naar een duidelijke klok die ook de dag aan geeft. Mijn tante wil nog wel eens vergeten welke dag het is en dat is lastig. Door dit verhaal vraag ik me af of mijn tante iets heeft als ‘numerieke dementie’ (dus die andere hersenhelft) zo dat al bestaat.
In het algemeen bestaan er taal- en rekenmensen. Mijn moeder las en schreef veel. Mijn vader juist niet. Die was veel beterb in rekenen. Zelf heb ik de indruk dat dat in het algemeen zo is. Zo zie ik ook in de trein vaker vrouwen lezen dan mannen. Ik vraag me af of dan ook vrouwen of juist mannen meer semantische dementie krijgen of dat dat niets te maken heeft men hoe men vroeger heeft geleefd.